|
Door Ricardo Alarcón
"Laten we in gedachte houden dat hij zei dat het niet voldoende was om een idee luidruchtig om te zetten in realiteit, maar ook om de realiteit die daarom schreeuwt om te zetten in een idee." Frans Mehring
Ik zal hier geen poging wagen om een uiteenzetting te geven van Karl Marx' omvangrijke en rijke intellectuele productie noch van zijn diepe analyse van het kapitalisme en van de belangrijkste gebeurtenissen van zijn tijd. Ook zal ik het niet hebben over zijn voorbeeldige leven als voorvechter voor de sociale gelijkheid en als revolutionair leider. Ik weet dat jullie vertrouwd zijn met deze onderwerpen.
Ik veroorloof me een onderscheid te maken tussen Marx en het marxisme. Hiermee wil ik de noodzakelijkheid aangeven van het denken over Marx als Marx, en niet als over één van de vele versies van het marxisme. Ik probeer me voor te stellen hoe hij zich de uitdagingen van de 21e eeuw zou voorstellen, daarbij onderscheid makend tussen de essentie van zijn werk en wat anderen daarvan gemaakt hebben. Ik wil me niet laten leiden door de eindeloze opeenvolging van beschouwingen over zijn denken die afkomstig zijn van hen die hem voor zich geclaimd hebben, noch van hen die tevergeefs geprobeerd hebben hem te begraven. We moeten zijn fundamentele erfenis redden. Deze erfenis heeft ervoor gezorgd dat hij zijn tijdperk overstijgt om hier en nu bij ons te zijn in de strijd voor de menselijke emancipatie.
Als uitgangspunt neem ik de waarschuwing van Rosa Luxemburg, een waarschuwing die maar al te vaak in de wind wordt geslagen: "Het Kapitaal van Marx is evenals de rest van zijn ideologie geen evangelie waarin we een geopenbaarde waarheid aantreffen die voor de eeuwigheid in een steen gebeiteld staat. Het is een eindeloze stroom van ideeën waar blijvend en rationeel aan moet worden gewerkt om zodoende het onderzoek naar en de strijd voor de waarheid voort te zetten."
Bovenal beschouwen we zijn werk als een bron van inspiratie en als leidraad voor hen die net als hij de wereld niet alleen willen verklaren, maar bovenal ook willen strijden voor een hervorming ervan, tot het socialisme is bereikt.
We gaan niet proberen in Marx' teksten gegevens te vinden die bruikbaar kunnen lijken bij een analyse van de hedendaagse realiteit, of van het kapitalisme van vandaag. Hij probeerde dit evenmin en ook zou hij niet in staat zijn geweest zich zoiets voor te stellen. Het is onze verplichting ons te wapenen met zijn gehele ideologie en van daaruit een theorie en een praktijk op te bouwen die overeenkomen met de realiteit en ons helpen deze om te vormen.
Waarschijnlijk bestaat er voor socialisten geen hogere en dringender prioriteit dan deze: het bepalen van een strategie en het exact ontwerpen van adequate strijdtactieken en -methodes waarmee we het hedendaagse kapitalisme kunnen confronteren. Voor hun effectieve gebruik dienen de theoretische gereedschappen die we tot onze beschikking hebben te worden geslepen. Dit tijdperk biedt immers nieuwe uitdagingen voor de revolutionaire beweging.
Deze aantekeningen hebben geen ander doel dan het leveren van een bijdrage aan de discussie over dit cruciale thema. De bedoeling is niet daarin volledig te zijn. Ze werden opgesteld met in het achterhoofd Rosa Luxemburg'sverklaringen over een andere niet-vervolledigde tekst: "Incompleet als ze zijn bevatten deze twee boekdelen waarheden die oneindig waardevoller zijn dan elke definitieve en perfecte waarheid. Ze zetten aan tot geestelijke arbeid. De waarachtigheid van zijn kritische analyses en van zijn beoordeling van ideeën is het voornaamste dat Karl Marx ons heeft nagelaten."
Nog een onvermijdelijke observatie: De noodzaak tot het uitwerken van een revolutionaire theorie die de overwinning brengt, in de confrontatie met wat men de neoliberale globalisering noemt, heeft absoluut niets te maken met de zogenaamde liquidatie van het marxisme en nog minder met het denkbeeldige verdwijnen van de klassenstrijd. Er werd geprobeerd de ideeën van het marxisme en de klassenstrijd in kladschrift weer te geven als onweerlegbare dogma's. Deze onzorgvuldige weergaven overspoelden de wereld aan het begin van de negentiger jaren van de vorige eeuw.
De ineenstorting van de Sovjet-Unie en het bankroet van het zogenaamde 'echte socialisme' maakte de weg vrij voor een triomfalistische campagne die bekwaam werd gelanceerd door de belangrijkste centra van het imperialisme. Deze centra konden bij deze schijnbaar totale en definitieve overwinning echter nauwelijks hun in wezen defensieve karakter verbergen. In werkelijkheid was het kapitalisme een nieuwe fase binnengetreden die terminaal zou kunnen zijn. Tijdens deze fase komen de tegenstellingen en de beperkingen van het kapitalisme ongehinderd aan de oppervlakte en dit biedt nieuwe en onverwachte mogelijkheden voor revolutionaire actie.
Deze paradox verklaart misschien de korte duur van het triomfalisme op academisch niveau. Tegenwoordig nemen nog maar weinigen die onzin over het "einde van de geschiedenis" in de mond. Zelfs Fukuyama laat dit achterwege, omdat hij het nu te druk heeft met het bekritiseren van het falende beleid van de regering Bush, hoewel dit falen voor een deel te wijten is aan Fukuyama's eigen inspanningen en zijn langdradige werken. De huidige crisis binnen de Amerikaanse neoconservatieve beweging doet vermoeden dat er velen zijn die er nu aan twijfelen of zij de echte winnaars van de Koude Oorlog waren.
We moeten onze eigen vergissingen toegeven, vooral de vergissingen die als voedingsgrond dienden voor de manipulatie door de bourgeoisie van het Sovjetmodel. Het is hier niet de tijd voor een diepgaande analyse van het mislukken van een experiment dat nu aan de historici toebehoort. We ontkomen er echter niet aan om hier iets aan te stippen dat leidde tot de mislukking en dat door de vijand dankbaar werd aangegrepen.
Ook van ons wordt zelfkritiek en reflectie gevraagd