|
|
Het kabinet wil doorgaan met de uitvoering van haar neoliberale politiek. Het akkoord dat de coalitiepartners bereikten laat zien dat geen van de drie regeringspartijen geïnteresseerd is in bestuurlijke vernieuwing. Wat telde was dat D66 moest worden gepaaid om het 'karwei af te maken'. De positie die de PvdA zal innemen is voor de bevolking van doorslaggevend belang.
Nu stoppen zou zelfmoord geweest zijn voor de drie coalitiepartijen. Zeker nu er voldoende pepernoten klaarliggen om tenminste even mee te kunnen strooien. Of dat voldoende zal zijn om de komende verkiezingen weer een meerderheid te behalen valt nog te bezien, maar op dit moment waren verkiezingen voor de coalitie in ieder geval zeker slecht afgelopen. Voor de aanhangers van de neoliberale politiek was er geen alternatief. De uitvoering van de neoliberale economische agenda is bij de huidige coalitie in betere handen dan in een coalitie met de PvdA erbij, hoever die partij ook is doorgeschoten naar rechts. De vraag is nu wel of de binnenskamers gemaakte afspraken ook buiten de beslotenheid van het Torentje levensvatbaar zullen zijn en zo ja, hoelang.
D66 heeft met het grootste gemak afstand gedaan van de ambities die in 2003 voorwaarde waren om toe te treden tot dit kabinet. Adieu De Graaf en Van Mierlo! Bestuurlijke vernieuwingen zijn voor deze kabinetsperiode van de agenda geschrapt. Feitelijk koos D66 voor een nieuwe koers. De oude garde en haar 'progressieve' gedachtegoed uit de zestiger jaren werd aan de kant geschoven en vervangen door een rechtse politieke agenda. Brinkhorst en Dittrich behoren tot de nieuwrechtse realisten voor wie de oude D66 een steeds knellender keurslijf werd. Door voor dit nieuwe beleid te kiezen heeft D66 overigens ook de eerste stap gezet op weg naar de opheffing van die partij. Op termijn blijft er voor zo'n partij geen ruimte over naast de VVD. Die twee partijen lijken daarvoor nu teveel op elkaar.
Het kabinet kan doorgaan met de hervormingsagenda die de Nederlandse verzorgingsstaat versneld verder zal afbreken om het vrije ondernemerschap alle kansen te geven. Het wachten is op het referendum over de Europese Grondwet. Nederland 'toekomstbestendig' maken betekent echter de toekomst van het bedrijfsleven veiligstellen, niet de toekomst van de bevolking. Dát is de keuze die D66 nu definitief heeft gemaakt. Dat is de nieuwe 'reden van bestaan' van deze partij.
Daarmee zit Wouter Bos er ook naast. De drie coalitiepartijen hebben meer gemeen dan hij denkt of hoopt. Zeker in de besturen, aan de toppen. Die gemeenschappelijkheid is er inderdaad niet aan de basis. De uitloop uit het CDA en de teruglopende resultaten voor die partij in de peilingen, het massaal overlopen van CNV'ers naar de FNV, het zijn tekenen dat een deel van de christelijke achterban de bakens aan het verzetten is. Zo'n uitloop zal - op korte termijn - ook bij D66 plaatsvinden. Daar zou Wouter Bos op moeten wijzen. Daar zou de PvdA zich op moeten voorbereiden.
De zoektocht naar het midden, de koers naar rechts van de partijleiding van de PvdA zou moeten worden gestopt. De Nederlandse bevolking heeft zich zeer nadrukkelijk en massaal uitgeproken tegen de neoliberale prestatiemaatschappij. De PvdA kan alleen groeien als de rechtse politieke koers wordt gestopt. Delen van het CDA, van D66, maar ook GroenLinks-stemmers en potentiële SP-stemmers zullen een PvdA die een linkse koers vaart zeker steunen.
Voor de Nederlandse arbeidersklasse is een sterke - maar dan wel linkse - sociaal-democratische partij van groot belang. De aanvallen van rechts kunnen niet worden gepareerd door de dames van Groenlinks, noch door de opportunistische leiding van de SP. Daarvoor hebben deze partijen bovendien te weinig basis in de Nederlandse arbeidersklasse. Het zal er de komende tijd vooral om gaan de PvdA zoveel mogelijk naar links te stuwen. Wouter Bos (of zijn opvolger) zal moeten snappen dat een groot deel van zijn achterban op het Museumplein stond en dat een niet onaanzienlijk deel van de mensen die in de 75 bussen zaten die de demonstranten tegen de Bolkestein-richtlijn naar Brussel brachten tot zijn achterban behoort. Zij zijn de rechtse afbraakpolitiek spuugzat en willen dat de PvdA een echt politiek alternatief gaat vormen. Een groot deel van de bevolking is boos en teleurgesteld door de voortdurende afbraakpolitiek. Zij willen geen Schröder of Blair, zij willen een links alternatief. Maar als er geen links alternatief bestaat, zal de woede en teleurstelling leiden tot uiterst rechtse keuzen.
De NCPN zal een linksere sociaal-democratische partij uiteraard zeer kritisch volgen. De noodzaak daartoe heeft de geschiedenis vele malen bewezen. Maar communisten zullen het debat met de sociaal-democraten niet uit de weg gaan. Dat debat in buurten en bedrijven én in de vakbeweging is harder nodig dan ooit. Het wordt tijd dat de draad weer wordt opgepakt.