In het midden zittend achter zijn bureau Egbert Schellenberg, na een interview over de onveiligheid in de petro-chemie met (l) Wiebe Eekman (Solidair) en (r) Joop v. Rooyen (afd. Rotterdam) en Wil van der Klift. (Foto Manifest)
|
Sociaal-economische redactie
In twee ledenvergaderingen op 15 februari jl. hebben ruim 400 Shell-leden laten weten de opstelling van de vakbonden in de CAO-onderhandelingen volledig te steunen. De boodschap is duidelijk. De voorstellenbrief van de bond moet uitgangspunt zijn voor de onderhandelingen. Zonder 2 procent loonsverhoging structureel op jaarbasis komt er geen CAO. Als Shell niet wil horen dan laten we het wel voelen. Op 22 februari a.s. vinden nieuwe onderhandelingen plaats bij de Nam en op 1 maart bij de Shell.
De belangrijke doelen voor Shell bij deze CAO zijn lange looptijd (26 maanden) en arbeidstijdverlenging (3 dagen), die men wil compenseren met een hogere prestatiebonus in het kader van de IPF en een gematigde loonontwikkeling.
Een parallel met de pensioenen dringt zich op, namelijk langer werken voor hetzelfde geld. Ook de vermeende stuwmeren van verlofuren en verlofdagen wil men bij voorkeur uitbetalen. In plaats van de bezetting verhogen en zo meer ruimte voor verlof te creëren.
Shell heeft aangegeven geen ruimte te zien voor een loonsverhoging van twee procent. Als Shell aan deze doelen vasthoudt dan zal er in het reguliere CAO-overleg geen akkoord worden bereikt. Niet over een CAO voor 12 maanden en al helemaal niet over een CAO voor 26 maanden. Men heeft zeker gemist dat ExxonMobil de lonen voor 2006 met 3 procent heeft verhoogd.
Shell stelt heel pertinent dat er van twee procent in 2006 en 2007 geen sprake kan zijn. M.a.w. het maximale loonbod van Shell zal beneden dit niveau liggen. Voor de vakbonden is twee procent op jaarbasis het absolute minimum. Voor 26 maanden moet het dus 4,3 procent zijn, los van verbeteringen op andere terreinen zoals de bonus, maar ook de bezetting.
Een ander belangrijk conflictpunt lijkt het Shell-voorstel voor afschaffing van de Inkomensgarantie Ploegentoeslag (IGP) te worden. Volgens Shell is deze in strijd met de wet gelijke behandeling leeftijd. In de huidige regeling behoud je bij aanvaarding van een dagdienstbaan op de leeftijd van 40 jaar 15 procent van je ploegentoeslag. Op 41 jaar is dit 20 procent en dat loopt op tot 100 procent bij 57 jaar. In het kader van blijvende arbeidsongeschiktheid, die werken in ploegendienst onmogelijk maakt, garandeert de regeling 50 procent ongeacht de leeftijd van betrokkene. Vanaf 47 jaar wordt de tabel toegepast, omdat bij 47 jaar de garantie van 50 procent is bereikt.
Shell wil verder middels een gedwongen ruil drie ADV/VVF-dagen inruilen voor twee procent bonusverhoging. De bonusverhoging is niet pensionabel en afhankelijk van onzekere factoren zoals de IPF en de Global Business Score Card (1). Daar komt bij dat een ploegenmedewerker op zijn vrije dag ook gewoon ploegentoeslag betaald krijgt. Stel een dag (0.5%) is 100 euro waard. Dan levert een dagdienstmedewerker 300 euro structureel geld in voor 400 euro bonus. Een ploegenmedewerker levert 390 euro structureel geld in voor 400 euro bonus. Immers zijn dag is 100 euro plus 30 procent ploegentoeslag waard. Wij horen van veel kanten slechts één opmerking: no way!
Shell heeft ook de mond vol over de vaste kosten. Voor de duidelijkheid, twee procent structurele loonstijging vertaalt zich in 0,.17 procent structurele vaste kostenstijging. Personeelskosten zijn maar een deel van alle vaste kosten, en ook nog een relatief klein deel. Wij zullen het maar niet hebben over de vaste kosten van de werknemers, de koopkracht. De werknemers hebben in 2004 nul procent structurele koopkracht gehad en in 2005 één procent structureel. Hun vaste kosten zijn structureel met een veelvoud hiervan gestegen in die periode.
De opmerkingen van Shell over de netto arbeidstijd zijn ook gekleurd. Ten opzichte van Nerefco werken de ploegenmedewerkers bij Shell 16 uur op jaarbasis meer. Ten opzichte van het gemiddelde in de Europoort Botlek werken zij minder. Sinds wanneer is het gemiddelde voor Shell genoeg? Blijkbaar wel als het om de arbeidsvoorwaarden van het personeel gaat, maar niet als het om hun winst draait. Wat men verder ook bewust weglaat, is dat uit ander onderzoek blijkt dat met een hele lage bezetting gewerkt wordt in vergelijking tot de concurrentie. De combinatie van een lage bezetting en een laag aantal arbeidsuren op jaarbasis moeten dus leiden tot een gigantische productiviteit per gewerkt uur. Met andere woorden: hulde aan de Shell-medewerkers, als er één groep is die twee procent structureel verdient dan deze wel.
Als Shell de grote verloftegoeden wil aanpakken moeten er gewoon meer handjes in de bezetting komen dan kun je namelijk ook nog eens vrij nemen en je verloftegoed wegwerken. Dan kunnen we gelijk voldoende mentoruren voor begeleiding nieuw en huidig personeel inplannen.
En als laatste flikt Shell het ook nog om naast een minimale structurele loonsverhoging een bonusverhoging in tijd te bieden van 1,5 procent die gelimiteerd is in tijd. Deze verhoging geldt slechts voor 2006 en 2007 en daarna mogen we voor de CAO 2008 zeker weer opnieuw dank u wel meneer Shell zeggen en tellen ze hem weer als door Shell gegeven loonruimte. Ze denken zeker dat wij met zijn allen op ons achterhoofd gevallen zijn.
Het mag duidelijk zijn, er dreigt een megaconflict met grote impact!
(1) Deze laatste heeft in ieder geval een opmerkelijke beweging gemaakt tussen 2004 en 2005. Over 2004 was de score voor Chemie 1,2 en voor de Raffinaderij 1,7. Over de eerste 9 maanden van 2005 stond deze op 0,95. Tegelijkertijd weten wij dat de winst over heel 2005 30 procent hoger was dan over 2004. M.a.w. de Score Card is te sturen en daarmee onzeker.
Bron: Egbert Schellenberg, http://radicall.web-log.nl.