|
Rinze Visser
De parlementsverkiezingen zijn alweer een paar weken voorbij. De nasleep nog lang niet. Daarom nu een zin uit een CDA-verkiezingsfolder van november jl.: "In een wereld die razendsnel verandert is er behoefte aan gemeenschapszin." Mooie woorden?
Er bestaat een tv-spelletje - een soort taalintelligentietest - waarvan een onderdeel heet: 'wat klopt er niet in deze zin?' Hier gaat het echter niet, zoals in het tv-spel, om een taalkundige onjuistheid, maar of genoemde partij - en ook bijna alle andere politieke partijen - de bevolking wel of niet op het verkeerde been zet.
De genoemde zin suggereert immers dat de razendsnelle verandering van de wereld zich buiten Nederland afspeelt en dat die razendsnelle verandering smeekt om meer Nederlandse gemeenschapszin. Dus dat de Nederlandse bevolking zou moeten inspelen op die razendsnelle verandering en daarom met de meeste voortvarendheid moet zorgen voor gemeenschapszin of deze, voorzover verloren gegaan, moet herstellen.
Of er sprake van is dat die verandering razendsnel gaat, dat valt te betwijfelen, maar dat er verandering plaatsvindt is een niet te ontkennen feit. Met het woord 'gemeenschapszin' wordt nu gesuggereerd dat het om onderlinge solidariteit gaat. Maar, zó bedoeld, is gemeenschapszin nu juist een sta-in-de-weg voor het tempo waarin die verandering plaatsvindt. De wereld verandert, zelfs 'razendsnel', maar ik heb Balkenende en co. nog nooit horen zeggen dat zij die verandering slecht vinden. De val van de Muur: groot feest; om dat te bereiken werd er zelfs veel energie ingestoken. Kapitalistische globalisering? Geen protesten uit die richting gehoord. Flexibilisering van de arbeid? Graag zelfs. Oorlogen in Afghanistan en Irak? Mee eens. Privatisering, terugtredende overheden, marktwerking, kapitalistich ondernemen in de zorg, in het openbaar vervoer, energie en drinkwater? Graag zelfs. Aan al die veranderingen hebben de Balkenendes en hun wel of niet christendemocratische en liberale geestverwanten hun steentje bijgedragen en zij doen dat, ondanks hun verkiezingsnederlagen, nog dagelijks. Het elimineren van sociale zekerheden - de parel van gemeenschapszin - gaat hen zeker zeer goed af.
Die veranderingen kunnen pas ten volle hun beslag krijgen als alle op gemeenschapszin gegrondveste wetten zijn uitgeschakeld. En dan maar roepen en op mooi glad papier laten drukken "in een wereld die razendsnel verandert, is er behoefte aan gemeenschapszin!" Terwijl alle in de praktijk gevoerde politiek tot uitdrukking brengt: willen wij meedoen aan die snelle verandering, willen wij dat ónze kapitalisten - ónze rijken - daar ten volle van kunnen meeprofiteren, dan is de nu nog bestaande gemeenschapszin een blok aan het been...
Wij moeten dus wel concluderen dat met 'gemeenschapszin' heel iets anders wordt bedoeld dan de grote meerderheid van de bevolking geneigd is te denken. Hier wordt aan een heel andere gemeenschapszin gewerkt! Dat ons volk één gemeenschap is, althans dat zou moeten zijn of weer zou moeten worden. Dat arm en rijk en alles wat zich daar zoal tussenin beweegt, hun eigen belangrijke plaats in de gemeenschap innemen. Eenheid in verscheidenheid, zodat de arme sloeber en de superrijke gelijkelijk trots kunnen zijn op hun vaderland. Dat de man en de vrouw 'in de straat' of 'op de werkvloer' er trots op zijn dat dit toch kleine landje zulke grote mensen, ondernemers, heeft voortgebracht, waarvan de logo's tot in elke uithoek van de wereld in het oog springen. Dat de net - bij de zoveelste reorganisatie - ontslagenen ervan overtuigd zijn dat dit ontslag nu juist weer nieuwe kansen biedt. Dat als men niet zo nu en dan ontslag krijgt - zich tussen meerdere banen in bevindt - wel eens een saai leven 'bij tante Truus' thuis kan betekenen. Arm en rijk hebben toch allebei een belangrijke functie in de samenleving...? De een kan toch immers niet zonder de ander...? Was het niet ergens in de negentiende eeuw dat ene Marx, hoewel anders geformuleerd, dat ook zei..?
Niet het opgebouwde sociale vermogen van bescherming, van hen die tegenover kapitalistische macht en rijkdom kwetsbaar zijn, is nog langer de trots van gemeenschapszin, maar de kapitalistische verandering van de wereld vraagt, eist, het wegvagen van dit soort gemeenschapszin. De nationale trots moet worden: Nederland "spreekt een woordje mee". En dat daarbij brokken worden gemaakt, that's all in the game, zoals dat tegenwoordig - heel nationalistisch - in het Nederlands heet. In zo'n wereld heet gemeenschapszin 'zelfredzaamheid'. In heel veel landen hebben heel veel mensen daar al heel lang ervaring mee.
Geen werk te vinden? Begin voor jezelf..! Zie hoe het gebrek aan of ontbreken van sociale zekerheid stimuleert tot ondernemerschap..! Waarom zouden schoenpoetsen, bedelen, prostitutie, dieverij, huurmoorden plegen, huursoldaat zijn, geen eerbiedwaardige bezigheden zijn? Immers een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst. Zo staat het ook bij het monument op de Afsluitdijk.
Zo bouwen zeer vele miljoenen mensen, vele volksgemeenschappen, al poetsend en bedelend, aan een toekomst. Al vele, vele jaren, al eeuwen. Met een ontzagwekkend geduld en inzet. Morgen wordt het beter. Maar ook morgen is het weer 'mañana'. Hoe zou dat toch komen? Balkenende en co. weten het. En ook alle partijen die dit in hun verkiezingscampagnes verzwegen hebben! Ze zeiden het niet! En ze zeggen het niet!