Massale demonstraties in alle grote steden: gratis openbaar onderwijs voor iedereen op 25 november jl. In meer dan 1000 scholen vonden zit-insplaats van studenten. Ook de inhoud van het onderwijs staat ter discussie. (Foto KKE)
|
Anna Ioannatou
Al eerder hebben we gesproken over Griekenland's opgewaardeerde rol in de Balkan als initiatiefnemer namens 'Europa' op diverse gebieden. Cultuur speelt een niet te onderschatten rol bij het verankeren van politieke stabiliteit is het motto. Op zich klinkt dit alleen maar positief, maar ook hier is de vraag: Wat is de inhoud van die stabiliteit? In het voordeel van wie en door wie?
In april jl. ontmoetten de ministers van Cultuur van het Stabiliteits Pact voor Zuidoost-Europa elkaar in het Griekse stadje Patras, hetgeen begroet werd als een nieuw Grieks initiatief binnen het kader van de Europese Unie. Doel was een zo breed mogelijke samenwerking van publieke en particuliere sectoren te bereiken. Benadrukt werd dat de particuliere "cultuurindustrie" meer bij die samenwerking moet worden betrokken terwille van de "artistieke mobiliteit". Verder werd de overtuiging tot uitdrukking gebracht dat de culturele binding tussen de Balkanlanden de politieke stabiliteit bevordert, omdat wederzijds begrip kan worden gevestigd via de culturele commercieel-economische samenwerking.
De Griekse minister van Cultuur maakte zich er met een paar woorden van Marx vanaf door te zeggen, dat we "een tijd doormaken, waarin de opvatting dat vooruitgang gegarandeerd wordt door de wetten der geschiedenis helemaal verlaten wordt." In de huidige "wereld van onzekerheid is cultuur de enige constante wat betreft begrip voor elkaar". Waarmee de wisselwerking tussen maatschappelijke basis en bovenbouw, oftewel oorzaak en gevolg, wordt omgekeerd en cultuur als werktuig wordt gezien voor de stabilisering van het sociaaleconomisch systeem, als factor voor de economische ontwikkeling.
Voorwaarde is de 'Europese' oriëntering op de Balkanlanden, waarvan er al veel voorbeelden zijn. Onder meer de eerste 'Balkan Markt' (!) voor Beeldende Kunsten, die kortgeleden in Thessaloniki plaatsvond en georganiseerd was naar het voorbeeld van een supermarkt, waarbij impresario's van het culturele kapitaal artistieke vormen uitgekozen hadden om te 'promoten'. Deze 'cultuurproducten' hadden allang de grenzen van willekeur overschreden. Deze 'markt' was een voorbeeld van een nieuwe vorm van commercialisering van de cultuur, die zich hetzij richt op elitair formalisme, hetzij - en dit is de keerzijde van de munt - 'massaspul' maakt.
Tussen deze twee zich steeds meer uitkristalliserende extremen zijn de grote verliezers de uit het leven gegrepen kunstuitingen van, voor en/of door de bevolking. De bevolking raakt dan ook steeds meer verwijderd van de kunst. De hele ontwikkeling krijgt het etiket 'Europees' of in wijdere zin 'westers.' Eenieder die daar bij hoort mag zichzelf gelukkig prijzen.
Kenmerkend voor deze (ideologische) tendens zijn de woorden van de premier van Albanië naar aanleiding van de ondertekening in juni jl. van het Stabiliteits- en Associatie Akkoord tussen Albanië en de EU: "... deze tekst is de meest serieuze overeenkomst in de moderne geschiedenis, die Albanië heeft ondertekend met de westerse cultuur (...) het is de grote dag van de terugkeer der Albanezen in de familie van westerse landen. (...)"
Waarbij men zich kan afvragen hoe het zeer hoge percentage uit noodzaak - en niet om te genieten van de westerse cultuur! - geëmigreerde Albanezen deze tegenstelling beleeft...
Hoe het begrip 'westers' ingevuld moet worden mag duidelijk worden uit de politiek van de VS en de EU van vooral de afgelopen 15 jaar onder het mom van verdediging van de westerse waarden in de zogenoemde 'botsing der beschavingen', na de dramatische politieke verschuivingen in de wereldmachtsverhoudingen. Gemakshalve wordt daarbij 'vergeten' dat in het pakket 'westerse waarden' ook het marxisme zit. Dat dezelfde cultuur dus tevens de mogelijkheden tot haar eigen twijfel en omverwerping in zich draagt via de sociale schokken, die onderdrukking met zich meebrengt. Cultuur wordt nu geacht als schokbreker te werken, de onoverkomelijke tegenstellingen van een sociaaleconomisch systeem dat ze zelf voortbrengt te matigen en onder controle te brengen, met Griekenland als regionale voorloper van het cultureel imperialisme op de Balkan.