In het eerste decennium van de 21e eeuw neemt de agressiviteit van het kapitalisme, dat niet meer geremd wordt door de aanwezigheid van een socialistisch kamp, toe. Alle tegenstellingen binnen het imperialisme verscherpen zich en zetten aan tot de vorming van transnationale ondernemingen die verhoogde uitbuiting en de hoogste rendementen op de kapitalen realiseren, waarbij ook de werkende bevolkingen in de 'thuislanden' van de multinationale ondernemingen harder worden aangepakt dan voorheen het geval was. Dit inzicht is een belangrijke inspiratiebron bij de steun die de NCPN aan de strijd van de werkende bevolkingen tegen afbraak van verworven rechten zal geven.
China heeft zich ontwikkeld tot een economische macht die een, ook economische, open-deur-politiek volgt. Omdat de Chinese staat de meerderheid van de aandelen in alle belangrijke bedrijven heeft behouden is volgens de NCPN een socialistische ontwikkeling in China nog mogelijk.
Cuba is overeind gebleven, ondanks toenemende druk van de VS en het wegvallen van de socialistische handelspartners. Sinds de problemen van begin jaren '90 is een belangrijke verhoging van de levensstandaard bereikt, die zeer gunstig afsteekt bij alle Caribische buurlanden. Met de volksbewegingen, die in Latijns-Amerika politieke macht hebben veroverd om met de eigen bodemschatten verbetering van de levenscondities te bereiken, worden geheel nieuwe perspectieven voor het hele continent geopend. De positie van Cuba daarin is cruciaal, daarom blijft solidariteit met Cuba in de NCPN prioriteit. Noord-Korea en Laos hebben eigen oplossingen gevonden om zich staande te houden. Vietnam volgt meer de open-deur-politiek van China.
Het 5e Congres van de NCPN geeft het nieuw verkozen partijbestuur de opdracht om op zeer korte termijn een tien-puntenprogramma op te stellen, waarin de politieke oriëntatie van dit congres wordt vertaald naar de dagelijkse werkelijkheid van de loon- en uitkeringsafhankelijke bevolking in Nederland, en om dit programma ter besluitvorming voor te leggen aan een partijconferentie. In dit actie- en eisenprogramma moet worden weergegeven hoe de afbraak van arbeids- en levensvoorwaarden in Nederland moet worden gestopt en omgezet in een verbetering daarvan voor de loon- en uitkeringsafhankelijke bevolking. Het tien-puntenprogramma zal eveneens moeten ingaan op de schaamteloze diefstal door gemeenschapsbezit in privéhanden te brengen, de verrijking daardoor van enkelen, en op het terug in gemeenschapshanden brengen van publieke voorzieningen. Voorts moet het programma aangeven dat Nederland moet breken met het beleid internationaal actieve steun te verlenen aan imperialistische politiek en daarentegen juist moet streven naar progressieve internationale netwerken.
Binnen en buiten Europa neemt de NCPN actief deel aan overlegplatforms, die uitgaan van klassensolidariteit.
In de internationale solidariteit wil de NCPN solidariteit met Cuba met prioriteit doorzetten. Cuba is een belangrijke kennis- en inspiratiebron voor onze partij. De NCPN zoekt naar wat de meest werkbare en perspectiefvolle vorm is om solidariteit met Cuba tot verdere ontwikkeling te brengen.
Daarnaast richt zij zich vooral op intensivering van contacten met zusterpartijen in buurlanden gericht op praktische samenwerking. Daarbij streven wij naar voortzetting van initiatieven als de vierlandenconferentie van januari 2006 en vooral van praktische uitwerkingen van de resultaten. Belangrijkste thema in de internationale contacten zal zijn de onderlinge concurrentie van kapitalistische blokken, de strijd tegen het afwentelen van de kosten daarvan op de werkende bevolkingen en versterking van de arbeidersbeweging, gebruikmakend van tegenstellingen binnen het kapitalistische kamp.
De NCPN acht het van het grootste belang dat alle in Nederland actieve communistische partijen samenwerken met als doel één communistische partij te vormen voor de gehele werkende bevolking in Nederland, ongeacht herkomst, culturele achtergrond of type arbeid.
De NCPN zal zich de komende vier jaar vooral inzetten voor versterking en ondersteuning van de strijd door de georganiseerde arbeidersklasse in de vakbeweging tegen uitvoering van de 'Lissabonagenda'. De strijd tegen afbraak van arbeidsvoorwaarden in de ruimste zin zal de partij via twee lijnen ontwikkelen:
Consequentie van oriëntering op de in de vakbeweging georganiseerde of te organiseren werkende bevolking is enerzijds het stimuleren van partijleden actief te worden in de vakbeweging en anderzijds het winnen van partijleden uit actieve kaders van de vakbeweging.
Om de discussie over het ontwikkelen van een strijdbare vakbondspolitiek in de partij beter te faciliteren zal een aanpassing van de partijorganisatie nodig zijn. Naast partijafdelingen, die op geografische eenheden zijn gebaseerd (de 'woonafdeling'), zal de partij de komende vier jaar ook bedrijfstakafdelingen opbouwen die partijleden in een bepaalde economische sector bij elkaar brengen. Deze bedrijfstakstructuur zal worden voorafgegaan door een regionaal vakbondsoverleg, dat in vier landsdelen wordt opgezet.
Het congres draagt het partijbestuur op om op basis van de discussie en besluiten van het 5e congres een plan op te stellen met prioriteiten hoe en waaraan de werk- en denkkracht van de partij wordt besteed. In dit plan moet de samenhang en wisselwerking tussen ontwikkeling van de partij en van de krant centraal staan. In dat plan moet duidelijk worden welke rol de krant moet spelen in ontwikkeling van de partij en omgekeerd. De krant, 'Manifest', wordt in deze context gezien als organisator, mobilisator, etalage, communicatiemiddel en ideologisch en theoretisch orgaan van departij, waardoor ook de website in dit plan moet worden betrokken.
De NCPN stelt vast dat er onvoldoende beschikbaar kader is om elke afdeling in haar opbouw van voldoende ondersteuning te voorzien. De NCPN besluit dat voor versterking en ontwikkeling van de afdelingen Rotterdam, Zeeland en Reiderland wel steun van de landelijke leiding wordt vrijgemaakt. Overigens moet elke afdeling er scherp op toezien dat alle contacten die actief optreden van de partij heeft opgeleverd, nauwgezet worden 'afgewerkt' (bezocht, uitnodiging voor kennismakingsbijeenkomst, enz.) en onderhouden. Voor ontwikkeling van de afdeling moeten ook mogelijkheden van de lokale media worden benut.
De partij besluit om de komende vier jaar voort te gaan met het praktisch en theoretisch ontwikkelen van basisscholing. Na Rotterdam en Amsterdam zal ook in andere afdelingen een basisscholing worden gestart.
De studiegroep, die zich bezighoudt met analyses en theoretische ontwikkeling, zal worden versterkt met kameraden die zich in dit scholingsprogramma onderscheiden.
Ongeacht het wel of niet uitkomen met een lijst neemt de partij altijd deel aan de politieke activiteiten rond parlementaire verkiezingen. Inzet is dan niet altijd een zetel, maar vergroting naamsbekendheid en uitbreiden van contacten met sympathisanten, leden en abonnees.
Naast de gemeenten Heiloo, Lemsterland en Reiderland, waar de NCPN is vertegenwoordigd in de gemeenteraad, besluit de partij in enkele gemeenten structureel en systematisch onder de bevolking te gaan werken. Het congres draagt het partijbestuur op vast te stellen welke gemeenten dit zijn.
Met dit congresbesluit zal het parlementaire werk van de partij worden versterkt en het parlementaire overleg binnen de partij zal uitwisseling van ervaringen zijn tussen verworven parlementaire posities en de activiteiten in de nieuw aangewezen dorpen en gemeenten waar nog geen posities zijn. In dit 'parlementaire werk' zal het erom gaan een wisselwerking tussen partij en bevolking tot stand te brengen waarmee standpunten van de partij onder de werkende bevolking worden gebracht en eisen van de bevolking ook op het politiek niveau van de gemeenteraad worden gebracht.
Het congres besluit dat bij uitbreiding van de partij en het betrekken van leden bij de leiding vier doelen moeten worden nagestreefd: