Pedro Ross Leal, secretaris-generaal CTC (Central de Trabajadores de Cuba) spreekt tijdens 1 mei-viering in Havana in 2005.
|
De overgrote meerderheid van de Cubaanse bevolking staat achter de Socialistische Revolutie. (Foto's Siporcuba)
|
|
Steve Ludnam
De arrestatie van 75 Cubaanse dissidenten in maart 2003 was het onderwerp van een ongemeen propagandistische operatie, gearrangeerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS, bedoeld om een crisis in de EU-Cuba-relaties te bewerkstelligen. Ik interviewde een Cubaanse dubbelagent die was geïnfiltreerd in één van de door de VS gefinancierde schijnvakbonden op Cuba.
Het feit dat sommigen van de 75 zijn omschreven als 'onafhankelijke vakbondsleiders', is gebruikt als stok om mee te slaan naar vakbondsactivisten die campagne voeren tegen de VS-blokkade van Cuba.
Een voorbeeld is te vinden in de editie van 2005 van het standaardwerk "Trade Unions of the World" (pag. 84): "In april 2003 werd het gebrek aan internationale vakbondsnormen op Cuba scherp onder de aandacht gebracht, toen een grote regeringsmaatregel ten aanzien van dissidenten leidde tot de arrestatie en langdurige hechtenis van 75 mensen, waaronder zes vakbondsactivisten."
Wat zelden is vermeld ondanks aandringen van Cuba, is dat de 75 geen gewone dissidenten zijn, maar betaalde agenten van de VS. In 1996 legde de "Helms-Burton"-wetgeving - uniek in internationale relaties - Amerikaanse presidenten het omverwerpen van een onafhankelijke staat, Cuba, op. Het 'Helms-Burton'-fonds was bestemd om agenten op Cuba jaarlijks geld te verstrekken.
In 1999 werd door Cuba een wet aangenomen die het in ontvangst nemen van dergelijk geld strafbaar stelde. Krachtens deze wet werden de 75 beschuldigd. Andere dissidenten die niet werden betaald door de 'US Interests Section' (feitelijk de ambassade, we spreken verder van ambassade, red. M.) en derhalve niet beschouwd als huurlingen, werden niet gearresteerd.
Het bewijs tegen de 75 werd verzameld door loyale Cubanen die gerekruteerd waren door de VS-financieringsgroepen. Zij waren of werden ook agenten van de Cubaanse autoriteiten. Hun buitengewone verhalen zijn nu gepubliceerd in het Engels in "The Dissidents" (beschikbaar op http://www.cubaconnect.co.uk). Eén van hen, Pedro Serrano Urra (43 jaar), was zelf gedurende vier jaar een zogenaamde 'onafhankelijke' vakbondsleider.
Nu werkt hij als jurist voor de CTC (de Cubaanse FNV). Pedro Serrano Urra en ik ontmoetten elkaar voor het eerst bij toeval in Pinar del Rio, met een groep Amerikaanse vakbondsjuristen. In juli 2005 arrangeerde de CTC voor mij een ontmoeting met hem in haar kantoor in Pinar del Rio. Ik nam het interview op een recorder op zonder dwingende vragen te stellen of gebruik te maken van bestaand materiaal en niemand luisterde mee.
Zijn interview in The Dissidents zegt relatief weinig over zijn 'onafhankelijke' vakbondsleidersrol, maar ik wilde daar meer over weten.
Britse vakbondsdelegaties naar Cuba in het verleden hebben de 'onafhankelijke' vakbonden als onbelangrijk afgedaan. Waren ze dat? Wat deden zij feitelijk? De Pinar del Rio-groep, waarin Pedro was gerekruteerd in 1999, vertelde de ambassade van de VS dat er honderden leden bestonden. Maar Pedro vond slechts een hele kleine groep met niet al te heroïsche doelstellingen.
"Zij waren geen werknemers, zij bleken nergens werkzaam te zijn. Hun groepjes telden drie, vier, vijf mensen die steun zochten. Groepjes huurlingen met duidelijk omschreven belangen, die in elk geval wilden emigreren naar de VS door visa te krijgen als politiek vluchtelingen; of een inkomen wilden verwerven via buitenlandse contrareactionairen, om duidelijk een makkelijk leven te kunnen leiden zonder iets te hoeven bijdragen aan de maatschappij. Ik bleek in staat snel de 'maatschappelijke ladder' van deze groepen te beklimmen. Het voordeel was dat ik een jurist ben en dat ik ook docent ben geweest aan het Rechtscollege van de Universiteit van Pinar del Rio. Dus al direct bij mijn start binnen deze groepen adopteerden zij mij als hun juridische vertegenwoordiger."
Pedro werd aangesteld als directeur van het Centrum voor Vakbonds Studies. Hij werd een lokale vakbondsvertegenwoordiger in zijn werkomgeving d.m.v. een advocatenpraktijk, maar beschikte niet over deskundigheid. Hij had niet gewerkt voor een vakbond of de CTC. Hij zei dat dit paste bij het model van de burgerlijke maatschappelijke frontorganisaties, die de ambassade van de VS probeerde te bevorderen.
"De contrarevolutie probeerde altijd alternatieve organisaties te crëeren parallel aan die van de Revolutie. Zo startte zij onafhankelijke bibliotheken, dokterspraktijken, apotheken, vakbonden en andere organisaties die het label 'onafhankelijk' gebruikten, zelfs boeren, veefokkers en boswachters. Maar de samenstelling van deze organisaties bestond uit dezelfde mensen. Er waren vier of vijf mensen die de 'onafhankelijke' dokter, apotheker of vakbondsleider werden. Zij waren niet bepaald representatieve groepen. Sommige van deze mensen behoorden op papier tot drie of vier verschillende organisaties."
Behoorde Pedro tot verschillende groepen?
"Ja, ik was lid van de Verenigde Nationale Raad van Cubaanse Werkers, de Onafhankelijke Bibliotheken, het Onafhankelijke Comité van Arbeidsrecht Adviseurs, de Nationale Stichting van Onafhankelijke Coöperatieve Boeren en het Centrum voor Vakbonds Studies."
Was hij ooit boer geweest?
"Nee nee, alleen voor deze gelegenheid".
Had het Centrum voor Vakbonds Studies dat hij bestuurde studenten?
"Wel, het Centrum voor Vakbonds Studies - evenals al die andere organisaties - was een schijnorganisatie die slechts bestond om geld uit het fonds te krijgen. Er waren vier, vijf, tien mensen die daar bijeenkwamen, geïnteresseerd in wat er gepubliceerd was over Cuba in contrarevolutionaire publicaties, wat Radio Martí (een Amerikaans anti-Cuba-station) uitzendt. De minst besproken onderwerpen waren vakbondskwesties! Geen van hen was ooit tevoren een vakbondsleider geweest."
Dus er werden geen vakbondslessen of trainingen gegeven en er werden geen diploma's of certificaten uitgereikt?
"Nee, bijeenkomsten en andere activiteiten werden alleen georganiseerd om de financiering te rechtvaardigen. Men was niet toegerust voor het trainen van vakbondsleiders, noch voor het trainen om een zogenaamde burgerlijke maatschappij te stichten voor de 'Overgangsperiode van een Vrij en onafhankelijk Cuba'. Het was alleen bedoeld deze groepen aan te zetten tot subversie en geweld om het systeem te vernietigen, daar draaide het om."
Was hij daadwerkelijk getuige geweest van plannen tot geweld?
"Ja, natuurlijk, er werden pogingen gedaan om wapens en explosieven binnen te smokkelen."
Hebben zij ooit industriële acties gepland?
"Nee, in geen geval. Stakingen hadden niet tot doel op te komen voor economische eisen. Zij riepen stakingen af voor politieke doelen. Het enige antwoord op hun geschreeuw kwam van leden van hun eigen groepen. Ze zouden nooit daadwerkelijk stakingen of massamobilisaties kunnen organiseren, omdat zij daar de capaciteiten niet voor hebben."
Wat kun je vertellen over andere vakbondsactiviteiten? Richtten zij zich ooit op bepaalde bedrijven met folders over specifieke vakbondsdoelen, bijvoorbeeld gezondheidszorg, veiligheid, om adviezen aan werkers te geven?
"Nee, absoluut niet. Want zij weten dat zij geen enkele vorm van ondersteuning zouden krijgen in geen enkel bedrijf voor hun opvattingen, omdat zij geen sterke politieke identiteit of een platform hebben. Zij probeerden de andere (dissidente) groepen te bewegen zich bij hen aan te sluiten, maar er was geen eensgezindheid of interesse. Dus zij hadden geen succes.
Het enige dat zij aankonden waren korte samenvattingen van lezingen verspreiden, folders uitdelen en boeken verstrekt door de ambassade van de VS. Zij zijn bang van het volk, niet dapper genoeg om de straat op te gaan met affiches met politieke eisen. Zij weten dat het volk hen zou afwijzen, omdat het niet terug wil naar het verleden."
Heeft Pedro ooit een serieuze poging gezien om een alternatieve vakbond op te richten?
"Nee nee, zij hebben nooit een serieuze of vastgestelde doelstelling gehad met het duidelijke doel vakbonden op te richten die belangen in onze maatschappij vertegenwoordigen. Dat is ook niet nodig daar de werkers al georganiseerd zijn in vakbonden die de belangen van de werknemers dienen (geen gele bonden, red.M.) De vakbonden zijn erkend in de Grondwet op basis van de Verklaring over de Mensenrechten van de VN. Onze werkers kunnen zichzelf organiseren in vakbonden. De vakbonden vertegenwoordigen werkelijk de belangen van de werkers als klasse."
Hebben zij ooit getracht zich te registreren als vakbond?
"Nou, ik was hun advocaat en zij stelden nooit de vraag of drukten zelfs niet eens de wens uit juridisch te worden erkend onder de gangbare wetgeving. Zij hebben geen mobilisatorische en organisatorische capaciteiten, noch speelt enig betekenisvol lidmaatschap of sociaal leiderschap een rol, noch onafhankelijke politieke doelen."
Wat voegde hun vakbondsgezindheid toe?
"Het enige dat zij deden was zich verlaten op contrarevolutionaire organisaties die hun bases hebben in het buitenland, sommige van hen onder het label van vakbonden. Maar deze organisaties - in Spanje, de VS, of elk ander land - geven niet altijd logistieke ondersteuning. Het belangrijkste is geld. Zij besteedden het geld naar eigen behoefte, hadden een bron van inkomsten. Bijvoorbeeld: één van hen gaf geld uit aan faxen en zette een faxsysteem op, kocht computers plus alle randapparatuur, taperecorders, camera's, video's, elektrische ventilatoren en verkocht alles weer om geld te verdienen. Hij had enkele Texaanse radio's gekregen van de VS-ambassade en verkocht deze op straat. De leiders van de Verenigde Nationale Raad van Cubaanse Werkers kregen veel materiaal toegezonden dat zij op de zwarte markt verkochten. Toen zij voor het gerecht moesten verschijnen, werden deze zaken als één van de bewijzen tegen hen gebruikt."
Mocht je nog eens een rapport tegenkomen over zogenaamde 'onafhankelijke' vakbonden op Cuba, hou dan de ervaring van Pedro Serrano Urru in gedachten.
Vertaling Tineke v.d. Klift.