Irakezen vinden verlichting in Jordanië

Redactie buitenland


Verkiezingen in Irak hebben geen rust opgeleverd. 

Vijfduizend Irakezen per dag op de vlucht voor bezetting VS

De kleine stroom van Cubaanse immigranten, die wereldwijd volop aandacht krijgt in de media, moet worden afgezet tegen de massale uittocht van migranten uit Irak, die in de media vrijwel onbesproken blijft. In het geval van de Cubanen betreft het steevast economische vluchtelingen, die op het moment dat zij voet zetten op VS-bodem, zonder discussie, een green card (*) krijgen en geld ontvangen via de sociale zekerheid van de VS. De Irakezen vluchten echter voor hun leven. De VS hebben "beloofd" dat zij Irak zullen gebruiken als model voor de door hen toekomstig geplande bezetting van Cuba.

(*) Noot v.d. redactie: Green Card (officieel: United States Permanent Resident Card) is een toelatingsbewijs tot en vestigingsvergunning voor de Verenigde Staten.

Irak: een miljoen Irakezen uit alle klassen en geloofsgroepen zijn over de grens gevlucht en houden de gebeurtenissen in hun land vanaf een afstand in de gaten, schrijft Michael Jansen in Amman.

Jordanië wordt overstroomd door een nieuwe golf van Irakezen, op de vlucht voor het geweld en de onzekere situatie in hun land. In de afgelopen week gingen 5.000 Irakezen per dag de grens over naar Jordanië, meer dan het dubbele aantal dat het land binnenkwam voorafgaand aan de golf van sektarische geloofszuiveringen, die volgde op het bombardement op de Shia moskee in Samarra, op 22 februari.

Aangekomen bij de landsgrens kan de overgang 12 tot 24 uur in beslag nemen, ondanks dat koning Abdullah een nieuwe afhandelingstermijn en vereenvoudigde procedures heeft beloofd. Van veel vluchtelingen wordt de aanvraag afgewezen, waarna zij de levensgevaarlijke terugreis van 500 kilometer naar Bagdad moeten ondernemen.

De Jordaniërs zijn op hun hoede voor de toevloed van Irakezen, bang voor infiltratie door militanten die zelfmoordaanslagen kunnen plegen, zoals de bloedige aanslagen op drie hotels in Amman, vorig jaar november. De belangrijkste hotels worden streng bewaakt en op straat loopt gewapende politie.

Er leeft een miljoen Irakezen in Jordanië, een land met zes miljoen inwoners. Tweederde van deze Irakezen is uit het land gevlucht na 2003 en driekwart van hen woont in Amman. Rijke Irakezen wonen in grote witte en roze villa's in de heuvels van Abdoun, de duurste woonwijk van de hoofdstad.

Wanhopige, arme Irakezen delen smerige kamers in het centrum van de stad en proberen wat geld bij elkaar te schrapen met slechtbetaalde baantjes. Irakezen met invloedrijke, lokale connecties krijgen een verblijfsvergunning, de anderen moeten na 90 dagen vertrekken, gaan terug naar de grens en vragen opnieuw een visum aan voor drie maanden. Veel Iraakse vluchtelingen verblijven illegaal in Jordanië, zij riskeren razzia's en deportatie. Sommigen vertrekken naar Egypte, waar minder vluchtelingen zijn en hetleven goedkoper is.

Irakezen uit de middenklasse groeperen zich in 'Iraakse woonwijken'. Huisartsen en tandartsen openen praktijken en behandelen patiënten die de lange reis vanuit Irak hebben gemaakt. Zakenlui openen hun kantoren. Bakkers maken platte, Iraakse broden, gevuld met vlees of kruiden, voor vluchtelingen met heimwee. Het werk van Iraakse schilders siert de muren van galerieën. Sommige café's worden overgenomen door Irakezen. Zij worden verantwoordelijk gehouden voor de stijgende prijzen en watertekorten.

Amal, een vrouw uit een voorname familie, vertelde: "Iedereen in Irak is bang voor kidnappers en niet alleen rijke mensen hebben daarvoor te vrezen. Bendes ontvoeren ook de kinderen van arme mensen en eisen van hen 100 of 200 dollar losgeld. Veel families vertrekken nadat een familielid van hen is ontvoerd of gedood."

Een felle tegenstander van het verdreven regime in Irak zei: "Onder Saddam konden de mensen het redden als zij geen kritiek leverden of samenspanden. Er verdwenen mensen, waar niemand iets over zei. Toen gebeurde alles heimelijk, nu vindt het doden openlijk plaats, het kan hen niet schelen wie het weet."

In Amman is er geen onderscheid tussen Soenniten, Shiieten of Koerden. "We leven samen zoals we altijd hebben gedaan", zei Amal, wiens grote familie een mix is vanuit de verschillende groepen. "Vroeger wist men niet van welk geloof iemand was. Er waren veel huwelijken tussen de verschillende groepen en niet alleen in de hogere klassen, maar in alle klassen. Stammen waren zowel Shia als Soenni. "Dat is de reden waarom het onjuist is dat posities in de regering worden toegewezen op basis van geloof of etnische achtergrond."

Tusif, een zakenman, was woedend over de benoemingen in het kabinet, in het weekend van 22 april jl. "Ik voel mij beledigd. Deze mensen zijn onbekenden. Ik ben bekender dan zij zijn."

Hij beëindigde zijn drukbezochte internetcafé in Bagdad, omdat hij verlies draaide ten gevolge van de hoge elektriciteitskosten. "Ik kon niet vertrouwen op de stroom van het netwerk, daarom maakte ik gebruik van stroom via een generator. Dat kostte 3 dollar per ampère, de duurste elektriciteit ter wereld. Ik zou 18 uur per dag moeten draaien om de kosten eruit te hebben, maar ik moest na 10 uur 's avonds sluiten, in verband met de avondklok."

"Zonder elektriciteit kan er geen industrie zijn. Kleine bedrijven moeten subsidie krijgen van de overheid, maar de politici stoppen al het geld in hun eigen zakken. De corruptie is erger dan onder Saddam. Het zal 12 tot 15 jaar duren en drie of vier regeringen, voordat we weer overeind kunnen krabbelen."

Bron: The Irish Times, 26-4-2006, vertaling J.Bernaven.