Chinese economische en wetenschappelijke groei lijkt niet te stuiten.
|
Chinese economische en wetenschappelijke groei lijkt niet te stuiten.
|
Een bekende Chinese wetenschapper, professor Pao-Yu Ching, zegt dat China "zijn socialistische beginselen" heeft verloren, met zijn op dit moment oververhitte economie, die op het punt staat uiteen te spatten. "Dat China op weg is een supermacht te worden is niets dan propaganda van de VS", beweert ze. (Deel 2/slot)
Na 4 juni 1989 (de Tien-a-men opstand) nam de Chinese regering volgens Ching de bewuste beslissing om intellectuelen en hoge regeringsfunctionarissen 'om te kopen' door hen mee te laten delen in het 'goede leven'.
"Maar", voegde ze eraan toe, "dit heeft de kloof tussen de bezitters en bezitlozen alleen maar doen toenemen, een situatie die in een recent rapport van het officiële Chinese nieuwsagentschap Xinhua werd erkend als 'zeer alarmerend'."
"Het meest welvarende, eenvijfde deel van China's bevolking, verdient 50 procent van het totale inkomen, terwijl het armste eenvijfde deel van de bevolking slechts 4,7 procent verdient", aldus het Xinhua-rapport. "Het inkomensverschil, dat de grenzen van redelijkheid heeft overschreden, vertoont een nog steeds toenemende trend. Als het voor lange tijd op deze manier doorgaat zal die situatie kunnen leiden tot allerlei soorten van sociale instabiliteit."
Ching: "Maar de superrijken leven uitzonderlijk goed en hun inkomsten zijn legaal." "Wat echter niet zichtbaar is", volgens Ching, "zijn de inkomsten uit corruptie, in het bijzonder binnen de regering en in de overgebleven staatsbedrijven." "Er is een mop in China die zegt dat als je alle regeringsfunctionarissen op een rij zou zetten en alle even nummers zou doden, eenzelfde aantal schuldigen dan vrijuit zou gaan", vertelde Ching spottend.
"Daar staat tegenover dat de arbeiders een gemiddeld maandinkomen verdienen van ongeveer 600 yuan renminbi (74 dollar) per maand, wat soms kan oplopen tot 1000 yuan. Daarbij komt dat ze geen woonlastensubsidies krijgen en geen gezondheidszorg", aldus Ching. Naast een leven onder zware economische omstandigheden hebben arbeiders en boeren ook te maken met politiegeweld, dat volgens Ching nog eens tien keer erger is dan in Taiwan, waar zij woont.
"Ik herinner me een verhaal dat mij werd verteld over twee Chinese meisjes die op weg waren naar huis. Een van hen had geen juiste identificatie voor haar fiets bij zich en de politie besloot haar te arresteren. Toen men haar weer vond was ze dood en werd verteld dat ze was verkracht voordat ze werd vermoord. De stad kwam in opstand en eiste dat de betrokkenen zouden worden gestraft. Maar in plaats van de schuldige politieman te arresteren wees de politie een andere dader aan, een arme man, en kocht het leven van de man door zijn familie 10.000 Yuan af te troggelen."
Volgens Ching is het leven op het platteland er ook niet beter op geworden, want de nieuwe bureaucraten zijn nog veel erger dan de vroegere landheren. Ze zei dat ze vandaag de dag meer macht hebben en nog corrupter zijn.
"Als voorbeeld een verhaal van een groep boeren die zich organiseerde om de exorbitant hoge belastingen die hen werden opgelegd aan de kaak te stellen. Zij kozen uit hun midden 12 personen die hen zouden vertegenwoordigen en aan het management zouden vragen om in de boeken te kijken waaraan hun belastinggeld wordt uitgegeven. In plaats van naar de groep te luisteren werden drie boeren doodgeslagen. Zomaar."
Veel boeren namen de trein naar Beijing om de zaken recht te zetten. Zij dachten dat de centrale regering wel iets zou doen aan het politiegeweld en ook aan de landroof. Maar volgens Ching hebben verschillende boeren Beijing nooit bereikt, omdat zij onderweg werden gekidnapped.
Ching beweerde dat de heersende Communistische Partij vrijwel volledig is gestopt met het werven van leden onder de arbeiders en boeren. Zij zouden volgens haar voornamelijk nog intellectuelen werven, die zich tot partijlidmaatschap laten verleiden door de vele extraatjes die dat met zich meebrengt. Ching verbaasde zich ook over het feit dat velen van de huidige jongere generatie zich niet bewust zijn van de revolutionaire traditie van hun ouders.
Het partijwerk onder de massa's is teruggebracht tot het organiseren van begeleide reizen naar een aantal historische plaatsen, die in Mao's tijd door hem werden bezocht, zoals bijvoorbeeld Yenan, om de schijn op te houden dat de partij echt communistisch is, volgens Ching. "In feite is volgens veel gewone Chinezen, die ik sprak tijdens mijn bezoeken aan het land, de heersende Communistische Partij alles behalve communistisch", aldus Ching. "En als je het mij vraagt heeft het China van vandaag alle socialistische elementen volledig verloren", voegde ze eraan toe.
Concluderend zei Ching dat de groei van het kapitalisme in China niet vol te houden is. "Dat China een supermacht zal gaan worden is niets meer dan propaganda van de VS. In feite is de Chinese economie overspannen en staat op het punt om op enig moment uit elkaar te spatten."
Met het toenemende aantal mensen uit de werkende bevolking dat zich bewust wordt van het verraad van de Deng-kliek, gaat China spannende tijden tegemoet, volgens Ching. Ze zei dat de inspanningen van sommige mensen in China om de situatie te bestuderen en iets aan de huidige situatie te doen bemoedigend is.
Ching sprak de wens uit dat op een gegeven moment de verschillende massa-acties in het land een georganiseerdere vorm aan zullen nemen en zo meer succes kunnen hebben, zoals de opstand in Ta-ching.
En om het verhaal van Ta-ching af te maken
Om hun overwinningen te vieren hebben de arbeiders een standbeeld gemaakt ter nagedachtenis aan de drie mede-arbeiders die tijdens de bomexplosie omkwamen en de vier anderen die werden gearresteerd en geëxecuteerd voor de deelname aan de bomexplosie. Deze gesneuvelde arbeiders mogen criminelen zijn in de ogen van de Chinese regering, voor de arbeiders van Ta-ching zijn het martelaren die stierven voor hun zaak.
Bron, Bulatlat, 2005, vertaling J. Bernaven.