Mede door gebrek aan menskracht bij de rechtbank is er sinds enige tijd geen sprake meer van een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang. Ook de procedure van de voorlopige voorziening betekent momenteel dat de rechtzoekende ongeveer zeven weken moet wachten voor hij of zij bij de rechter terechtkan en dan nog twee weken moet wachten op de uitspraak. Let wel: we hebben hier te maken met mensen die door omstandigheden niet kunnen voorzien in hun eigen bestaan. Deze mensen zitten bij iedere procedure minstens twee maanden zonder inkomen, waardoor de schulden oplopen en de soms aanzienlijke bijkomende kosten voor het maken van deze schulden door henzelf betaald moeten worden.
Ook in noodsituaties staat nu in feite geen spoedprocedure meer open om de rechter een uitspraak te laten doen. Dit is in strijd met de grondwet, waarin staat dat de overheid verplicht is iemand een inkomen te verschaffen wanneer die door omstandigheden niet in het eigen onderhoud kan voorzien. De voorlopige voorziening werkt niet meer als spoedprocedure omdat zij in feite langer duurt dan de bezwaarschrift-procedure, die zes weken duurt. Er zijn daarom advocaten die overwegen bij noodsituaties de civiele rechter in kort geding een uitspraak te laten doen. Nadeel van deze procedure is dat de rechtszoekende kan worden veroordeeld in de proceskosten.
Piet van der Lende
Voor meer informatie:
Bijstandsbond, 020-6181815
info@bijstandsbond.org