Sociaaleconomische redactie
Op het 31ste Congres van de Communistische Partij van Luxemburg (KPL) dat vorig jaar werd gehouden hield de voorzitter van die partij, Ali Ruckert, een zeer interessante rede die vandaag nog even actueel is als toen en ook voor Nederland van toepassing is. Manifest plaatst een samenvatting, omdat de analyse enerzijds verduidelijkt waarom de Nederlandse arbeidersklasse zo nadrukkelijk een ruk naar links heeft gemaakt en anderzijds toont dat de hoop op de SP alleen maar tot nieuwe teleurstellingen kan leiden.
In zijn toespraak ging de KPL-voorzitter in op de kapitalistische globalisering, de Europese ontwikkelingen en de negatieve gevolgen voor de werkende mensen op nationaal niveau. Daarna beschreef hij de sociale afbraak die de Luxemburgse regering van plan was door te voeren en noemde de communistische alternatieven. In het laatste deel van zijn inleiding legde hij uit waarom het noodzakelijk is dat communisten een radicale breuk met de kapitalistische uitbuitingsverhoudingen en het socialisme als alternatief nastreven.
Het wordt duidelijk dat de 'sociale markteconomie' - die het kapitalisme gedurende 40 jaar als een alternatief voor het reële socialisme, in de Sovjet-Unie, de DDR en de andere Oost-Europese staten, in de etalages geplaatst had, om te verhinderen dat er revolutionaire gedachten bij de arbeiders opkwamen - voor dat kapitaal louter een middel en geen doel was.
De toegevingen van de bezittende klasse aan de werkende klasse, de propaganda over de sociale aard van het kapitalisme, de verzachting van de klassenconflicten door middel van de ideologie van het sociale partnerschap, verbonden met bewust anticommunistische propaganda, hebben ertoe geleid dat een meerderheid van de arbeiders zich heeft verbonden met het kapitalistische systeem.
Na de nederlaag van de Sovjet-Unie in de Koude Oorlog, het einde van de concurrentie tussen de systemen op wereldschaal en het openbreken van de omhelzing van het sociale partnerschap, keerde het kapitalisme in Europa echter weer zeer snel terug naar zijn normale functioneren.
Veel toegevingen en verworvenheden uit de afgelopen decennia werden weer ter discussie gesteld, terwijl de zucht naar winstmaximalisatie weer toegestaan werd. Want de politiek van het 'sociale partnerschap' beantwoordt niet meer aan de objectieve eisen van de huidige ontwikkelingsfase van het kapitalisme in Europa. Daarvoor in de plaats kwamen sociale polarisering, confrontatie en klassenstrijd van bovenaf. Parallel aan deze vernietiging van het Europese 'sociale model' - dat in alle Europese landen plaatsvindt, zij het dan met verschillende snelheden - nemen de volgende destructieve elementen voortdurend in betekenis toe. Het is het streven van de Europese Unie om intensief in de bewapeningsindustrie en de ontwikkeling van nieuwe wapensystemen te investeren, de bestaande militaire structuren intensief uit te bouwen, een interventiemacht in het leven te roepen, intensief op alle vlakken militair te herbewapenen en - na de bewuste vernietiging van het Europese sociale zekerheidssysteem door de EU en de NAVO - zich als zelfstandige imperialistische 'ordeningsfactor' met de wereldpolitiek te bemoeien.
De bezuinigingspolitiek zal tot gevolg hebben dat veel mensen die thans maar net de eindjes aan elkaar kunnen knopen, of ze nu geregeld werk hebben of van sociale voorzieningen leven, zonder meer in de armoede zullen terechtkomen.
Parallel daaraan versterken de werkgevers de druk op de werkenden en pogen zij zich een steeds groter deel van de door de werknemers voortgebrachte meerwaarde toe te eigenen. Zij doen er alles aan om de loonontwikkeling in vergelijking tot de productiviteitsontwikkeling laag te houden, bij CAO-onderhandelingen terug te komen op vroegere toegevingen, vakantie, verlofdagen, premies en lonen te korten. Sinds kort wil het kapitaal zelfs weer absolute meerwaarde uit de werkenden halen, door een verlenging van de arbeidsdag in te voeren zonder de daar tegenoverstaande loonuitbetaling.
De vakbonden zouden de grootste progressieve kracht van de arbeidersklasse kunnen zijn en de aanval van het kapitaal kunnen stoppen, als zij consequent de werkenden en werklozen zouden mobiliseren en organiseren. De afgelopen decennia bestond de fundamentele zwakte van de grootste vakbonden er altijd uit, om onder druk bereid te zijn de belangen van de werkenden op te offeren aan de politieke belangen van rechts en zich de positie aan te meten van sociale partner van het kapitaal. Nu echter maken wij het verdwijnen mee van het eens zo geprezen compromis van het sociale partnerschap door het grootkapitaal. Dit heeft als gevolg nieuwe kansen voor de ontwikkeling van het klassenbewustzijn, als nieuwe ervaringen worden opgedaan in de strijd voor de eigen belangen en de klassenstrijd weer op de agenda komt te staan tijdens de ontwikkelingen.
Het gaat om een versterking van de vakbeweging als het 'verzamelpunt van verzet tegen de kapitalistische gewelddadigheden' (K. Marx ). Terwijl er tegelijkertijd voor moet worden gewaakt dat de vakbeweging zich niet beperkt, zoals Marx het in 'Loon, Prijs en Winst' uitdrukte: tot "het voeren van een mini-oorlog tegen de uitvloeisels van het bestaande systeem, in plaats van tegelijkertijd te pogen om het te veranderen, in plaats van haar georganiseerde krachten te gebruiken als een hefboom voor de uiteindelijke bevrijding van de arbeidersklasse..."
Maar alle initiatieven die door de vakbonden tegen de sociale afbraak worden genomen, zullen door de communisten ondersteund worden.
Aangezien de krachten waarover wij beschikken klein zijn qua aantal en qua inzetmogelijkheden, in vergelijking met de maatschappelijke omgeving, moeten wij ze zo efficiënt mogelijk inzetten. Als arbeiderspartij betekent dit dat wij ons in de eerste plaats op de georganiseerde arbeidersklasse en op alle werkenden in de bedrijven moeten richten. Dat is in de huidige fase des te belangrijker, aangezien het belangenconflict tussen kapitaal en arbeid voor de arbeider momenteel net zo duidelijk zichtbaar wordt, nu het kapitaal de uitbuiting verscherpt en de verworvenheden van de laatste decennia wil inperken.
Deze objectieve factor zal ertoe leiden dat de arbeiders toegankelijker worden voor onze communistische ideëen. En het zal voor ons eenvoudiger zijn hun het onvermogen van het kapitalisme te demonstreren, de problemen van de werkenden op te lossen, hun de grenzen van het kapitalistisch bestel te verduidelijken, en ze te overtuigen van de noodzaak van een socialistisch maatschappelijk alternatief.