| |
|
Wil van der Klift
Door de ontslagbescherming bij vaste contracten te verminderen zullen mensen vaker werkloos raken. Daarvoor in de plaats zullen ze sneller aan de slag moeten in allerlei flexibele baantjes. De werkloosheid zal op papier waarschijnlijk dalen. Maar de kwaliteit van de werkgelegenheid holt zienderogen achteruit en de arbeidsvoorwaarden worden verder uitgehold.
Minder ontslagbescherming maakt het voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt, zoals jongeren, immigranten en herintredende vrouwen, makkelijker om in te stappen middels allerlei vormen van laagwaardig en slecht betaald werk. Maar voor mannen tussen de 25 en 50 jaar, die nu nog vaak vast werk hebben, is het effect van minder ontslagbescherming desastreus. Voor mensen met een vast contract is minder ontslagbescherming zeer ongunstig. De kans dat zij hun baan verliezen wordt veel groter.
In Denemarken, waar deze situatie al langer plaatsvindt, verdwijnen steeds meer mensen in de bak 'onbemiddelbaar'. Het is dus zeker niet zo dat er steeds meer mensen sneller in het arbeidsproces kunnen instappen. Integendeel! De Nederlandse vakbeweging moet haar poot stijf houden en elke aantasting van het ontslagrecht tegenhouden (zie apart kader). De Nederlandse bevolking heeft het tijdens de verkiezingen voor de Tweede Kamer nogmaals onderstreept. Geen Amerikaanse toestanden in dit land!
De Eerste Kamer heeft ingestemd met de vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet. (1) Er gaan minder regels gelden voor het maximale aantal uren dat iemand mag werken en voor nachtarbeid. Aparte regels voor overwerk worden afgeschaft. Verder worden afspraken over pauzes een zaak van werkgevers en werknemers. In de nieuwe Arbeidstijdenwet staan vier regels over de maximum arbeidstijd in plaats van de huidige twaalf.
Door de versoepelingen krijgen vooral de werkgevers en niet de werknemers meer ruimte de arbeidstijd per dag en per week zelf in te vullen. Ook suggereert de nieuwe wet dat werkgevers én werknemers de vrijheid krijgen om zelf afspraken te maken over de praktische details van pauzes, zoals aantal en tijdstip(pen). Maar dat is in de praktijk flauwekul. De maatregel biedt vooral de werkgevers meer armslag. Wel blijft in de wet bepaald dat bij diensten van 5,5 uur of langer er een pauze moet zijn. In de nieuwe Arbeidstijdenwet blijven de regels voor het werken op zondag nagenoeg ongewijzigd. In een CAO kan een lager aantal uren worden afgesproken maar dit mag een individuele werknemer weigeren. Verder komt er meer ruimte bij nachtarbeid. Wel blijft de wet werknemers extra bescherming bieden en ook het aantal nachtdiensten blijft beperkt. Bij CAO of na een afspraak van de werkgever met de ondernemingsraad mag dit aantal worden verhoogd.
Zo'n dubbele norm, waarbij de ruimere norm alleen mag worden toegepast na een collectieve afspraak (in een CAO of tussen werkgever en medezeggenschapsorgaan), is er in de nieuwe wet alleen nog voor het aantal nachtdiensten. Op andere punten kent de nieuwe wet, anders dan nu, nog maar één norm. Dit betekent dat het systeem van standaard- en overlegregeling, dat kenmerkend is voor de huidige Arbeidstijdenwet, verdwijnt.
Het wetsvoorstel is tot stand gekomen na raadpleging van de Sociaal-Economische Raad en volgt op hoofdlijnen het unanieme advies van de raad. De wet gaat in op 1 april 2007.
Nu het wetsvoorstel door de Eerste Kamer is aangenomen kan ook het Arbeidstijdenbesluit worden aangepast. Naar verwachting zal het aangepaste Arbeidstijdenbesluit begin januari worden gepubliceerd. Voor sectoren die een CAO hebben afgesloten komt er een overgangsregeling. In deze sectoren wordt de nieuwe wet van toepassing op het moment dat die CAO in 2007 afloopt, of eerder wanneer CAO-partijen dat afspreken. Uiterlijk op 1 januari 2008 geldt de wet voor alle sectoren.
(1) bron: min. SZW, 29-11-2006.