De gebeurtenissen na de moord op de vroegere Libanese premier Rafik Hariri hebben duidelijk gemaakt dat de VS hun pijlen niet alleen op het Iraanse regime gericht houden, maar ook op dat van Syrië . De Verenigde Staten gokken erop dat zij de brokstukken in de regio kunnen oprapen nadat ze het evenwicht verstoord hebben. Dit is een gok die zelden vertoond is buiten de context van een wereldoorlog.
"We hebben heel duidelijk gesteld dat wij niet weten wie verantwoordelijk is voor de bomaanslag", verklaarde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice tegenover het Congres. Desalniettemin trok Washington zijn ambassadeur in Syrië terug, hetgeen een duidelijke beschuldiging inhield. Lang voor deze moord hadden de VS al bepaald dat Syrië in aanmerking komt voor een 'regime change'. Syrië, of bepaalde Syriërs kunnen achter Hariri's dood zitten, maar er zijn ook andere verdachten.
Na de dood van Hariri besloten de anti-Syrische krachten hem tot hun symbool te maken. Toch lag zijn verhouding tot Syrië gecompliceerder. Tijdens de vele jaren van zijn Libanese premierschap heeft hij zich nooit een tegenstander betoond van de Syrische controle over het land. Toen hij afgelopen september aftrad, terwijl de ambtstermijn van zijn rivaal, de Libanese president Emila Lahou die beschouwd wordt als een stroman van Syrië, verlengd werd ging dit in tegen de wens van Syrië. En wat moeten we denken van het feit dat Hariri's familie een staatsbegrafenis weigerde en vertegenwoordigers van de Libanese regering vroeg de plechtigheid niet bij te wonen terwijl de Syrische vice-president, Abdul Halim Khaddam, een oude vriend van de familie wél werd uitgenodigd? De prominentste gast was de Franse president Jacques Chirac, het enige aanwezige staatshoofd. De twee onderhielden goede persoonlijke betrekkingen en Hariri, wiens enorme fortuin een pijler vormde van de Libanese economie werd altijd beschouwd als een vriend van de Franse belangen. Frankrijk gaf vorig jaar zijn steun aan de Verenigde Staten om de resolutie 1559, waarin Syrië gemaand werd om zijn troepen uit Libanon terug te trekken, door de VN-Veilgheidsraad goed te laten keuren. Maar Chirac heeft altijd duidelijk zijn afkeer laten blijken van de uitgebreide Amerikaanse diplomatieke campagne tegen het Syrische regime waarop Parijs altijd invloed heeft gehad.
Het is niet mogelijk antwoord te geven op de vraag wie Hariri vermoord heeft. Als we vragen wie er voordeel trekt uit de moord, of die nu al dan niet een poging van Syrië was om zijn positie te handhaven, met een averechts effect, dan is het antwoord heel duidelijk: Israël en de Verenigde Staten profiteren ervan. De verliezers zijn het Syrische regime en, in mindere mate, Frankrijk.
Het argument dat de steun voor Libanon's onafhankelijkheid van Syrië, hoe rechtvaardig die zaak ook kan zijn, een beslissende rol speelt in de huidige posities van de VS en Frankrijk is absurd. De Fransen scheidden Libanon van Syrië na de Eerste Wereldoorlog, alleen maar om in beide mandaatgebieden zelf de dienst uit te kunnen maken. De Amerikaanse president Jimmy Carter steunde de Syrische invasie in Libanon in 1976 omdat dit de stabiliteit in het buurland van de Amerikaanse bondgenoot Israël zou bevorderen en omdat de Palestijnse verzetsgroeperingen zo onder controle gebracht zouden worden.
Israël viel Libanon in 1978 en in 1982 binnen, waarbij West-Beiroet in bezit genomen werd en toegekeken werd bij de massaslachtingen in de Palestijnse vluchtelingenkampen. De houding van Syrië ten opzichte van Israël tijdens deze periode kan alleen maar beschreven worden als een combinatie van medeplichtigheid met de zionisten tegen de Palestijnen en het wedijveren om de controle over Libanon. De Israëlische bezetting van Zuid-Libanon duurde tot 2000 en zelfs nu heeft Israël nog een deel van Libanon, de Shabaa Farms, in handen. Wie heeft er tijdens al dit reactionair gemanipuleer ooit rekening gehouden met de nationale rechten van Libanon?
Israël's belangrijkste bezwaar tegen Syrië betreft Hezbollah, een islamitische organisatie die opgericht werd als gewapende verzetsbeweging tegen de Israëlische invasie. Israël wil dat deze beweging vernietigd wordt. Dit is een twistpunt tussen de Verenigde Staten en Europa. De VS steunt de eis van Israël en dringt eropaan dat de VN verklaren dat Hezbollah een terroristische organisatie is. Frankrijk blokkeert dit besluit en voert aan dat het geen zin heeft een organisatie te brandmerken die een tiental leden in het Libanese parlement heeft, in feite de regering vormt en de economische steunpilaar is in Zuid-Libanon. De afgelopen vijf jaar heeft Hezbollah feitelijk als politiemacht opgetreden en heeft voorkomen dat Palestijnen die zich in Libanon ophouden Israël aanvielen. De naar schatting duizend Hezbollah-strijders kunnen niet gezien worden als een bedreiging voor het voortbestaan van Israël. Wél vormt Hezbollah een obstakel voor meer Israélische politieke en economische controle over ZuidLibanon.
De Verenigde Staten hebben al economische sancties tegen Syrië ingesteld. Het doel daarvan is om Syrië in diplomatiek en economisch opzicht volkomen te isoleren van andere landen en ervoor te zorgen dat het land verstoken blijft van de levering van militaire goederen. De dood van Hariri gaf Bush een excuus om actie te eisen met betrekking tot de VN-resolutie 1559 die een sluimerend bestaan leidde. Ironisch is het te constateren hoe Bush VN-resoluties citeert als ze in de Amerikaanse kraam te pas komen. Met de invasie en de bezetting van Irak keerden de Verenigde Staten zich helemaal tegen de Verenigde Naties en het internationale recht. Ook heeft de VS zich onvoorwaardelijk aan de zijde van Israël geschaard, lijnrecht tegen talloze VN-resoluties in die oproepen tot de terugtrekking uit de gebieden die sinds 1967 bezet zijn, waaronder de Syrische Golanhoogte, de West Bank en de Gazastrook.
Een artikel in de 'Washington Post' van 18 februari wees erop dat, nu er weinig internationale steun is voor het Amerikaanse streven naar een omverwerping van het Syrische regime, het de VS wel zou kunnen lukken de steun van andere landen (zoals Frankrijk) te krijgen om te ageren tegen de Syrische bezetting van Libanon. Hierbij moet wel in aanmerking worden genomen dat de terugtrekking van de Syrische troepen uit Libanon de ondergang van het regime van de Syrische president Bashar Assad zou kunnen inleiden. De Britse ambassadeur in Syrië weidde de volgende dag in dezelfde krant hierover uit. Het artikel maakt duidelijk dat belangrijke functionarissen van de heersende Baath-partij in Syrië "aanzienlijke economische en politieke belangen hebben in Libanon. Velen van hen die het meest te verliezen hebben bij een eventuele terugtrekking maken deel uit van Syrië's veiligheids- en inlichtingendiensten , die een geschiedenis hebben van eigengereid handelen."
Bron: A World to Win News Service, 21 februari 2005, vertaling Frans Willems.