Onenigheid binnen NAVO over toekomstige rol


 

Judy Dempsey

De NAVO worstelde maandag 27 november met de meningsverschillen tussen de Verenigde Staten en Frankrijk over de toekomstige rol van het militaire bondgenootschap, uitgerekend nu het zich geconfronteerd ziet met een cruciale test in Afghanistan. Diplomaten die de NAVO-top in Riga bijwoonden - voor het eerst werd deze georganiseerd in een voormalig communistisch land dat direct vanuit het Kremlin werd geregeerd - zeiden dat Washington en Parijs concurrerende partijen vormden die de rol van de NAVO op het wereldtoneel op hun eigen manier definieerden.

Volgens belangrijke Russische functionarissen had de Franse president Jacques Chirac die dinsdag arriveerde zich voorgenomen om zijn Russische collega Vladimir Poetin uit te nodigen voor zijn verjaardagsfeest, woensdagavond in Riga. De Letse autoriteiten waren niet op de hoogte gesteld van deze uitnodiging, hetgeen tekenend is voor Chiracs nauwe band met Poetin, die zelfs ten koste gaat van de verhouding met zijn Letse gastheer.

Nicholas Burns, de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken en voormalig NAVO-ambassadeur, zei vorige week dat het zijn wens was dat het bondgenootschap een speciale relatie opbouwt met naties die de militaire alliantie in Afghanistan, bestaande uit 26 landen, bijstaan. Deze alliantie kampt momenteel met een krachtige heropleving van het gewelddadig verzet van de Taliban en verschillende krijgsheren. "We streven naar een partnerschap met hen zodat we op militair gebied beter met hen kunnen trainen. We moeten naar elkaar toegroeien omdat onze troepen ook samen worden ingezet", zo zei hij. "Australië, Zuid-Korea en Japan zijn in Afghanistan. Zoals jullie weten waren ze ook in Irak. En allemaal waren ze ook op de Balkan. Daarom willen we naar elkaar toegroeien." De Franse minister van Defensie liet weten dat een dergelijk partnerschap het Europese karakter van de NAVO zou verzwakken en dat het de indruk zou wekken dat het bondgenootschap zich te veel identificeert met de Amerikaanse politiek.

Ook verschillen de Verenigde Staten en Frankrijk van mening over de rol van het bondgenootschap in het Midden-Oosten. Washington ziet graag dat de NAVO een militaire training opzet voor officieren uit Noord-Afrikaanse landen, het Midden-Oosten en de Golfstaten. Volgens diplomaten zou deze training kunnen plaatsvinden in een militair opleidingscentrum van de NAVO in Rome. "Frankrijk verzet zich tegen deze opleiding", aldus een hoge NAVO-functionaris. Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg weigerden deel te nemen aan een vergelijkbaar opleidingsplan voor Iraakse officieren binnen Irak. Duitsland is wel betrokken bij het trainen van Iraakse officieren buiten Irak.

Tijdens drie onderhandelingsrondes van de NAVO-ambassadeurs op zondag en maandag, die bedoeld waren om meningsverschillen over de toekomstige rol van de NAVO uit de weg te ruimen in de hoop te komen tot een gezamenlijke slotverklaring, verzette Frankrijk zich tegen deze plannen. Volgens een Amerikaanse functionaris die anoniem wilde blijven is een wereldwijd partnerschap wel degelijk zinvol: "Dit zou betekenen dat we samen kunnen oefenen en het zou verzekeren dat onze troepen samen kunnen worden ingezet."

De Franse minister van Defensie, Michèle Alliot-Marie, schreef vorige week in de Franse krant 'Le Figaro' dat "de ontwikkeling van een wereldwijd partnerschap zou zorgen voor een verwatering van de natuurlijke solidariteit tussen de Europeanen en de Amerikanen en dat het zou leiden tot eenvage eenheid." Volgens Alliot-Marie zou een dergelijk wereldwijd partnerschap een slechte politieke boodschap de wereld insturen, die van een campagne van het Westen tegen diegenen die de mening van het Westen niet delen. "We zouden diegenen die het idee van een conflict tussen de beschavingen voorstaan een uitstekend voorwendsel bieden", zei ze. Frankrijk, Griekenland en België zijn van mening dat zo'n partnerschap alleen maar een 'coalitie van bereidwilligen' zou zijn, waarbij de Verenigde Staten hun bondgenoten afhankelijk van de missie zelf zouden uitzoeken, of het nu NAVO-landen zijn of niet.

President Vaira Vike-Freiberga van Letland, de gastvrouw van de topontmoeting, verdedigde afgelopen maandag het idee van een wereldwijd partnerschap. Ook zei ze dat de samenwerking van de NAVO met andere partners de druk op verschillende NAVO-landen om troepen naar Afghanistan en elders te sturen heeft verlicht. "Ik zie niet in hoe een dergelijke hulp je kan verzwakken zolang iedereen aan dezelfde kant staat", zei ze. Jaap de Hoop Scheffer, secretaris-generaal van de NAVO, zal dinsdag een speciaal beroep doen op de NAVO-partners meer militairen naar zuid-Afghanistan te sturen om daar de Britse, Canadese en Nederlandse troepen te ondersteunen. Deze landen hebben andere NAVO-landen openlijk bekritiseerd vanwege hun weigering om versterkingen te sturen.

Duitsland steunt het idee van een wereldwijd partnerschap, zolang dit niet ten koste gaat van Europa's rol binnen de NAVO. "De globalisering van de NAVO vindt nu al plaats", zei Karl-Theodor Guttenberg, een lid van de buitenlandcommissie van het Duitse parlement. "We moeten echter in het achterhoofd houden dat er grenzen zijn aan onze militaire capaciteiten. Ik denk dat de Duitse regering wil dat de Europese landen een sterke pilaar blijven binnen de NAVO."

Bron: International Herald Tribune, 27-11-2006, vertaling Frans Willems.