MOOIE WOORDEN

De rijkdom van de armoede...


 

Rinze Visser

Opiniepeilingen, onderzoeken zijn aan de orde van de dag. Elke minuut van de dag kan men, als men dat wil, kennisnemen van allerlei soorten onderzoeksresultaten. Al die onderzoeksbureaus vormen samen al een hele bedrijfstak. Over het nut ervan kan men uiteraard twisten, maar cijfers kunnen zeker wel van waarde zijn als het gaat om een betoog of zienswijze te ondersteunen.

Jaren geleden heb ik eens, toen ik in een wat prikkelbare stemming was, verzucht dat iedere inwoner van Nederland zeker tweeënhalve chronische ziekte moet hebben, als we geloof zouden hechten aan al die in krantenkoppen prijkende percentages van de bevolking die aan al die verschillende ziektes zouden lijden. Om later, relativerend, te bedenken dat al die zo nadrukkelijk gebrachte onderzoeksresultaten altijd voorafgingen aan nationale collectes.

De laatste tijd sprongen in het oog de berichten over het buitenproportionele aandeel dat etnische minderheidsgroepen (de 'allochtonen') hebben in de armoede. Onder deze mensen vind je meer armen dan onder de van oorsprong Nederlanders (de 'autochtonen'). Zoiets wordt dan gebracht alsof het hier een vondst van een hoog wetenschappelijk gehalte betreft, terwijl de oorzaak heel eenvoudig uit te leggen is. Maar zo simpel ligt het uiteraard niet voor al diegenen die menen dat zij en hun mening er heel erg toe doen. De racist zal er het zoveelste bewijs in zien dat deze groepen mensen lui en dom zijn. Anderen zullen nog weer eens roepen om meer scholing en noemen als oorzaak de te lage opleiding. Weer anderen zullen in de berichten aanleiding zien om de strijd tegen discriminatie weer hoog op de agenda te zetten. De roep om herstructurering van zogenaamde 'sociaal zwakke' buurten zal weer luider klinken. Waarschijnlijk zullen er weer één of meer commissies worden benoemd, met aan het hoofd een uitgerangeerde politicus of zo. Met een hoog uurtarief, uiteraard...

Maar moet nu extra onderzocht worden hoe het komt dat onder - noem maar eens de grootste etnische groepen - Turken en Marokkanen de armoede groter is dan onder de andere Nederlanders? Dat is toch zeker wel bekend! Toen destijds de buitenlandse arbeiders naar ons land kwamen om hier te werken kwamen ze dáár aan het werk waar de lonen laag waren. Om het maar eens zuiver uit te drukken: ze namen niet hun eigen bazen, hun eigen dokters en advocaten mee; ook niet hun eigen leraren en bankdirecteuren, enzovoort. Vrijwel allen zaten, ondanks dat ze allemaal werkten, maar weinig boven de toen geldende armoedegrens. Zo is er ook eens gepubliceerd dat het percentage afgekeurden (WAO'ers) onder deze groepen bovenmatig hoog is. Ook logisch toch, als je, zoals ook veel andere landgenoten, zwaar belastend werk doet.

Eenvoudig? Jazeker. Gemiddeld zijn de autochtone Nederlanders veel bemiddelder dan bedoelde groepen. Schrijver dezes mag zich, (evenals zijn voorouders), als geboren en getogen Nederlander, verheugen in het feit dat hij volgens de onderzoekers tot dezelfde groep wordt gerekend als directeuren van grote multinationals en organisaties en vele andere hoogbetaalden, waaronder ook de koninklijke familie. Dat brengt in elk geval het armoedepercentage van schrijver's doelgroep flink omlaag. Als de muis en de olifant samen over een brug lopen, dan stampen ze samen behoorlijk hard - gemiddeld even hard - maar het muisje wordt er niet zwaarder van en deolifant niet lichter. Zo wordt ook het inkomen van hen die het genoegen mogen smaken bij de rijken ingedeeld te zijn en die toch alle moeite hebben om rond te komen, daar niet beter van.

Waar gaat het nu om? Er waren ook andere berichten, zoals over de toename van de armoede in Nederland. Dan is het, gezien het voorgaande, niet opzienbarend als de armoede onder de etnische minderheden meer toeneemt dan elders het geval is. Het gevaar is nu dat een 'eerlijke verdeling' van de armoede op de agenda wordt gezet; dat armoede vooral als een etnisch probleem moet worden gezien; dat allerlei wetenschappers en gelegenheidswetenschappers en gemankeerde socialisten hun prioriteiten verleggen, teneinde de toename van armoede als zodanig onder een wollige deken te kunnen stoppen. Opdat maar niet het systeem en zijn uitvoerders verantwoordelijk zullen worden gesteld. Opdat maar niet de sociale afbraakpolitiek, het neo-liberalisme, privatisering en individualisme, de Lissabonafspraken in de beklaagdenbank zullen terechtkomen.

Er zijn er echter ook die zo'n wollige deken niet eens nodig hebben. Zij die openlijk vinden dat grotere sociale verschillen geaccepteerd moeten worden, net als etnische en kleurverschillen. Want, zo zeggen deze lieden, Nederland moet óók ruimte bieden aan arme mensen. Sociale gelijkheid is een dogma, zeggen ze. Jazeker, wil je als land, als grote stad meedoen in deze wereld, dan heb je bedelaars, daklozen, gaarkeukens, net zo nodig als superrijken. De rijkdom van een land bestaat nu juist daarin dat er een zo groot mogelijke mate van diversiteit is...

In mijn woonplaats woonden altijd nogal wat dorpsfiguren, die bij tijd en wijle nog wel eens pikante, niet van humor ontblote, opmerkingen maakten. Dat soort mensen lijkt uit te sterven. Jammer. Toen de eerste mensen uit Suriname - merendeels Hindoestanen - in mijn woonplaats neerstreken, zag zo'n dorpsfiguur een Surinaamse man lopen, terwijl boven hem, op een dakgoot, een zwarte kraai zat. Kijk, zei hij, ze hebben hun eigen zeemeeuwen ook meegenomen... En zoals dat grapje niets met de werkelijkheid van doen had, zo hadden ze ook niet hun eigen bazen meegenomen, maar waren ze wel naar het land van hun bazen verhuisd.

Zo schiet mij nog net iets te binnen, iets dat ik niet kan nalaten hier te vertellen. Een uit de Antillen naar Nederland overgekomen jonge man vertelde mij dat hij in de jaren tachtig 's avonds in het donker in Amsterdam aankwam en een slaapplaats in een souterrain kon bemachtigen. 's Morgens vroeg werd hij wakker van lawaai, hij trok een broek aan en ging buiten kijken. Van wat hij daar zag schrok hij erg. Hij zag blanke mannen vuilnis ophalen. Voor hem was dat iets ongekends: blanken als werklieden, een cultuurschok dus. Dat had hij, waar hij gewoond had, nog nooit gezien. Blanken, dat waren toch bazen?

Zo kan men ergens van schrikken, zich verbazen over iets, zich opwinden over zaken die altijd gewoon hebben bestaan. Maar schrik, verbazing en ook woede zijn niet genoeg om dingen te veranderen.