Het grote graaien gaat gewoon door


 

Wil van der Klift

Rumoer leverde het dit jaar nauwelijks op, maar groei zit er wel degelijk in de beloning van topbestuurders in de 'vrije' markt. Het vaste salaris van de bestuursvoorzitters van de grootste beursgenoteerde bedrijven in Nederland is het afgelopen jaar met ruim 33 procent gestegen. Bonussen namen met 70 procent toe en aandelenpakketten groeiden met meer dan 50 procent. Alle aandacht werd snel afgeleid naar de semipublieke sector. Daar kan nog wel voor politieke poppenkast worden gezorgd. Over de 'gewone' lonen praat niemand.

Jan Bennink van Numico was met 10,8 mln euro de bestbetaalde topman. Het 'inkomen' van Rob van de Bergh van VNU groeide met 61 procent. Anders dan voorgaande jaren, waarin stijgende beloningen tot emotionele discussies leidden, leverden alle AEX-fondsen het afgelopen jaar waarde op voor hun aandeelhouders. En wie zijn aandeelhouders tevredenstelt, mag zelf meeprofiteren! Dat is de wet van het kapitalisme.

Het salaris van de topbestuurders steeg zelfs harder dan de AEX-index. De Amsterdamse beursindex stond aan het einde van het jaar zo'n 25 procent hoger, terwijl de prestatiebeloning met 70 procent toenam. In het afgelopen jaar kregen de topmannen van de grootste bedrijven samen een beloning van zo'n 88 mln euro, daarvan was een kwart vast salaris. De rest is bonussen, aandelen, opties en pensioenpremies. Een jaar eerder bestond de vaste bezoldiging nog uit ongeveer eenderde van het salaris. Bakker van TNT zag zijn aandelenpakket met 500 procent toenemen.

Ophef om salarisstijgingen in (semi)publieke bedrijven

Ondanks de roep om matiging hebben bestuurders bij publieke en semipublieke organisaties in 2005 ook fors meer verdiend. Sinds vorig jaar zijn organisaties als energiebedrijven, universiteiten en zorginstellingen verplicht om de salarissen van hun top in hun jaarverslag te publiceren als die hoger zijn dan dat van een minister. Meer transparantie zou mogelijk een rem zetten op de stijging van de topinkomens, hoopte het kabinet, maar daar blijkt vooralsnog weinig van.

Essent-topman Michiel Boersma, die vanwege publieke verontwaardiging over zijn salaris vorig jaar de helft van zijn bonus over 2004 afstond aan een goed doel, verdiende in 2005 met 873.000 euro bijna 16 procent meer dan het jaar daarvoor. Peter Kortenhorst van Connexxion kreeg bijna 11 procent meer betaald, hoewel het vervoersbedrijf vorig jaar een winstdaling van ruim 20 procent boekte. Interim-directeur Gerben Eggink van de Avro maakte de grootste sprong vooruit - plus 157,7 procent naar 492.124 euro. Schandalig uiteraard. Een chauffeur of verpleegkundige moest het met een schamele 'minimale loonstijging' doen, mede door de slappe eisen van de vakbondstop overigens. Het getuigt immers echt van valse bescheidenheid als de vakbeweging het grote graaien niet bestraft met het stellen van looneisen die de koopkracht van de bevolking weer op peil kunnen brengen.

Balkenende vindt dat topbestuurders bij (semi)overheidsbedrijven niet meer zouden moeten verdienen dan de premier - het toekomstige salaris van de premier gaat na deze kabinetsperiode naar 158.000 euro per jaar. Dat is gezien de 'prijzenregen' in de marktsector uiteraard een onuitvoerbare eis. Dat weet de regering donders goed. In maart werd in de Tweede Kamer al duidelijk dat het kabinet niet met nieuwe maatregelen komt om de stijging van topinkomens aan banden te leggen. Het kabinet is helemaal niet van plandirect in te grijpen in de topbeloningen in de semipublieke sector. Het kabinet is van plan het huidige beleid te handhaven. Zo wordt in het najaar een advies verwacht van de commissie-Dijkstal over de semipublieke sector. Het gaat hierbij onder meer om vervoersbedrijven, zorginstellingen, energiebedrijven, onderwijsinstellingen en woningbouwcorporaties. Het kabinet ziet door alle commotie inmiddels wel een kans om de beloning van ambtenaren te begrenzen. Eén van de resultaten van alle opwinding zal dan ook een verlaging van de ambtenarensalarissen zijn. Minister Johan Remkes van Binnenlandse Zaken hekelde de Kamer, omdat die de voorstellen over normering van de ambtenarensalarissen nog steeds niet in behandeling heeft genomen. Volgens hem houdt dat de gehele aanpak van topbeloningen op. Dát was het antwoord van de regering op alle geblaas in de Tweede Kamer. De oplossing van premier Balkenende voor het grote graaien bestaat er daarnaast uit dat hij de aandeelhouders zal aanspreken op hun verantwoordelijkheid! Dieven vragen om niet meer te stelen, dus.

Marktwerking voor alles

Ook de Tweede Kamer weet dat een wettelijk traject om topinkomens te maximaliseren, onzin is. Maar de poppenkast moet worden gespeeld. Alleen de neoliberale VVD laat het ware gezicht zien, zij zijn wars van overheidsingrijpen: "Als je als overheid iemand vraagt om een taak uit te voeren, moet je ook het vertrouwen geven dat die zich daar als professional voor inzet. (Semi)publieke instanties mogen hun eigen beloningsbeleid hebben en salarissen hoeven niet beneden die van de premier te liggen". In de particuliere sector stijgen de beloningen immers nog harder, waardoor de kloof tussen publiek en privaat nog steeds groeit. Als de kloof te groot wordt en de arbeidsmarkt ook aantrekt, wordt het steeds moeilijker om goede mensen te krijgen, klinkt het in ondernemerskringen. Het is niet meer dan logisch dat bestuurders van instellingen zoals universiteiten en ziekenhuizen die weten hoeveel hun collega's in vergelijkbare sectoren verdienen, om minstens net zoveel vragen, stelt Gerard Evers, hoogleraar Human Capital Valuation aan de Universiteit van Tilburg. "Transparantie leidt eerder tot opwaartse druk dan tot neerwaartse druk. Niet het gemiddelde, maar de best betaalde 25 procent is de norm." Hij acht de kans dat, net als bij beursgenoteerde bedrijven, ook in de (semi)publieke sector naar salarissen in het internationale bedrijfsleven wordt gekeken 'zeer aanwezig'. Naarmate de economische integratie binnen Europa doorzet zullen de salarissen verder stijgen.

Versnelde privatisering

De politiek lijkt in een spagaat te zitten, maar dat is niet zo, de richting is duidelijk: er zal sprake zijn van verdere en versnelde privatisering. Zolang er nog sprake is van enige overheidsbemoeienis vindt de jaarlijkse poppenkast plaats, waar de meerderheid van de Nederlandse politici niet echt op zit te wachten. De groei van het inkomen aan de top valt onder kapitalistische verhoudingen niet te stoppen - hooguit wat af te remmen - dus blijft alleen privatisering over. De politieke wens dat deze instellingen gaan concurreren met de markt leidt daar onvermijdelijk toe.

Wat vooral opvalt in de hele discussie is het feit dat het nauwelijks gaat om de schamele loonsverhogingen van 'gewone' werknemers. Hoorde iemand de vakbeweging roepen om verhoging van de lonen? Was er een partij in de Tweede Kamer die zich sterk maakte voor aanzienlijke verhogingen van het inkomen en de koopkracht van de bevolking? Er blijkt geld genoeg te zijn, maar het verdwijnt in de verkeerde zakken. Dat blijft zo, zolang we het huidige 'vrije' marktsysteem blijven omhelzen.

Bronnen: FD, 29/5, 31/5, 3/6, 7/6 en 9/6-2006.