Gedicht: De hamvraag



Door Henricus Azewijn

De hamvraag

De vrede is éindelijk getekend
zie dat menselijk áángezicht
min of meer, uiterst berekend
zijn de laatste poten gelicht.

Wie heeft een poot om op te staan
tegen ieder denkbaar conflict
om de ruimte van zijn baan
als (geen) hielen worden gelikt?

Wie likt niet zijn (open) wonden
als de vrede moet worden bewaard
waar hij niet zal worden gevonden
waar iedereen zich blindstaart?

In de duisternis van (eeuwige) vrede
klinkt geen hamvraag bij een conflict
is de dood voorwaar de énige reden
waarom men nog liever zijn tong inslikt.

Met iedere pen te beschrijven
al vloeit het bloed nu digitaal
hoe het kapitaal ons in weet te lijven
haalt het zijn eindeloos verhaal

om de (lieve) vrede af te dwingen
in een sfeer van perkament
om zijn hooglied van de toren te zingen
waar de mens zijn einde kent...