Het partijbestuur heeft de hoofdlijnen besproken van een verkiezingscampagne van de partij zonder deelname aan de verkiezingen. Het gaat er daarbij om, gebruikmakend van de 'opgezweepte' politieke belangstelling onder de bevolking, de standpunten van de partij en de partij als zodanig grotere bekendheid te geven. Conform de congresbesluiten zal het de taak van de afdelingen zijn de activiteiten vooral te richten op de werkers in bedrijven en instellingen.
Het campagnemateriaal en de activiteiten moeten nieuwe contacten opleveren en bestaande versterken. De afdelingen gaan zelf bepalen op welke bedrijven (bedrijf), op welke instelling men zich richt. Dat zal ervan afhangen waar reeds contacten bestaan die kunnen worden versterkt, of waar juist contacten gewenst zijn.
Het is daarom voor de opbouw van de partij van het grootste belang dat er in de afdeling gelegenheid wordt geboden om het PB-besluit toe te lichten en waar leden en sympathisanten hun vraagtekens of twijfels kunnen uiten. De discussie die dan volgt, mits open gevoerd, zal de eenheid en saamhorigheid in de partij kunnen versterken. Partijbestuur en partij zien het gedwongen afzien van deelname aan de verkiezingen niet als een capitulatie, maar als een mogelijkheid toch op andere wijze de partij en haar standpunten onder de werkende bevolking te brengen. Dit standpunt wordt ook door veel sympathisanten gedeeld.
In de voorbereidingen op verkiezingsdeelname werden door veel afdelingen reeds contacten gelegd buiten de partij met potentiële ondersteuners. Ook aan hen zal moeten worden uitgelegd waarom wij deze keer niet op het stembiljet zullen voorkomen. Dat gesprek zal enerzijds een informatief karakter hebben (de redenen waarom), maar zal ook gaan over de positie, sterkten en zwakten, van de partij. En dat tegen de achtergrond van de schuivende politieke verhoudingen in Nederland en in de wereld, waarin het transnationale monopoliekapitaal steeds dominanter wordt. Reden om juist nú de communistische partij te versterken: door lid te worden, door een (vaste) donatie te geven, door abonnee te worden op Manifest, door samenwerkingsafspraken over toekomstige acties.
Gezien de congresbesluiten, waarin de nadruk in de komende vier jaar wordt gelegd op herstel en versterking van contacten met (actieve) vakbondsleden (al dan niet met een baan), zou het gesprek ook in die richting moeten worden geleid. Kennis over waar de 'ondersteuner' werkt of werkte, of hij of zij is 'georganiseerd' (welke vakbond), welke problemen er op zijn of haar werk spelen (of als uitkeringsgerechtigde) en of daartegen wordt opgetreden enz. is informatie waarover wij moeten beschikken. In de toekomst kan dan met de betreffende sympathisant contact worden opgenomen als wij initiatieven richting vakbondsstrijd nemen. Dit hoeft niet meteen actie te zijn, maar kan ook thematische scholing zijn - bijvoorbeeld over de gevolgen van de Europese Lissabon-agenda voor Nederland.
Een pamflet, dat zal worden afgeleid van het verkiezingsprogramma, zal in forse oplage worden geproduceerd en beschikbaar komen voor de afdelingen. Van elke afdeling wordt verwacht dat zij het pamflet in de eerste plaats bij bedrijven en instellingen verspreidt. De afdeling kiest zelf deze bedrijven en instellingen uit, waarbij de congresbesluiten hieromtrent leidraad zijn. De afdeling bespreekt de praktische aspecten en mogelijkheden hiervan. Als de afdeling over concrete informatie beschikt over de instelling of het bedrijf kan een eigen pamflet worden gemaakt.
De afdelingen onderzoeken de mogelijkheid om openbare vergaderingen te organiseren waar de standpunten van de partij kunnen worden toegelicht en bediscussieerd. De thema's zullen vooral moeten ingaan op de problematiek van de werkende en uitkeringsgerechtigde bevolking, de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, de sociale voorzieningen en de mogelijkheden om die met succes te verdedigen of te verbeteren, de positie van de vakbeweging, het internationale offensief om de arbeidsvoorwaarden in alle EU-landen te verslechteren (Lissabon-agenda), gezondheidsrisico's op het werk en de zorgverzekering, de afbraak van de verzorgingsstaat en het optuigen van de participatiemaatschappij, enz. De openbare bijeenkomsten zullen niet alleen vóór de verkiezingen worden gehouden. Ook daarna zijn ze opportuun en kan de verkiezingsuitslag en kabinetsformatie in de discussie worden betrokken.
De bijeenkomsten vormen vanaf nu een vast onderdeel van het afdelingswerk en kunnen al vooruitlopen op de Provinciale Verkiezingen.
Elke afdeling zou de resultaten van deze verkiezingscampagne in haar 'relatiebeheer' moeten opnemen of daarmee een begin maken. Is alle voor de partij relevante informatie in dat relatiebeheer vastgelegd? Kunnen we in de toekomst, als de partij initiatieven neemt op het gebied van arbeidsvoorwaarden, vrede- en veiligheid, of internationale solidariteit, uit dat relatiebeheer opmaken wie we met succes in dat initiatief kunnen betrekken?
Het eenmalig niet daadwerkelijk met een lijst deelnemen aan de verkiezingen wil helemaal niet zeggen dat dit besluit voor langere tijd geldt. Integendeel! De contacten die deze campagne oplevert kunnen leiden tot meer donateurs en sympathisanten, waardoor deelname aan volgende verkiezingen makkelijker wordt. Bovendien volgen er verkiezingen voor Provinciale Staten waar de partij opnieuw voor de keus komt te staan: waar doen we mee en waar niet? De keuze voor deelname in een provincie zal mede afhangen van de contacten die we in die provincie hebben, ons inzicht in de problematiek aldaar en de betrokkenheid van de provincie daarin. (PS-verkiezingen 2007: datum stemming 7 maart; kandidaatstelling 23 januari; betaling waarborgsom op 8 januari.)
Het besluit is genomen om een verkiezingsfonds op te richten dat actief en voortdurend wordt aangevuld om toekomstige deelname aan verkiezingen mogelijk te maken. Een beperkt deel van de gelden die zijn binnengekomen voor deze Tweede Kamerverkiezingen (tussenstand plm. 6500 euro) zal worden ingezet voor de 'alternatieve' campagne, zoals hierboven uitgestippeld.