Jiang Zemin (l) draagt macht over aan huidige president van de Volksrepubliek China, Hu Jintao (r). (Foto Xinhua)
| ||
China, land van grote, maar onder socialistische verhoudingen oplosbare, tegenstellingen.
| ||
China, land van grote, maar onder socialistische verhoudingen oplosbare, tegenstellingen.
|
China-kenner Frank Willems over de schrijfster Jung Chang. Aan haar boek 'Wilde Zwanen' heeft de Brits-Chinese auteur Jung Chang zowat een miljoen euro verdiend. Haar nieuwste boek heet 'Mao, Het onbekende verhaal'. Je leest op de flap: "Dit is het best gedocumenteerde werk dat ooit over de Chinese leider Mao Zedong geschreven is." Meteen leer je ook dat "het geheime doel van Mao was de wereld te overheersen".
Solidair vroeg Frank Willems wat hij van dit boek vindt. Frank is de ex- voorzitter van de Vereniging België-China. Al 25 jaar volgt hij de gebeurtenissen in China op de voet. Een specialist in de materie dus.
En... 800 bladzijden doorworstelen, viel dat mee?
Frank Willems: Verschrikkelijk! Het boek is negatief tot op het ridicule af, dat vindt overigens ook de Nederlandse Volkskrant. De recensent van het derdewereldtijdschrijft MO besluit: ik zou nu wel eens een andere - lees 'echte' - biografie willen lezen. Het boek heeft de pretentie wetenschappelijk te zijn, maar op elke bladzijde geldt: hoe meer kwaad ik schrijf over Mao, hoe meer kans dat er iets blijft hangen. De grote Nederlandstalige media in België volgen kritiekloos de conclusies in enkele simpele slogans: Mao was erger dan Hitler; Mao wilde de helft van de Chinezen dood; het kwaad zat Mao - en bij uitbreiding het communisme - in de genen. Zorgwekkend.
Veel lezers hebben het boek 'Wilde Zwanen' geapprecieerd. Maar nu beweert Jung Chang op verschillende punten het tegenovergestelde van wat ze in 'Wilde Zwanen' schreef. Kun je dat verklaren?
Frank Willems: Het ontroerende eerste deel van 'Wilde Zwanen' vertelt over het ellendige leven van haar grootmoeder onder het bewind van de krijgsheren in de 30-er jaren. Maar in het nieuwe boek is het oude China een idyllisch paradijs, waarin de boeren gemakkelijk rijk konden worden, waarin iedereen vrij was om te gaan en staan waar hij wilde, waarin iedereen de mogelijkheid had om naar school te gaan. Jung schrijft dat de krijgsheren soms wel oorlogje speelden, maar daar hadden de burgers eigenlijk geen last van.
In 'Wilde Zwanen' vertelt ze ook met enige sympathie over de revolutionaire activiteiten van haar ouders tegen het dictatoriale bewind van de Kuomintang. Maar in het nieuwe boek maakt ze van Kwomintang-leider Chiang Kai-shek een bezorgde familievader, die eigenlijk te zacht was om de communisten in de pan te hakken. Kortom, het zijn de wreedaardige communisten, en alleen zij die verantwoordelijk zijn voor alle geweld tussen 1927 en 1949.
Haar co-auteur Jon Halliday is niet eerlijker. Eerder schreef hij over de brutale repressie van de arbeidersopstand door het Britse imperialisme in Hongkong in 1967. In dit nieuwe boek wordt die repressie gerechtvaardigd door het "provocatieve optreden" van Mao's communisten. Halliday schreef ooit ook een boek over de Koreaanse oorlog. Wat hij daarin schreef is het tegenovergestelde van wat hij nu in dit boek schrijft. Nu zegt hij dat Mao de grote schuldige is voor de verschrikkelijke menselijke en materiële gevolgen van die oorlog.
Jung Chang zegt ter verantwoording dat ze veel bronnen geraadpleegd heeft. De lijst van geïnterviewden en geraadpleegde bronnen beslaat in het boek niet minder dan 125 bladzijden. Wat ze schrijft moet dus toch wel waar zijn. Niet?
Frank Willems: Het boek is een pamflet van de eerste tot de laatste bladzijde, 400 interviews en zowat 1.200 bronnen worden door de filter van haar vooroordelen geperst en de lezer krijgt de onsmakelijke drek geserveerd. Ietwat alerte buitenlandse recensenten hebben dat ook genoteerd. The Independent vindt dat het boek "erg problematisch is voor wie een minimum van de Chinese geschiedenis afweet". Hij voegt eraan toe: "Het boek is slechte geschiedschrijving in alle betekenissen van het woord. Niet alleen in de methodologie, maar ook in de interpretatie die men aan de feiten geeft. (...) Dit boek is noch serieuze geschiedsschrijving, noch een serieuze biografie."
Volgens BBC-journalist Philip Short, die in 1996 zelf een Mao-biografie schreef, heeft Jung Chang "de geschiedenis zodanig herschreven tot ze samenvalt met haar eigen opvattingen".
Frank Willems: Dat is correct. Van bladzijde tot bladzijde verknipt en plakt Jung citaten aan elkaar. Ze maakt een cocktail van betrouwbare archieven met anonieme getuigenissen en dubieuze propaganda. Ze selecteert feiten zoals het haar uitkomt en laat de rest weg. Ze interpreteert gedeeltelijke gegevens en waar nodig vult ze die aan met eigen loze beweringen. Het resultaat heeft een betrouwbaarheidsgehalte van nul.
Jung Chang spreekt met geen woord over de verdiensten van Mao Zedong: de strijd tegen de honger en de armoede, de opbouw van een staat, de bevrijding en de organisatie van de boeren, het terugdrijven van de werkloosheid, de opbouw van de economie, de strijd tegen het analfabetisme, de prostitutie, de half-slavernij, de kinderarbeid, de opiumverslaving... Hoe kan iemand die beweert "de ultieme biografie" geschreven te hebben, dat vergeten?
Frank Willems: Jung Chang schermt met fantastische aantallen slachtoffers, maar zegt niets over de honderden miljoenen Chinezen die het dankzij Mao (veel) beter kregen. Mao is de man die in 1949 verklaarde: "Het Chinese volk is eindelijk opgestaan." Hij maakte een einde aan de middeleeuwse maatschappijvormen op het platteland, aan de koloniale vernedering van China en aan tientallen jaren corrupte dictatuur. Daarvoor alleen al is hij de vader des vaderlands. Hij verdeelde de grond onder de boeren die 80 procent van de bevolking uitmaakten. Bij zijn dood had de overgrote meerderheid van de Chinezen voor het eerst in de geschiedenis voldoende eten, kleding en een woning. Zij hadden toegang tot gratis eerstelijnsgezondheidszorg, tot basisonderwijs en - indien ze de capaciteiten bezaten - tot verdere studies.
Mao Zedong ontvoogde de vrouwen en roeide de opiumverslaving, het gokken en de prostitutie uit. De spectaculaire verbetering van de levensomstandigheden deed de bevolking in goed dertig jaar verdubbelen. Tegelijk steeg de voedselconsumptie per hoofd van de bevolking. De economie groeide met 6 procent per jaar. Mao liet aan zijn opvolgers een stabiele plattelandseconomie, een volledig uitgebouwde zware en lichte nijverheid, een netwerk van (spoor)wegen, havens, vliegvelden, dijken, dammen, reservoirs, irrigatiekanalen, scholen en hospitalen na. Zonder dat alles had Deng Xiaoping niet kunnen denken aan zijn eigen grote sprong voorwaarts. Mao loodste China de VN en de Veiligheidsraad binnen, hij zette China op de kaart van de Derde Wereld als betrouwbare partner en voor sommigen als voorbeeld. Hij verbeterde het lot van een kwart van de mensheid aanzienlijk.
Dat moet je in het oog houden wanneer je zijn fouten tijdens de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie gaat onderzoeken. Mao's portret hangt niet alleen op de Tian An Men-poort in de hoofdstad Beijing, het hangt ook in het huis of het appartement van Wang-met-de-pet en zelfs in taxi's. De meest formidabele van Mao's politieke tegenstanders, Deng Xiaoping, gaf als eindoordeel: 70 procent juist en 30 procent fout, en dat laatste vooral op het einde van zijn leven.
Jung verzwijgt, ontkent of verdraait alles wat enigszins positief is. Ik kan dit gebrek aan intellectuele eerlijkheid alleen verklaren vanuit haar blinde anticommunisme: haar extreme haat tegen Mao en het socialistische systeem waarvan hij de opbouw leidde.
Tot 5 à 10 jaar geleden was China voor de Verenigde Staten 'een strategische partner', maar nu heet China 'een strategische rivaal'. Wij worden bijna dagelijks geconfronteerd met beweringen als "de Chinezen nemen onze banen af", "de Chinese producten overspoelen onze markt", "China wil de wereld veroveren", "China steunt dictaturen zoals Noord-Korea, Iran, Zimbabwe, Soedan...", "China destabiliseert de wereld", "China is verantwoordelijk voor de hoge olieprijzen"... Wij worden gepusht naar de idee dat China de vijand van ons geluk en onze welvaart is. Ik heb de indruk dat dit boek daar mooi in past, dat Jung Chang een boek geschreven heeft om niet alleen Mao maar ook de Chinese Communistische Partij en de Chinese natie zwart te maken. Of vergis ik me?
Frank Willems: Het boek is op de allereerste plaats een afrekening met Mao en het maoïsme. De oudere generatie van mei '68 die nog een beetje bewondering voor Mao overhad, moet definitief het schaamrood naar de kaken voelen stijgen. Jongeren moeten leren hoe slecht de revolutie en het socialisme wel zijn. Jung Chang speelt consequent in op westerse intellectuele vooroordelen over communistische terreur, gebrek aan vrijheid voor het individu, verraden idealen. Het enige negatieve over China na de dood van Mao vind je in de korte epiloog: jammer dat ze Mao's portret nog laten hangen.
De eerste zin van het boek luidt: "Mao Zedong, die tientallen jaren lang de absolute macht over de levens van een kwart van de wereldbevolking heeft uitgeoefend, is verantwoordelijk voor ruim 70 miljoen doden in vredestijd, meer dan welke andere leider in de 20ste eeuw dan ook." Waarop steunt Jung Chang die krasse bewering?
Frank Willems: Ze geeft daar geen uitleg bij. Maar verspreid over de hoofdstukken oogst ze wel tientallen miljoenen dode Chinezen.
Bijna 38 miljoen in de Grote Sprong Voorwaarts op het einde van de 50-er jaren. Ze rekent het op 10.000 na precies uit op basis van gedetailleerde bevolkingscijfers: ze vergelijkt het bevolkingsaantal voor en na de Grote Sprong. Dat lijkt erg wetenschappelijk. Maar die bevolkingscijfers bestaan niet eens! We hebben alleen volkstellingen, eerder schattingen, van 1953, '64 en '82. In de officiële partijgeschiedenis uit 1992, waarin de fouten van Mao dik onderstreept worden, suggereert men dat er na de Grote Sprong 10 miljoen mensen minder waren. Wat helemaal niet wil zeggen dat er zoveel omgekomen zijn want je had bijvoorbeeld al te maken met een lager geboortecijfer. De Nederlandse socioloog Wertheim, die in 1964 op het Chinese platteland onderzoek verrichtte naar landbouw en demografie, denkt op basis van diezelfde tellingen dat het echte getal nog veel lager lag.
Jung Chang telt 27 miljoen doden in de werkkampen. Om tot dat cijfer te komen, heeft ze een erg originele berekening gemaakt: 27 jaar lang 10 procent doden op een gemiddelde gevangenisbevolking van 10 miljoen. Ze heeft daar geen enkele bron voor. We weten wel waar zij haar kennis vandaan haalt: de Kuomintang die naar het eiland Taiwan gevlucht was, vertelde in 1957 aan de Internationale Arbeidsorganisatie dat er 25 miljoen dwangarbeiders waren. Niemand nam toen dat cijfer serieus.
Jung Chang heeft het ook nog over 3 miljoen doden in de Culturele Revolutie in de jaren 1966-1974. Voor dit cijfer heeft ze al evenmin een bron. Daar kan evengoed 2 miljoen staan, of 5 miljoen. Op het proces in 1980-'81 tegen de Bende van Vier (de ultraradicale leidende groep van de Culturele Revolutie) werd deze verantwoordelijk geacht voor 35.000 doden. Allicht is het cijfer niet volledig, maar het illustreert wel de onbetrouwbaarheid van Jung Chang.
Erger nog dan haar gesjacher in dode Chinezen is de bewering dat Mao zo slecht was, dat hij al die mensen bewust en vrijwillig de dood injoeg. Dat komt telkens terug: de problemen tijdens de Grote Sprong kwamen niet voort uit economische misrekeningen, neen, Mao hongerde bewust de bevolking uit om meer voedsel te hebben voor de uitvoer, zodat hij de invoer van atoomwapentechnologie kon betalen.
Jung schrijft dat Mao niet aarzelde om tienduizenden Chinese communistische soldaten, die onder leiding van zijn vermeende politieke rivalen stonden, een gewisse dood in te jagen. Door die onzin maakt Jung het zichzelf wel erg moeilijk. Want, hoe kan ze dan verklaren dat de Chinese communisten desondanks het vele malen sterkere Kuomintang-leger, dat bovendien Amerikaanse steun kreeg, konden verslaan en dat de revolutie in 1949 kon overwinnen?
Een ander thema van de agitatie tegen Mao en China is dat de Chinese communisten weinig of niets gedaan hebben in de bevrijdingsoorlog tegen de Japanse bezetter.
Frank Willems: Jung probeert aan te tonen dat de Chinese communisten de kat uit de boom keken terwijl de Kuomintang zich doodvocht tegen de Japanse bezetters. In haar versie zijn de communisten dieven, moordenaars en terroristen, en de Kuomintang edele nationalisten. Het is vooral op dit punt dat ze de wind van voren krijgt van de echte historici. Zelfs de Amerikaanse regering kwam er voor uit dat de Chinese communisten in de strijd tegen Japan efficiëntere bondgenoten waren dan de Kuomintang.
Solidair, 19-10-2005.