Acties in Bolivia dwingen tot wapenstilstand in klassenstrijd


Tijdelijke wapenstilstand in Bolivia.

 


Boven en onder: Evo Morales.

 


 

Wil van der Klift

Oppositieleider Evo Morales noemde het besluit van ex-president Mesa omvervroegde verkiezingen uit te schrijven "ongrondwettig". Volgens Morales, leider van de MAS (Beweging voor het Socialisme) probeerde de president met de maatregel de volksopstand te demobiliseren. Mesa, sinds oktober 2003 aan de macht, werd onder druk van de aanzwellende volksopstand gedwongen om op te stappen en werd opgevolgd door Eduardo Rodriguez, voorzitter van het hooggerechtshof.

Het conflict gaat onder meer over de verdeling van de opbrengsten uit de gaswinning in de oostelijke provincie in het land, maar ten grondslag aan de onrust liggen de groeiende sociale problemen. Vooral de armere bevolking vindt dat de regering te weinig geld vraagt van de multinationals voor de exploratie en exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen. De betogers, een brede afspiegeling van de bevolking: kleine boeren, arbeiders, ambtenaren en intellectuelen, eisen een herziening van de grondwet, omdat zij een herverdeling van de macht in Bolivia willen. Zij willen mede daarom dat de olie- en gasindustrie volledig worden genationaliseerd. Deze sector in het land is grotendeels in handen van buitenlandse ondernemingen. Op 17 mei nam het Congres al een nieuwe energiewet aan, die de staat een groter aandeel gaf in de olie- en gasindustrie. Volgens buitenlandse oliemaatschappijen die in het land actief zijn, kreeg de regering daardoor veel te veel invloed, maar de linkse oppositie gaat de nieuwe wet echter nog lang niet ver genoeg.

Op het hoogtepunt van de strijd trokken zo'n honderdduizend betogers, onder wie indianen, arme boeren en arbeiders, maar ook intellectuelen en ambtenaren, op naar de regeringszetel La Paz om hun eis kracht bij te zetten. Zij belegerden het presidentiële paleis en het nabijgelegen parlementsgebouw. De omvang van de protesten nam de weken ervoor steeds meer toe. De stakingen en wegblokkades legden het openbare leven in La Paz praktisch lam. Brandstoffen en levensmiddelen werden schaars. Het Nationale Congres vluchtte uit de hoofdstad naar de plaats Sucre, ongeveer 600 kilometer ten zuiden van de regeringszetel La Paz.

De demonstranten tegen de regering wilden ook niets weten van de andere twee corrupte politici, die volgens de grondwet Mesa zouden kunnen opvolgen zonder tussentijdse verkiezingen: de voorzitters van de Senaat en het Huis van Afgevaardigden, respectievelijk vice-president Hormando Vaca Diez en Mario Cossio. Eduardo Rodriguez Veltzé, de derde in lijn, vervangt Mesa nu om - als interim-president - het land naar de stembus te leiden. Rodriguez kondigde meteen vervroegde verkiezingen aan. De verwachting is dat de Bolivianen in december naar de stembus zullen gaan om een nieuw parlement te kiezen. Dit zal dan moeten beslissen over nationalisatie van brandstofvoorraden.

Evo Morales, leider van de radicaal-linkse oppositiepartij MAS, liet na de parlementszitting weten de blokkades te zullen beëindigen. De MAS is een van de belangrijkste organisaties die de acties van de afgelopen weken leidden. De eis om de gas- en olievoorraden in Bolivia te (her)nationaliseren blijft recht overeind staan. De strijd in Bolivia wordt voortgezet, ondanks de tijdelijke wapenstilstand op dit moment.

De voorganger van Mesa, Gonzalo Sanchez de Lozada, zag zich ook gedwongen op te stappen door aanhoudende sociale onrust over de opbrengsten van deolie- en gasindustrie. (Zie Manifest 9, 10 en 12/2005 voor een uitvoeriger analyse)