Ger Wooldrik bij obelisk (Foto G.W.)
|
Ger Wooldrik
In Nederland werd de naam Johannes ter Morsche op het Overijssels monument voor de gesneuvelden in de Tweede Wereldoorlog te Markelo geweigerd. De door de nazi's onthoofde Enschedese communist is zondag 19 november jl. op de nationale herdenkingsdag te Zinnowitz, op het eiland Usedom, in het noordoosten van Duitsland geëerd.
De onthulling van de marmeren obelisk werd opgeluisterd met zang van het dameskoor Volks Solidariteit. De afgevaardigde van de landsraad Vorpommern, Barbara Syrbe, herinnerde aan de daden van de verzetsgroep die verbonden dienen te zijn met een appel om waakzaam te blijven tegen het opkomende fascisme. Er is een krans en er zijn bloemen gelegd door Johan ter Morsche's dochter Marie, door andere familieleden en door afgevaardigden van de PDS. Door de jarenlange inzet van het gemeenteraadslid van de PDS en de Historische Kring te Zinnowitz, is de totstandkoming van het monument mogelijk geworden.
Ter Morsche (1894) die met de Duitse Margarethe Bötcher (1907) was getrouwd, vestigde zich in de oorlog op het eiland Usedom aan de Oostzee, bij de raketbasis Peenemünde. Hier werden de vliegende projectielen V1 en V2 ontwikkeld. Ter Morsche werkte als loodgieter op het terrein. Hier waren vijftienduizend mensen werkzaam, onder wie (Nederlandse) dwangarbeiders. De Enschedese communist kwam met hen in contact en hoorde over revolutionaire raketten. Rondom Ter Morsche ontstond een breed geschakeerde verzetsgroep. Van Poolse tolk tot Oostenrijkse prelaat; ze vonden elkaar in hun weerzin tegen de nazi's.
Aan de keukentafel luisterde de verzetsgroep naar de Engelse zender en verspreidde het BBC nieuws. De Engelse RAF bombardeerde het complex, waardoor de ontwikkeling van de V1 en V2 maandenlang stillag. Begin februari 1943 werd er op de deur geklopt: "Telegram uit Holland voor Ter Morsche", zou er geroepen zijn. Vijf gestapo-agenten rolden de verzetsgroep op. De gemartelde Johannes kwam voor het Volksgericht in Berlijn. Hij en enkele anderen kregen door de guillotine de doodstraf.
Na de oorlog, in de DDR-periode, zijn de daden van de verzetsgroep nadrukkelijk belicht. Zo was er een straat in Zinnowitz naar Johannes ter Morsche genoemd. Dat was afgelopen na de val van de muur en de hereniging van de beide Duitslanden.
Dit en alle wetenswaardigheden over de verzetsgroep van Peenemünde, staat voor het eerst beschreven in het boek "Marie ter Morsche vecht voor haar vader". Het boek is geschreven door professor K.H. Jahnke, ISBN 3-937179-04-6, prijs 18,50 euro. Uitgeverij Ingo-Koch Verlag Rostock (Duitsland).