|
Wil van der Klift
In de toelichting op de betekenis van 4 en 5 mei schrijft het Nationaal Comité 4 en 5 mei dat beide dagen "nationale data zijn die historisch gebonden zijn aan de Tweede Wereldoorlog in relatie tot het Koninkrijk der Nederlanden." En: "Ondanks het feit dat delen van het Koninkrijk eerder of later werden bevrijd, is de vijfde mei - ondertekening capitulatie Duitsland - de nationale dag geworden waarop jaarlijks de bevrijding van het Koninkrijk in 1945 van de Duitse én Japanse bezetter wordt herdacht en gevierd."
"Direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden op diverse plaatsen in het land herdenkingen georganiseerd aan de vooravond van de historische datum 5 mei. Zo kreeg niet alleen de vijfde mei, maar ook de vierde mei een nationale betekenis die direct gerelateerd is aan de Tweede Wereldoorlog. Niet een, maar twee dagen van herdenken en vieren. Een situatie die uniek is voor Europa", meldt ons het comité.
Dat is dus volstrekt helder. We vieren de bevrijding van het Duitse fascisme en de Japanse capitulatie en herdenken de slachtoffers die vielen tijdens de Tweede Wereloorlog door deze barbaarse regimes. Of, weer het comité: "Herdenken en vieren, 4 en 5 mei, zijn in Nederland onlosmakelijk met elkaar verbonden, als de nacht met de dag."
Veel meer zou er niet over hoeven te worden gezegd, ware het niet dat al vanaf de eerste dag na de bevrijding (en met zekerheid ook al daarvoor) de campagne 'geschiedvervalsing' startte. Het is erop uitgedraaid dat in de loop van de jaren 4 en 5 mei "ook ieder afzonderlijk hun eigen specifieke karakter, betekenis en plaats in de Nederlandse samenleving gekregen" hebben. Alsof er sprake zou zijn geweest van een organisch natuurlijk gebeuren. Alsof de herdenking niet doelbewust bezoedeld is met het herdenken van militairen die deelnamen aan agressieve koloniale en imperialistische oorlogen. Alsof het vanzelfsprekend is dat (verzets)strijders en soldaten die vochten tegen bezettingsmachten over één kam zouden kunnen worden geschoren met militairen die andere volkeren uitmoord(d)en en onderdruk(k)(t)en. Alsof er niet honderden waren die niet gingen, die zich - met zeer verschillende, maar altijd vredelievende, motieven - niet lieten misbruiken voor de doelstellingen van de heersende klasse.
Nee, in de afgelopen 55 jaar is de herdenking doelbewust verbreed, als gevolg van de betrokkenheid van het Koninkrijk der Nederlanden bij (koloniale) oorlogen, gewapende conflicten en zogenaamde 'vredesoperaties' die hebben plaatsgevonden na de Tweede Wereldoorlog en waarbij doden vielen.
Maar de gedachten zijn gelukkig nog altijd vrij. Twee minuten stilte kunnen worden ingevuld op de manier die mensen zelf willen. Dat kan door geen enkele overheid worden opgelegd en door geen enkel comité ingevuld. Er zijn honderdduizenden mensen in dit land die zich niet in het rechts-conservatieve keurslijf laten dwingen. Zij blijven de slachtoffers van het fascisme herdenken en zullen het de jeugd blijven uitleggen. De fakkel zal niet doven, de geschiedenis niet vervalst worden.
Van de Nederlandse bevolking is 25 procent in of vóór 1945 geboren. Het aantal mensen met eigen ervaringen en herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog zal in de komende jaren verder afnemen. Dit betekent des te meer dat de herinnering aan deze afschuwelijke periode levend moet worden gehoudenen niet moet verworden tot een grauwe mix van tegenstrijdigheden. De oudere generaties zullen de jongeren de blijvende waarden van het verzet en de strijd tegen het fascisme uitleggen. En zij zullen niet toelaten dat er een gekunstelde generatiekloof wordt geconstrueerd met maar één doel: het wissen van de kennis over het verleden en opnieuw invullen van de geschiedenis. Bedoeld om vijanden en vrienden door elkaar te mixen en de oriëntatie op strijd en verzet in te dammen. Nee het zal niet lukken. Wij zullen de werkelijke strijders voor vrijheid, onafhankelijkheid en vrede niet vergeten. Wij zijn daarom trots op mensen als Anton de Kom die kortgeleden werd geëerd met een standbeeld. Hij kan, als Surinamer, een voorbeeldfunctie vervullen en referentiekader zijn voor de duizenden in ons land die ook 'twee vaderlanden' hebben. Wij zullen zulke mensen herdenken en voor de andere doden hooguit begrip kunnen opbrengen. De meesten waren en zijn immers ook slachtoffers die verblind of uit financiële overwegingen in de val zijn gelopen. Want er waren er ook die niet gingen, die zich verzetten tegen oorlogen en onderdrukking.