De progressieve regeringen in Latijns-Amerika nemen in aantal en kwaliteit toe. Op de foto Daniel Ortega (Nicaragua) en Hugo Chávez (Venezuela).
|
Een opiniepeiling door het bedrijf 'M&R Consultores' toonde op maandag 8 januari jl. aan dat 67,1 procent van de Nicaraguaanse bevolking overtuigd is dat het land met de regering van de Sandinistische leider Daniel Ortega zal opbloeien. Slechts 19 procent had een tegenovergestelde opvatting, terwijl 13,8 procent de vraag niet beantwoordde. Volgens de peiling, uitgevoerd tussen 21 en 28 december, onder 1800 mensen, was 64,6 procent hoopvol gestemd na de herovering van de macht door het sandinisme. Bovendien werd duidelijk dat 57,9 procent van de Nicaraguanen met Ortega sympathiseert, terwijl 36,3 procent hem verwerpt. (Radio Havana Cuba, 8-1-2007, < (...) Volgens het nieuwe vijfjarenplan, dat in 2006 van start ging, moet China zijn energieverbruik per eenheid bruto binnenlands product (bnp) met eenvijfde terugdringen en de uitstoot van schadelijke stoffen met 10 procent verminderen. Voor 2006 stelde het plan een vermindering van het energieverbruik per eenheid bnp voorop van vier procent. Uit de cijfers van de eerste helft van 2006 blijkt de energieconsumptie per eenheid bnp echter nog te zijn toegenomen met 0,8 procent, schrijft de Chinese Volkskrant. Het Chinese ministerie voor Milieubescherming schat verder dat de uitstoot van schadelijke stoffen als zwaveldioxide met twee procent is toegenomen. Ook de waterkwaliteit is achteruitgegaan. (IPS, 6/12-1-2007)
Het milieu-programma van de Verenigde Naties (UNEP) en het Internationaal Olympisch Comité (IOC) hebben dinsdag nogmaals gehamerd op de strenge milieu-eisen voor de Olympische Spelen van 2008. Om te voldoen aan de 'groene doelen' die het Internationaal Olympisch Comité oplegt, lanceerde Peking verschillende initiatieven. (...) Op 24 december 2006 bevestigde het Stedelijk Milieu Beschermingsbureau van de stad dat de verschillende programma's om milieuvervuiling te bestrijden vruchten afwerpen. (...) (IPS, 13/19-1-2007)
Het Chinese staatsbedrijf China National Offshore Oil Corporation (CNOOC) heeft plannen om 16 miljard dollar te investeren in een samenwerkingsverband met de National Iranian Oil Company (NIOC) voor de ontginning van het Iraanse Pars-gasveld. Washington drukte zijn bezorgdheid uit over deze plannen. (...) Liu Jianchao, woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, antwoordde kortweg dat de Verenigde Staten zich niet in de zaak te mengen hebben. Ook zij vinden dat Iran moet stoppen met het verrijken van uranium, maar zijn van mening dat dit verdere handelsrelaties niet in de weg staat. (IPS, 13/19-1-2007)
Latijns-Amerikaanse politici, academici en zakenlui zijn ronduit optimistisch over de economische toekomst van het subcontinent. Ze hebben hoge verwachtingen over de relatie met China, terwijl de liefde voor de Verenigde Staten flink is bekoeld. Dat zijn de opvallendste resultaten uit een peiling van Zogby International bij 603 prominente Latijns-Amerikanen. In een gelijkaardige peiling vijf jaar geleden omschreef slechts zeven procent van de ondervraagden de gezondheid van hun land als "goed" of "uitstekend". Dat aandeel is gestegen tot 43 procent. Niet minder dan 81 procent verwacht dat het de volgende jaren nog beter zal gaan. De Verenigde Staten blijven het belangrijkste land voor de toekomst van Latijns-Amerika, vond 30,5 pro-cent van de prominenten. Zij worden echter op de voet gevolgd door China (27 procent) en wat verder de Europese Unie. Bijna de helft van de respondenten ziet China als een toekomstige "economische partner", slechts 20 procent als een ernstige of potentiële bedreiging. Ongeveer 86 procent van de respondenten omschreef de politiek van de Verenigde Staten in Latijns-Amerika als "acceptabel" (48 procent) of "slecht" (38 procent). (IPS, 6/12-01-2007)
Hun gemeenschappelijke aversie voor de Verenigde Staten heeft Chávez en Ahmadinejad duidelijk dichter bij elkaar gebracht. De twee staatshoofden hadden een ontmoeting in Caracas ter gelegenheid van Ahmadinejads Latijns-Amerikaanse toernee. Bij die ontmoeting hebben ze besloten een gemeenschappelijk fonds op te zetten voor hun strijd tegen wat zij 'de VS-dominantie' noemen. De twee hadden reeds eerder de oprichting aangekondigd van een fonds van zowat 2 miljard dollar om projecten in Venezuela en Iran te financieren, maar op zaterdag 6-1 maakten ze bekend dat ook bevriende derde naties van het geld zouden kunnen gebruikmaken. (...) (IPS, 13/19-1-2007)
Nigeria en Iran plannen de oprichting van een joint venture-bedrijf dat zich moet specialiseren in het ontwerpen, bouwen en installeren van offshore-olieplatforms. (...) Beide landen zijn lid van de organisatie van olie-exporterende landen OPEC, die haar leden altijd sterk heeft aangemoedigd om samen te werken. Ook buiten de OPEC tracht het Iraanse IOEC buitenlandse projecten in de wacht te slepen. Zo is het Iraanse bedrijf als onderaannemer met het Maleisische Petronas en Shell betrokken in een Turkmeens project. Op dit moment zou IOEC voor zowat 1 miljard dollar aan buitenlandse contracten hebben lopen. Ook de Nigeriaanse oliesector wordt steeds meer geglobaliseerd. De Nigeriaanse regering is er in 2006 in geslaagd voor meer dan 10 miljard dollar directe buitenlandse investeringen in haar olie- en gassector aan te trekken. (IPS, 6/12-01-2007)
Chinees milieubeleid flopt
Peking: grote schoonmaak voor Olympische Spelen
China wil geen VS-inmenging in gasdeal met Iran
Latijns-Amerikaanse elite optimistisch
Venezuela en Iran richten fonds op
Nigeria en Iran plannen joint venture-oliebedrijf