De Griekse bevolking neemt haar rechten serieus. Alleen langdurig volgehouden strijd leidt tot de overwinning. (Foto PAME)
|
Anna Ioannatou
Werkloosheid zou aan het onderwijs te wijten zijn volgens een veelgebruikt argument van zowel de vorige als de huidige regering. Ook deze oude koe werd uit de Griekse sloot gehaald op het parlementaire debat van partijleiders eind februari over de economische ontwikkelingen, werkloosheid enz. En dus moet er hard aan veranderingen in het onderwijs worden gewerkt.
De arbeidsmarkt eist flexibiliteit en dus moeten scholen ook flexibeler worden. De laatste tijd worden dan ook herstructureringen in verplicht onderwijs in versneld tempo doorgedrukt. In september komen er nieuwe leerboeken voor het lager onderwijs en de eerste drie klassen van het voortgezet onderwijs.
De boeken zien er leuk uit. Dat was ook wel te verwachten. De 'aanpassing' van jonge menselijke wezens niet aan wat ze zelf nodig hebben, maar wat het ondernemersdom nodig heeft ('economische en sociale uitdagingen') moet aantrekkelijk gemaakt worden. Aanpassing heet vertaald in de realiteit: tolereren en accepteren van meer uitbuiting op de werkplek zonder twijfels en weerstanden.
Vooral de taalboeken zijn een voorbeeld van gestandaardiseerde hersencontrole. Taal, dus uiteindelijk de uitdrukking van denken, wordt in quizzen en testjes onderwezen via het samenstellen van een brief, een reclamespot, advertenties en zo en dat al op de lagere school. Je moet immers handig worden in dat soort dingen voor het bedrijf, waar je wordt verondersteld ooit te werken.
Zo is ook het taalboek voor de zesde klas lagere school, waarin spaghettirecepten, kleine advertenties en reclame (met uitwerking) met stukjes literatuur (zonder uitwerking) door elkaar worden gehutst, een aanduiding van de richting die wordt ingeslagen. Het hoeft geen betoog dat mentale ontwikkeling en kritisch denken de grote slachtoffers zijn, als het taalonderwijs en daarmee het denkproces beperkt wordt tot zo'n 150 woorden kookrecept in journalistieke stijl!
De z.g. flexibele zone op scholen was al ingevoerd. Deze wordt nog versterkt door de nieuwe leerpakketten, waarmee leerlingen nog meer en in een nog vroeger stadium in categorieën worden onderverdeeld via de rangschikking van hun activiteiten. Uit de voorschriften aan de docenten blijkt dat tijdens de 'flexibele' uren een docent leerlingen aan het werk kan zetten naargelang wat volgens die docent hun mogelijkheden zijn. Dit klinkt aantrekkelijk, maar in een zo vroeg onderwijsstadium betekent dit een knauw aan algemeen vormend onderwijs voor iedereen als basis (waarvoor is anders een basisschool?) voor geestelijke ontwikkeling. Veeleer worden kinderen al heel jong aan het idee gewend dat ze flexibel inzetbaar zijn op de flexibele arbeidsmarkt in een flexibele samenleving. Al het andere zou, volgens een simplistische redenering, star zijn en nivellerend en dus verwerpelijk.
Nivelleringsideeën zijn nooit marxistisch geweest, ook al hebben ze die reputatie opgelegd gekregen. Maar gelijk onderwijsaanbod voor iedereen om zijn/haar talenten waar te maken en zich als individu te ontwikkelen is heel iets anders dan op zeer jonge leeftijd al het brandmerk op te lopen van 'tot minder in staat' of in de logica gemanoeuvreerd te worden van zichals een flexibel en per gelegenheid inzetbaar bedrijfsonderdeel te zien.
Werkloosheid is de schuld van het onderwijs, aldus ook deze regering in bovengenoemd debat. Maar welke economie bepaalt wat nodig is in het onderwijs? Een economie die uitgaat van moderne sociale, menselijke behoeftes of zijn het de ondernemersgroepen? Als je bijvoorbeeld uitgaat van sport voor iedereen op school en in de buurten, dan heb je duizenden gymnastiekleraren nodig en het probleem van werkloosheid zou in die sector opgelost zijn. Hetzelfde geldt voor de gezondheidssector, voor onderwijs en nog te veel om op te noemen. Als je uitgaat van een gezond, creatief, sportief leven voor iedereen, dan zijn er duizenden extra banen nodig. Maar dan heb je een mensgerichte en niet winstgerichte economie nodig.