Een Duits comité bestaande uit meer dan 50 organisaties heeft onderstaande oproep verspreid tegen fascisme en militarisering ter gelegenheid van de herdenking op 8 mei. De tekst is een bewerking van de verklaring van het Comité 8. Mai. Antifaschistische-aktion.
Zestig jaar geleden, op 8 mei 1945, capituleerde Duitsland onvoorwaardelijk, na een militaire nederlaag, voor de geallieerden. Op die dag werd de wereld bevrijd van het nationaal-socialisme, dat door een groot deel van de Duitsers ondersteund werd. Het tijdperk van de nazi-barbarij, rassenwaan, oorlog, deportatie en vernietiging van Europese joodse mannen en vrouwen, Roma en Sinti en alle andere mensen die niet in het wereldbeeld van de nazi-ideologie pasten, kwam ten einde.
De bevrijdingsdag, waarop we ook willen herinneren aan hen die verantwoordelijk zijn voor oorlog en vernietiging en aan hen waar we de bevrijding aan te danken hebben, is een reden tot vreugde. Het Duitse fascisme bepaalt ook vandaag de dag nog de politiek-historische discussie in Duitsland. Angela Merkel (CDU) spreekt over "voortdurende verantwoording, die we als land betreffende de verschrikkingen van het nationaal-socialisme voor de toekomst dragen." Schröder zegt daarover: "De herinnering aan de misdaden van het nationaal-socialisme zijn een blijvende verplichting." Het begrip 'verantwoording' als beschrijving van de verhoudingen van de Duitsers tot hun verleden is voor velerlei uitleg vatbaar geworden.
President Horst Köhler benadrukte in zijn toespraak voor de Israëlische Knesset zelfs dat "de verantwoording voor de Shoah een deel van de Duitse identiteit is." Deze zogenaamde antifascistische Retorica vertaalt zich echter niet in overeenkomend handelen.
Daartoe kan ook het gedenkteken voor de vermoorde joden in het hart van Berlijn weinig bijdragen. "Verantwortung" wordt tot een begrip zonder inhoud, dat geheel willekeurig ingevuld en toegepast kan worden. Sinds 1999 kenmerkt de politiek van de bondsregering zich door het opportunistische gebruik van het nazi-verleden en verdringt het omgaan met de eigen geschiedenis. Zodoende werd de actieve ondersteuning van Duitsland in de NAVO-oorlog tegen Joegoslavië met de herinnering aan de Shoah gelegitimeerd. Minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, durfde de eerste actieve inzet van de Bundeswehr in het buitenland brutaalweg te motiveren "vanwege Auschwitz." Sindsdien behoort het tot 'normale buitenlandse politiek' om Duitse belangen opnieuw militair door te drukken.
Duitse antifascistische organisaties nemen stelling tegen de relativering van de nazi-misdaden en tegen het feit om van de herinneringen aan de Shoah een instrument te maken. Zij eisen de onmiddellijke ontbinding van alle Duitse legerformaties.
Duizenden Duitse ondernemingen hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog munt geslagen uit de industriële vernietiging. Dit kapitaal kwam door "Arisierungen" en uitbuiting van arbeidskracht tot stand en werd later gebruikt voor opbouw van het naoorlogse Duitsland. Goed beschouwd werden meer dan 14 miljoen mensen gemiddeld ongeveer 1,5 jaar gedwongen tewerkgesteld. Daarmee vergeleken is het ca. 5 miljard euro stichtingsvermogen belachelijk. Dat bedrag dient als rechtszekerheid voor ondernemingen om zich van eventuele aanspraken te ontdoen. In mei 2001 interpreteerde bondskanselier Schröder dit welwillend als "Schlussstrich". ('eindstreep')
Uit de industriële vernietiging werd groot geld verdiend. De eis tot de volledige en onvoorwaardelijke financiële schadeloosstelling voor alle dwangarbeiders van het nazi-regime en de onteigening van alle profiteurs van het nazi-regime, zoals het comité formuleert, is dan ook geheel gerechtvaardigd.
Een waardige herinnering aan de slachtoffers en tegenstanders van de nazi-vernietigingsmachine moet ook vandaag nog inhouden om een halt toe te roepen aan elke poging de geschiedenis te verdraaien! Naast 'Schlussstrichdebatten' en het misbruik van de herinnering aan de Shoah, gaat het hier ook om debatten waarin van de daders slachtoffers worden gemaakt en andersom. Hetzij als 'slachtoffer' van Umsiedlungen ('verdrevenen') of van het bombarderen van Duitse steden, de behoefte om het nazi-verleden uit iets anders dan uit perspectief van dader te beschouwen, is groot. Zo herdenken bijvoorbeeld in Dresden elk jaar tienduizenden de Duitse slachtoffers van de geallieerde luchtaanval. Verduisterd wordt echter wie voor de oorlog verantwoordelijk was en welke overweldigende meerderheid van de bevolking het fascisme geaccepteerd en verdragen heeft.
Op de 60ste verjaardag van de bevrijding bedanken we daarom in het bijzonder het Rode Leger, de partizanen en alle vrouwen en mannen uit het verzet, wier inzet tegen de nazi-dictatuur vaak gekleineerd en belasterd wordt.
Het verbaast weinigen dat tijdens deze dagen ook neonazi's de geschiedenis op hun manier willen uitleggen. Zo gebeurde het in februari in Dresden, toen 5.000 nazi's zich inhoudelijk met de context van de officiële herdenking bemoeiden, door "ter ere van de slachtoffers van de geallieerde bombardementen" door de stad te marcheren.
De organisaties roepen allen op zich niet te lenen voor de schijnvertoning van de regering en met hen op 8 mei te demonstreren: als nagedachtenis aan de slachtoffers van het fascisme, tegen militarisering en tegen een zogenaamde slachtofferrol van Duitsland. Laten we samen de mars van de neonazi's verhinderen!