Wereldfocus

Het Europees Parlement stemt over Reach

Kortgeleden werd in de Commissie Leefmilieu van het Europees Parlement gestemd over het Reach-dossier. Reach staat voor Registratie, Evaluatie, Autorisatie van Chemische stoffen. Het dossier gaat over een aanpassing van de Europese wetgeving over chemische stoffen. Talrijke wetenschappelijke studies wijzen op een algemene vervuiling van ons leefmilieu door bijzonder gevaarlijke chemische stoffen. Dit bewijst dat de chemische stoffen die in de Europese Unie commercieel gebruikt worden, onvoldoende gereglementeerd zijn. En dat terwijl de EU toch de grootste markt ter wereld vormt van scheikundige producten. Als antwoord op deze problematiek heeft de Europese Commissie in 2003 een wetsvoorstel voor de hervorming van de Europese chemische reglementering ingediend, met als doel een betere bescherming van het publiek tegen de doelgerichte productie van chemische stoffen. Het gaat hierbij wellicht om de meest ambitieuze en belangrijkste hervorming van de laatste 20 jaar. Volgens het nieuwe voorstel moeten de chemische stoffen eerst geregistreerd en hun risico's geëvalueerd worden, voor ze toegelaten worden op de markt. Milieuorganisaties zijn blij met de strengere regelgeving en controles maar wijzen toch op nog heel wat hiaten in de nieuwe wetgeving. Bepaalde stoffen waarvan duidelijk blijkt dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid, moeten vervangen worden door alternatieven. Maar de milieuorganisaties wijzen erop dat er nog teveel basisinformatie ontbreekt over het grootste deel van de chemische stoffen. Ook de chemische stoffen die in kleine hoeveelheden geproduceerd worden (1 tot 10 ton per jaar) zouden minder gecontroleerd worden, een maatregel die er volgens de milieuorganisaties is gekomen onder druk van de industrie. In november volgt de definitieve stemming in plenaire zitting. (IPS, 3/8-10-2005)

Japan en VS bundelen middelen

Japan en de Verenigde Staten, de twee grootste verstrekkers van ontwikkelingshulp, willen hun ontwikkelingsbudgetten beter op elkaar afstemmen om de internationale hulp effectiever te maken. De samenwerking moet leiden tot meer efficiëntie, doordat beide landen dan expertise kunnen delen en kunnen bezuinigen op consultants en kantoorpersoneel. Als beide budgetten samengevoegd worden, zou het gaan om 40 procent van de wereldwijde ontwikkelingshulp. De meeste ontwikkelingsdeskundigen reageren ongerust op het nieuws omdat ze vinden dat het Japanse en Amerikaanse ontwikkelingsbeleid te sterk de nadruk legt op liberalisering en privatisering. "Als ze gaan samenwerken, dan hebben kleine landen die afhankelijk zijn van hulp geen keuze als het gaat om ontwikkelingsstrategieën", luidt de reactie van Keisuke Oohashi, professor internationale ontwikkeling aan de Keisen Universiteit. "Ik ben altijd voorstander geweest van een internationaal ontwikkelingsbeleid gestuurd door de Verenigde Naties", zegt Oohashi. "In zo'n systeem wordt meer rekening gehouden met de belangen van ontwikkelingslanden dan bij bilaterale samenwerking." (IPS, 3/8-10-2005)

Woningbrouwproject haalt Argentijnse werklozen uit het slop

Argentijnse coöperaties hebben dé manier gevonden om langdurig werklozen opnieuw aan het werk te krijgen en hen aan het werk te houden. In het kader van zogenaamde woningbouwprojecten krijgen de langdurig werklozen de kans om een vak te leren, zich opnieuw aan te passen aan het arbeidsritme en hun inkomen te verhogen. In 2001 stortte de Argentijnse economie in. Meer dan de helft van de Argentijnen kwam in armoede terecht en meer dan een kwart van de werkende bevolking werd werkloos. Overheidsinitiatieven om gezinnen uit de armoedespiraal te trekken, zagen de allerarmsten en langdurig werklozen over het hoofd. Die moesten trachten te overleven van een uitkering die zeven keer kleiner is dan het bedrag dat ze dankzij de coöperatieskunnen verdienen. (IPS, 3/8-10-2005)

Zimbabwe ontvangt eerste conferentie over voedselzekerheid

Kortgeleden vond in de Zimbabwaanse hoofdstad Harare de eerste 'Regional Conference on Food Safety for Africa' plaats, een regionale conferentie over voedselveiligheid voor Afrika. Het is de bedoeling dat de aanwezigen, zo'n 200 deskundigen op het gebied van voedselzekerheid en -veiligheid, tot een akkoord komen over de manier waarop 'veilig voedsel en water' verzekerd kunnen worden. Op dit moment sterven er in Afrika gemiddeld tweeduizend mensen per dag ten gevolge van een ziekte veroorzaakt door het nuttigen van besmet voedsel en/of water. Bovendien leidt de gebrekkige controle op voedingswaren ertoe dat Afrikaanse landbouwproducten niet voldoen aan internationale standaarden. Dat heeft een negatieve impact op de economische ontwikkeling van het land. Enkele Afrikaanse leiders benadrukten eveneens dat de import van voedingswaren beter gecontroleerd moet worden. "Het voedsel dat, vaak in het kader van voedselhulpprogramma's, gedumpt wordt en de GGO-voeding die aangeboden wordt, verergeren de situatie alleen maar," aldus Zimbabwaans president Mugabe. (IPS, 3/8-10-2005)

Globalisering doet Japanse middenklasse krimpen

Volgens de meest recente overheidsstatistieken zijn nu al meer dan 1,4 miljoen mensen in Japan afhankelijk van staatstoelagen. Tien jaar geleden ging het nog maar om 88.000 mensen. Het ministerie verwacht dat het aantal de komende jaren nog sterk zal stijgen. Ook de andere kant van de inkomensschaal groeit. In Japan verschijnt een nieuwe klasse rijken die jaarlijks meer dan 250.000 euro verdienen en in appartementen wonen waar de maandelijkse huur meer dan 16.000 euro bedraagt. De Japanse middenklasse is in gevaar. De middeninkomens worden verzwolgen door een groeiende kloof tussen heel rijk en heel arm. "Japan stond bekend als een egalitaire maatschappij van witteboordenwerkers met een goed loon en jobzekerheid, maar dat is nu verleden tijd", zegt Takeshi Miyajima, een socioloog verbonden aan de universiteit van Rikkyo. Opiniepeilingen tonen dat meer dan 90 procent van de Japanners ongerust is over de toekomst, vooral over de sociale zekerheid op hun oude dag. (IPS, 3/8-10-2005)

Afghanistan nog niets opgeschoten

Vier jaar geleden maakte een Amerikaans offensief in Afghanistan een einde aan het regime van de Taliban. Nu moeten de VS toegeven dat de heropbouw van het land moeilijker is dan verwacht. De economie groeit als kool, maar het land blijft straatarm en sterk afhankelijk van buitenlandse hulp en worstelt nog altijd met de problemen van vroeger - van opstanden tot grootschalige drugsteelt. Gewapende confrontaties maakten de eerste maanden van dit jaar 1200 dodelijke slachtoffers, waaronder 86 Amerikaanse soldaten. Voorts maken deskundigen zich zorgen dat de Afghaanse regering geen strategie heeft om de drugsteelt terug te dringen. De kweek van papavers en de verkoop van opium en heroïne is volgens de VN goed voor 60 procent van de Afghaanse economie. (IPS, 3/8-10-2005)