De regering kent maar een manier om het referendumschip dat op een 'nee' afkoerst te keren: de bevolking angst aanjagen door onjuiste dreigementen te uiten. De 'nee'-stemmers worden in het hoekje van de onverantwoordelijken neergezet en voor leugenaars uitgemaakt.
Balkenende beticht tegenstanders van de Europese grondwet ervan dat zij onwaarheden verkondigen over de Europese Unie en de grondwet. 'Nee' zou bovendien slecht zijn voor de reputatie van Nederland en dat heeft nadelen op zakelijk gebied. Dit dreigement maakt overigens onmiddelijk duidelijk waar hij staat, waar zijn zorgen naar uitgaan.
Volgens het kabinet wordt het door de grondwet mogelijk het terrorisme beter te bestrijden en een effectiever economisch beleid te voeren. Ook leidt de grondwet tot "meer democratie" in de EU. De grondwet zou de basis leggen voor een betere samenwerking in de EU, zonder dat Brussel meer macht krijgt. Hij noemt het onwaar dat de grondwet zou leiden tot hogere defensieuitgaven.
De premier wees erop dat 85 procnet van de Tweede Kamer - CDA, VVD, D66, PvdA en GroenLinks - voor de grondwet is. Maar de meeste fracties hebben laten weten de uitspraak van de bevolking bij het referendum zwaar te zullen laten meewegen. Balkenende verwacht niettemin dat de Kamer de grondwet uiteindelijk zal goedkeuren. Gebeurt dat niet "dan hebben we een probleem".
Volgens het meest recente kiezersonderzoek dat in opdracht van de regering is gehouden, zegt 58 procent zeker te gaan stemmen. Van hen is 39 procent van plan voor te stemmen en wil 40 procent tegenstemmen. Het gaat hierbij om mensen die geïnformeerd zijn over de grondwet. In een eerdere peiling waren er nog meer voor- dan tegenstemmers.
Bij VVD-kiezers is de meerderheid die zegt tegen te gaan stemmen, van 52 naar 56 procent gegroeid. Ook onder PvdA-kiezers zijn nee-stemmers in de meerderheid. Beide partijen hebben hun achterban kennelijk nog niet overtuigd. Ook onder kiezers van CDA en GroenLinks, eveneens voor de grondwet, nadert het percentage nee-stemmers de 50 procent. Balkenende zou eens naar zijn eigen achterban moeten leren luisteren. In de peilingen stijgt vooral de SP. Dat is niet toevallig, zij hebben beter geluisterd naar wat er leeft in dit land.
De Tweede Kamer had eerder afgedwongen dat de regering dit belastinggeld alleen mag aanspreken als het 'nee'-kamp ook extra financiële steun (van buitenaf) krijgt én na toestemming ván de Kamer. Het kabinet laat niettemin nieuwe huis-aan-huis-folders bezorgen, waarin wordt geadviseerd om op 1 juni bij het referendum vóór te stemmen (kosten 1,5 miljoen euro). Ook worden advertenties geplaatst (kosten 2 miljoen euro). Van de Tweede Kamer verwacht het kabinet kennelijk geen tegenstand, die was al op voorhand omgekocht. Volgens een woordvoerster van Buitenlandse Zaken geeft het kabinet met het publiciteitsoffensief juist gehoor aan de wens van een ruime Kamermeerderheid om steviger campagne te voeren!
De SP, het 'Comité Grondwet Nee', de NCPN en andere 'nee'-stemmers zijn tegen het inzetten van belastinggeld voor de 'ja'-campagne. De 'nee'-campagne wordt niet dusdanig gesponsord dat het kabinet nu is gelegitimeerd om zijn oorlogskas aan te spreken. De aanvraag van de NCPN werd zelfs volledig genegeerd.
Volgens Brinkhost is het allemaal reuze simpel: "het Europees recht gaat al veertig jaar boven Nederlands recht, althans op de gebieden waar de Unie bevoegd is om op te treden. Het wordt nu in de Grondwet alleen geformaliseerd, meer niet." Werkgeversvoorzitter Schraven gaat 50.000 'ja'-folders verdelen de komende weken. De Waal telt de zegeningen van een Grondwet waarin, volgens hem, ook de sociale grondrechten zijn vastgelegd. En dat is onjuist. De Grondwet noemt tien gebieden waarop de EU gedeelde bevoegdheden heeft met de lidstaten. Deze gebieden zijn vrij breed en algemeen gedefinieerd en omvatten onder andere sociaal beleid, economische, sociale en territoriale samenhang, milieu, consumentenbescherming, vervoer, energie en de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Het begrip 'gedeelde bevoegdheden' wordt in de Grondwet onduidelijk geïnterpreteerd. In artikel I-12 worden gedeelde bevoegdheden als volgt omschreven: 'De lidstaten oefenen hun bevoegdheid uit voorzover de Unie haar bevoegdheid niet heeft uitgeoefend of besloten heeft deze niet langer uit te oefenen.' Hier staat dus met zoveel woorden dat lidstaten zelf hun beleid op deze terreinen mogen bepalen zolang de EU zich er nog niet mee bemoeit. Dat is aantoonbaar anders dan De Waal beweert.
HC, 28-4, 10-5, 14-5
FD, 12-5 en 14-5