Gamal Abdel Nasser, Josip Broz Tito en Jawaharlal Nehru in Belgrado, tijdens oprichtingsvergadering van de NAM in 1961, waartoe in 1955 tijdens een conferentie in het Indonesische Bandung was besloten.
|
Jorge Gomez Barata
De Verenigde Naties werden door de belangrijkste machten ter wereld opgericht om toekomstige onderlinge oorlogen te voorkomen. De Organisatie van Niet-Gebonden Landen kwam voort uit de wens van de derde wereld om een confrontatie tussen Oost en West te vermijden. Deze doelstelling heeft tegenwoordig plaats gemaakt voor dringender prioriteiten.
Twee wereldoorlogen in dezelfde generatie toonden aan dat de supermachten te machtig waren om elkaar het hoofd te bieden, maar desondanks hielden ze vast aan hun doelen. Deze doelen streefden ze na door middel van een Koude Oorlog waarbij de derde wereld voor een deel fungeerde als podium en instrument.
Mede dankzij nationalistische leiders als Tito, Nasser, Soekarno, Senghor en Nehru groeide het 'enfant terrible', zoals het socialisme gezien werd. Zij waren het die de aanzet gaven tot de Niet-Gebonden Beweging, een beweging die een prachtige voorloper had in de Afro-Afrikaanse Conferentie in het Indonesische Bandung.
Tijdens deze Conferentie van 1955 verbonden 29 Afrikaanse en Aziatische landen zich, landen van verschillende politieke en ideologische richtingen. Op een aantal belangrijke punten waren ze echter eensgezind. Ze wilden allemaal het juk van het kolonialisme van zich afschudden en wilden voorkomen dat ze betrokken raakten bij de machtsstrijd van de supermachten. Ze wensten niet van hen afhankelijk te zijn en een speelbal te worden in hun politieke manoeuvres.
De Conferentie was het eerste grote internationale evenement dat derde wereldlanden bijeen bracht zonder dat er een Europees land aanwezig was. Ook de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie werden niet uitgenodigd. Voor het eerst sinds Dzjengis Khan ontstond er een internationaal leiderschap dat niet Europees of Amerikaans was. Het was een leiderschap dat de hegemonie van de supermachten verwierp en zich bewust was van het gevaar om te worden gebruikt in de confrontatie tussen Oost en West.
In Bandung werden de principes voor de buitenlandse politiek aangenomen die later zouden dienen als basis voor de Niet-Gebonden Beweging. Ook werd het Handvest van de Verenigde Naties geratificeerd en uitgebreid met de verwerping van kolonialisme en neokolonialisme, racisme en binnenlandse discriminatie. Ook werd de praktijk van de imperialistische landen om andere naties onder druk te zetten en te bedreigen veroordeeld.
EĆ©n van de landen die er mede voor zorgde dat deze eerste vergadering een success werd was China, het enige aanwezige communistische land. China werd vertegenwoordigd door premier Zhou Enlai die door zijn pragmatisme en gematigdheid bijdroeg aan de eensgezindheid, die ondanks alle ideologische en politieke verschillen overwon.
Een aantal van de grote leiders ontmoette elkaar opnieuw, samen met Tito, op het Joegoslavische eiland Brioni. In 1961 richtten zij in Belgrado de Niet-Gebonden Beweging op. Deze beweging heeft de Koude Oorlog overleefd, evenals de rampspoed die de socialistische landen overkwam, en in dit eenzijdige tijdperk neemt de vitaliteit ervan weer toe.
Tijdens de veertiende top van de Niet-Gebonden Landen (in Havana, nvdr) die op 11 september begint zal de 'geest van Bandung' weer aanwezig zijn. Hij zal levend worden gehouden door leiders uit de derde wereld, Afrika (waar de wieg van de mensheid stond), India, Egypte, Iran, het Midden-Oosten, China en Mesopotamiƫ, waar de grote religies hun oorsprong vonden en waar de mensheid leerde schrijven, rekenen, de tijd te meten en bovenal haar vrijheid leerde lief te hebben.
Op het moment volgt heel Cuba aandachtig het herstel van zijn leider Fidel Castro en de strijdkrachten zijn paraat. De president heeft het belang van de aanstaande top van de Niet-Gebonden Landen al vaker benadrukt en het land is zich hier zeer goed van bewust.
Bron: Cubanow, 24 augustus 2006, vertaling Frans Willems.