In Griekenland is de Europese Grondwet door het Parlement met grote meerderheid goedgekeurd. Tégen stemden alleen de Synaspismos (kleinburgerlijk 'links') en de KKE (Communistische Partij Griekenland), maar om heel verschillende redenen.
Waar de Synaspismos meent dat een betere grondwet mogelijk is met behoud van de Europese Unie (EU), is de KKE consequenter en ziet deze Europese wet, die boven alle nationale grondwetten moet komen te staan, als een onlosmakelijk deel van de EU en daarmee van een kapitalistisch integratieproces op regionaal niveau.(1) Het heeft dus weinig zin alleen een onderdeel van iets te bestrijden, als je niet tegelijkertijd het geheel bestrijdt.
Half april hield het Griekse parlement hierover een nogal bureaucratisch debat, waarbij Aleka Papariga, algemeen secretaris van de KKE, zei dat het eigenlijk om een nieuw Europees verdrag gaat met "een geurtje grondwet", waarmee een nieuwe reactionaire stap gezet wordt.
KKE, Pasok (regeerde bijna 20 jaar ononderbroken tot maart 2004) en Synaspismos zijn voor het houden van een referendum, maar de regerende Nea Dimokratia niet. Bij zo'n referendum kan in Griekenland weliswaar op een meerderheid ja-stemmers gerekend worden, maar Papariga legde er in het debat de nadruk op dat het 'nee' veel groter zou kunnen zijn dan regeringspartij en Pasok denken. Het zou een positief en progressief 'nee' zijn, dat moeilijk met nationalisme gelijkgesteld kan worden. In Griekenland wordt door beide grote partijen gepoogd anti-EU-gezindheid voor te stellen als een ultrarechts fenomeen, iets wat duidelijk niet waar is. Achter de groeiende anti-EU-gezindheid schuilen uiteenlopende opvattingen.
Op het argument van beide grote partijen, dat de 'Eurogrondwet' het product van een compromis zou zijn, pareerde Papariga dat er geen sprake was van een politiek compromis. Immers, beide grote partijen staan helemaal achter de filosofie van een kapitalistische EU, waarvan ze alle fundamentele beginselen hebben aanvaard. Dat hebben ze tenminste bewezen hetzij in de regering, of in de rol van 'oppositie'. Wel is er sprake van een compromis tussen elkaar beconcurrerende leidende EU-lidstaten, aldus Papariga.
Daarentegen is er geen sprake van een compromis met de bevolking. Sinds de laatste voorjaarstop van de EU is er juist weer sprake van gemeenschappelijke besluiten om een hernieuwde aanval te plegen op sociale rechten (verzekeringsstelsel en arbeidsrechten waar de economie niet tegen bestand zou zijn...), die uiteraard door elke regering op haar eigen manier toegepast wordt. Vandaar ook dat de KKE de nadruk legt op de noodzaak van een verenigd socialistisch Europa als compromisloze eis, die leidt tot het enige levensvatbare compromis voor de toekomst van de volkeren.
Noot:
(1) Een pikant 'detail' van het nieuwe Europese Verdrag-Grondwet is zijn positie boven de nationale grondwetten. In dit licht is het interessant te verwijzen naar het 'conflict' tussen Griekse regering en Europese Commissie inzake de nieuwe Griekse belangenverstrengelingswet, waarover we in Manifest 7 schreven.