|
|
Michel Chossudovski
De oorlog van Israël tegen Libanon is een geïntegreerd deel van de 'militaire routekaart', die de Verenigde Staten hebben opgesteld. Deze oorlog, die talloze wreedheden met zich meebracht waaronder de vernietiging van de economie en de civiele infrastructuur, is slechts een stadium in een opeenvolging van zorgvuldig geplande militaire operaties (deel 1).
Het Libanese grondgebied vormt een strategische corridor tussen Israël en noord-west Syrië. De onderlinge gedachte achter deze oorlog was de militarisering van Libanon en het stationeren van buitenlandse troepen in het land, als een noodzakelijke voorwaarde voor de volgende fase van een bredere militaire agenda.
Formeel zijn de buitenlandse troepen onder de vlag van de Verenigde Naties actief in Libanon, vlak bij de Syrische grens, maar het grootste deel ervan is afkomstig uit NAVO-landen. De troepenmacht heeft een mandaat gekregen van de VN-Veiligheidsraad maar is allesbehalve neutraal. Ze behartigt zonder meer de belangen van de VS en Israël.
De goed getimede terugtrekking van het Syrische leger, na de moord op premier Rafik Hariri in 2005, heeft zeker bijgedragen aan het openen van een 'nieuwe ruimte'. Deze terugtrekking was voor Israël van grote strategische betekenis: ze vormde een belangrijke factor in de planning van Israël's aanval op Libanon in juli 2006.
In de nasleep van de Israëlische bombardementen en het 'staakt-het-vuren' heeft resolutie 1701 van de VN-Veiligheidsraad, die werd opgesteld door Frankrijk en de VS in nauw overleg met de Israëlische regering, de weg vrijgemaakt tot de militarisering van Libanon, zogenaamd onder mandaat van de Verenigde Naties.
Zoals wordt bevestigd door verschillende officiële verklaringen en militaire documenten zijn de Verenigde Staten in nauwe samenwerking met Groot-Brittannië (en in overleg met de overige NAVO-partners) bezig met de voorbereiding van een oorlog tegen Iran en Syrië. John Bolton, de Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, heeft al een ontwerpresolutie opgesteld aan de hand waarvan de VN-Veiligheidsraad sancties kan opleggen tegen Iran vanwege het vermeende (niet-bestaande) nucleaire bewapeningsprogramma. Of deze resolutie ook wordt aangenomen is niet van het allergrootste belang; na een veto van Rusland en/of China kunnen de VS ook besluiten om in weerwil van de Veiligheidsraad hun plannen door te voeren. Van de stemmen van Frankrijk en Groot-Brittannië, twee andere permanente leden van de Veiligheidsraad, hebben de VS zich al verzekerd.
Amerikaanse militaire bronnen hebben bevestigd dat de luchtaanvallen die na de sancties tegen het Iraanse regime met of zonder goedkeuring van de VN zouden kunnen plaatsvinden van een vergelijkbare enorme omvang zullen zijn als de 'shock and awe' bommencampagne tegen Irak in maart 2003:
De Amerikaanse luchtaanvallen op Iran zullen die van Israël op Irak's nucleaire centrum in Osiraq van 1981 verre overtreffen. Ze zullen meer lijken op de eerste dagen van de bombardementen op Irak in 2003. Een twintigtal verdachte nucleaire locaties in Iran zou bestookt worden, met behulp van B-2 Stealth bommenwerpers die opstijgen vanaf Diego Garcia of in de VS zelf, mogelijk ondersteund door F-117 Stealth gevechtsvliegtuigen, dieopstijgen vanaf Al-Udeid in Qatar of elders in de regio.
De militaire plannenmakers zouden hun lijst van doelen ook kunnen aanpassen om op verzoek van de regering beperkter luchtaanvallen uit te voeren waarbij alleen de meest cruciale faciliteiten bestookt zouden worden. Ook zouden ze kunnen kiezen voor meer omvattende aanvallen tegen een groter aantal doelen die met massavernietigingswapens in verband worden gebracht, en tegen het Iraanse leger dat zou kunnen worden ingezet in een tegenaanval op de Amerikaanse troepen in Irak.
De plannen voor luchtaanvallen zijn al sinds juni 2005 volledig operationeel ('in verhoogde staat van paraatheid'). De verschillende onderdelen van de militaire operatie zijn stevig in handen van het US Command, en ze worden gecoördineerd door het Pentagon en het US Strategic Command Headquarters (USSTRATCOM) op de luchtmachtbasis Offutt in Nebraska.
In november 2004 hield het US Strategic Command een belangrijke oefening voor een 'wereldwijd aanvalsplan' onder de naam 'Global Lightning'. Deze oefening behelsde een gesimuleerde aanval met gebruik van zowel conventionele als nucleaire wapens tegen een denkbeeldige vijand (Iran). Na Global Lightning riep het US Strategic Command een 'verhoogde staat van paraatheid' uit.
De operationele uitvoering van de 'wereldwijde aanval' draagt de naam Concept Plan (Conplan) 8022. Het doel van dit plan is dat 'de marine en de luchtmacht de oefeningen omzetten naar een concrete aanval met behulp van onderzeeërs en bommenwerpers'.
De commandostructuur van de operatie is gecentraliseerd en uiteindelijk beslist het Pentagon over het vervolg: of en wanneer er een militaire operatie tegen Iran en Syrië plaatsvindt. Militaire acties van Israël en andere coalitiepartners zoals Turkije zouden worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Pentagon.
De regering Bush heeft al herhaaldelijk gedreigd met een militaire strafexpeditie in de vorm van bombardementen op de Iraanse nucleaire faciliteiten. Recente ontwikkelingen doen echter vermoeden dat er ook een volledige grondoorlog wordt voorbereid.
CONPLAN beslaat maar een aspect van de militaire agenda voor het Midden-Oosten en voorziet niet in een grondoorlog. Bij de oorspronkelijke plannen voor luchtaanvallen werd hiermee geen rekening gehouden. Nu zijn de Amerikaanse en Israëlische strategen zich er echter volledig van bewust dat strafbombardementen bijna onontkoombaar zullen leiden tot een grondoorlog, waarbij de coalitietroepen op het slagveld tegenover Iraanse en Syrische troepen zullen komen te staan.
Teheran heeft bevestigd dat het zal terugslaan in het geval van een aanval, waarbij ballistische raketten zullen worden afgevuurd op Israël en de Amerikaanse militaire installaties in Irak, Afghanistan en de Perzische Golf. Dit zou onmiddellijk leiden tot een militaire escalatie en een totale oorlog.
Iraanse troepen zouden de grens tussen Iran en Irak kunnen oversteken om de coalitietroepen in Irak aan te vallen en Israëlische troepen en/of Special Forces zouden Syrië kunnen binnenvallen.
De buitenlandse troepen die onder het VN-mandaat in Libanon zijn gestationeerd zouden gehoor geven aan de bevelen van de door de VS geleide coalitie en in actie komen omwille van eerdere toezeggingen van Washington en Tel Aviv, gebaseerd op verschillende militaire allianties (NAVO-Israël, Turkije-Israël, GUUAM, etc).
Deze militaire voorbereidingen gaan recentelijk gepaard met het simuleren van gevechtshandelingen. Eind augustus waren diverse belangrijke regio's van Iran, waaronder de grensgebieden met Turkije, Irak, Azerbeidzjan, Pakistan en Afghanistan het doelwit. De Iraanse minister van Defensie, generaal Mostada Mohammad Najjar, heeft inmiddels bevestigd dat de militaire capaciteiten, waaronder ook wapensystemen en troepen aan de Iraanse grenzen, uitgebreid zijn: "De Iraanse krijgsmacht houdt alle bewegingen van transregionale militairen en hun agenten rond de Iraanse grenzen scherp in het oog", (FARS Newz, 2 september 2006).
De westerse media hebben nauwelijks melding gemaakt van de militaire oefeningen die Rusland, Kazachstan, Kirgizië en Tadzjikistan in het kader van de Collective Security Treaty Organization (CSTO) organiseerden, en die eind augustus gestart zijn. Deze oefeningen, die officieel plaatsvonden onder de noemer 'antiterrorisme', werden uitgevoerd als antwoord op de Amerikaans-Israëlische militaire dreiging in de regio, waaronder een geplande aanval op Iran (zie Michel Chossudovski, augustus 2006). Op hun beurt begonnen ook China en Kazachstan met hun simulaties, onder auspiciën van de Sjanghai Cooperation Organization (SCO).
Azerbeidzjan en het buurland Georgië hebben nauwe militaire banden met Washington. Beide landen maken deel uit van GUUAM, een militair bondgenootschap met de VS en de NAVO.
Turkije is een trouwe bondgenoot van Israël. Sinds 2005 zijn er met medewerking van Ankara Israëlische Special Forces actief in de bergachtige grensgebieden met Iran en Syrië. Pakistan is evenens een bondgenoot van de VS en Groot-Brittannië, en Georgië heeft een militair samenwerkingsverdrag met Israël. Intussen stoomt de USS Enterprise, het grootste vliegdekschip van de Verenigde Staten, naar de Perzische Golf. (wordt vervolgd)
4 september 2006, vertaling Frans Willems.