Nguyen Minh Triet wordt de nieuwe president van Vietnam
|
Nguyen Minh Triet wordt de nieuwe president van Vietnam. Met 94 procent van de stemmen werd hij, als enige kandidaat trouwens, door de nationale volksvergadering gekozen als nieuwe leider. Als premier krijgt hij de 56-jarige Nguyen Tan Dung naast zich. Samen met de leider van de Communistische Partij Nong Duc Manh vormen zij het trio dat de politieke macht in Vietnam concentreert. De vernieuwing van deze wissel is opvallend omdat het de eerste keer is sinds de hereniging van het land, dertig jaar geleden, dat premier en president afkomstig zijn uit het zuidelijke deel. De nieuwe president Triet heeft een reputatie opgebouwd als expert in de strijd tegen de corruptie. Daarnaast zal het nieuwe trio verdere privatisering en deregulering stimuleren. Vietnam wil immers graag opgenomen worden als erkend lid van de WTO. Het land is ook het gastland van de conferentie van de AziëPacific Economische samenwerking APEC in november. (IPS, 26/6-1/7-2006)
Een gezonde leefomgeving kan jaarlijks meer dan vier miljoen mensen redden, waaronder twee miljoen kinderen jonger dan vijf jaar. (...) Jaarlijks sterven dertien miljoen mensen als gevolg van een slecht milieubeheer, voor de arme landen ligt dat zelfs nog hoger. Ze hebben geen of een beperkte toegang tot drinkbaar water en een gebrek aan sanitair. Ook luchtverontreiniging en gevaarlijke chemicaliën uit landbouw en industrie zijn grote boosdoeners. Kinderen zijn het meest kwetsbaar: 24 procent van de ziektegevallen treft volwassenen, voor kinderen ligt dat percentage op 33. De meesten sterven aan de gevolgen van malaria en diarree, twee perfect te bestrijden ziektes. Bovendien is er ook een grote kloof tussen arme en rijke landen: in ontwikkelingslanden sterven twaalf keer zoveel kinderen als gevolg van milieuproblemen dan in de industrielanden. (...) (IPS, 19/24-6-2006)
De toponderhandelaars en ministers van Economische Zaken van de WTO-lidstaten overleggen deze week in Genève over een mogelijk algemeen WTO- akkoord in de Doha-ontwikkelingsronde. Zo'n akkoord zou tegen eind juli op tafel moeten liggen. Maar de vooruitzichten zijn eerder somber. Zo worden de VS en de EU het maar niet eens over hoe ver de afbouw van de landbouwsubsidies moet gaan. Zowel de VS als enkele EU-lidstaten willen op een aantal punten absoluut niet toegeven. (...) Het mandaat van de huidige VS-delegatie bij de onderhandelingen loopt eind van dit jaar af. De onderhandelingen begonnen vijf jaar geleden. (...) Behalve over landbouw zijn er ook nog discussies over de liberalisering van de dienstensector en over het afbouwen van tarieven voor industriële goederen. Aan de kant van de ontwikkelingslanden spelen vooral Brazilië, India en China een cruciale rol in het overleg. (IPS, 26/6-1/7-2006)
Sandra Polaski van de stichting Carnegie Endowment for Peace (VS) komt in haar studie 'Winnaars en Verliezers, de impact van de Doha-onderhandelingsronde op de ontwikkelingslanden' tot heel andere gevolgtrekkingen dan de Wereldbankvoorspellingen die tot nu toe het debat domineerden. Met wat er nu op tafel ligt in de onderhandelingen bij de Wereldhandelsorganisatie, worden de Minst Ontwikkelde Landen (MOL's) volgens Polaski verliezers. Bovendien heeft een grote meerderheid van de ontwikkelingslanden niets te winnen bij meer liberalisering van de handel in landbouwproducten. (...) De voordelen gaan vooral naar de rijke landen. (...) Het globale resultaat van deze ronde is een inkomensstijging van 43 miljard dollar, een toename van hooguit 0,2 procent van het wereldinkomen, en veel minder dan de Wereldbank voorspelt. (...) (IPS, 26/6-1-7-2006)
Het Amerikaanse parlement buigt zich over een omstreden vrijhandelsakkoord tussen de VS en Oman. Vakbonden, milieuorganisaties en mensenrechtenactivisten nemen de overeenkomst onder vuur, maar dat protest lijkt de ratificatie niet te zullen tegenhouden. (...) In een open brief aan het Amerikaanse parlement klagen meer dan 400 Amerikaanse en internationale organisaties dat het verdrag geen instrumenten bevat om de bescherming van arbeiders en het milieu af te dwingen. Dat zou van Oman een "exportsweatshop" kunnen maken, een verwijzing naar de overvolle naaiateliers in Azië en Latijns-Amerika waar veel grote westerse merken hun kleren laten maken. Zowat 80 procent van de werknemers in de privésector in Oman komt uit arme landen in het Midden-Oosten en Zuid-Azië. Hun werkgevers behandelen hen vaak alsslaven. "Het is teleurstellend dat president Bush heeft beslist de grenzen te openen voor goederen die zijn gemaakt d.m.v. slavenarbeid of dwangarbeid", verklaarde Harry Reid, fractievoorzitter van de Democraten in de Amerikaanse Senaat. De VS hebben in het Midden-Oosten al vrijhandelsverdragen met Jordanië, Israël, Marokko en Bahrein. Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten zouden spoedig kunnen volgen. De Amerikaanse regering wil tegen 2013 alle 22 Arabische landen en Israël onderbrengen in een Vrijhandelszone van het Midden-Oosten (MEFTA). (IPS, 26/6-1/7-2006)