Slobodan Milosevic richt zich bij zijn verdediging voor het Joegoslavië-tribunaal niet op de aanklacht tegen hem. "U heeft een ander doel", beet rechter Robinson de oud-president van Servië en Joegoslavië woensdag toe.
Robinson: "U wordt beschuldigd van sommige daden in Kosovo in de periode januari-juni 1999. U heeft een passie voor bewijzen uit de periode daarvoor. Dat is niet relevant." De rechter erkende dat de gang van zaken vóór 1999 wel een patroon kan laten zien voor latere gebeurtenissen. "Maar u mag geen bewijs uit 1998 gebruiken zonder relatie met 1999. Zonder 1999 erbij te betrekken bent u niet in het kader van de rechtszaak bezig. Geef bewijs in verband met de aanklacht. Doet u dat niet dan bent u met een ander doel bezig."
Milosevic tracht aan de hand van de getuigenis van de oud-minister van Binnenlandse Zaken, Stevanovic, aan te tonen dat de Servische politie in Kosovo geen misdaden beging. Daarbij erkende Milosevic wel dat individuele politiemensen of losse eenheden zich soms niet netjes gedroegen. "Maar die zijn vervolgd." Stevanovic verklaarde dat er geen onwettige orders waren gegeven noch uitgevoerd door politiemensen.
Overigens bestempelde rechter Robinson het bevrijdingsleger van Kosovo, de KLA, als een organisatie die veel pijn en leed heeft veroorzaakt en moorden op haar geweten heeft. Van de andere kant wees hij op de aanklacht tegen Milosevic. Daarin worden de Servische reacties op KLA-optredens als 'buitensporig' aangeduid. Milosevic tracht aan te tonen dat de Serviërs alleen reageerden op wandaden die de Albanezen onder de vlag van de KLA jegens hen begingen. De aangeklaagde reageerde niet op Robinson.
Bron: Wanadoo, 18-5-2005.