|
David Pestieau
Mag een krant cartoons van de profeet Mohammed publiceren? De vraag is zeker een debat waard, maar laten we om te beginnen de inhoud even buiten beschouwing laten.
Er zijn zo'n 1,1 miljard moslims vandaag gechoqueerd door de tekeningen die de profeet Mohammed voorstellen met een tulband in de vorm van een bom. Voor hen staan zulke tekeningen gelijk aan zeggen: elke moslim is een terrorist. Een beetje alsof de hele wereld na de affaire Dutroux had gezegd: alle Belgen zijn pedofielen. Stel je de verontwaardiging eens voor van 10 miljoen landgenoten...
Het probleem is niet de cartoon op zich. Het probleem is de context. Zonder die context is de woede van de moslimwereld eenvoudigweg niet te begrijpen. In Irak, waar de moslims in de meerderheid zijn, stierven de laatste 15 jaar 1,5 miljoen mensen door de oorlog om olie die de Verenigde Staten voeren. In Palestina, waar de moslims eveneens in de meerderheid zijn, wordt het volk onderdrukt en gekoloniseerd door Israël, een vazal van de Verenigde Staten. En ook Iran en Syrië, waar de bevolking overwegend moslim is, leven vandaag onder de VS-dreiging van sancties en oorlog. Opnieuw omwille van de... olie. Opnieuw om multinationals als Exxon-Mobil te plezieren.
Al deze oorlogen worden gerechtvaardigd door een echte propagandacampagne die sinds 2001 vanuit het Witte Huis wordt gevoerd. Een campagne die iedereen ervan probeert te overtuigen dat achter elke moslim een terrorist schuilt. Deze propaganda krijgt vandaag navolging in een deel van de Europese pers.
Een cartoon in deze context is bovendien niet te vergelijken met een andere cartoon. Waarom heeft diezelfde pers immers zo weinig aandacht besteed aan het volgende feit? Op 1 februari intimideerde Donald Rumsfeld, minister van Defensie van de VS, via een generaal van het Pentagon, de Amerikaanse krant Washington Post. De krant had immers cartoons gepubliceerd die hem en het beleid van Bush in Irak bekritiseerden. Maar diezelfde Rumsfeld mocht wel Chávez, de progressieve president van Venezuela, een nieuwe Hitler noemen. Zonder enig protest van formaat in onze pers.
Moeten kerken en godsdiensten dan untouchable zijn? Voor de communisten behoort de religie tot ieders privésfeer en moet ze in dat kader gerespecteerd worden. Tegelijkertijd zijn we niet voor een maatschappijproject met een godsdienst als uitgangspunt.
Wij komen op voor een maatschappij waarin alle werkende mensen, welke origine ze ook hebben of welke godsdienst ze ook volgen, zich verenigen tegen diegenen die eerst de winst prediken. Alles wat meningsverschillen kan creëren tussen de werkende mensen, alles wat sommigen onvermijdelijk kwetst en beledigt, speelt in de kaart van diegenen die de gewone mensen tegen elkaar willen uitspelen.
Solidair, 08-02-2006.