De hopeloze missie van Condoleezza Rice


Parlementslid Jesse Jackson (links) en Jane Fonda (rechts met button) tijdens demonstratieve mars op 27 januari jl.  

Vladimir Simonov

Heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken wel in de gaten dat ze volkomen irrelevant geworden is? Voor de taak waarmee deze fragiele dame, die 's avonds het liefst Mozart op de piano speelt, wordt opgezadeld zou zelfs Supergirl terugschrikken.

Rice had slechts zeven dagen de tijd om de regionale leiders van Israël tot Egypte en de Golfstaten ervan te overtuigen dat de nieuwe Irak-strategie van president Bush levensvatbaar is, dat ze de Verenigde Staten niet isoleert van hun trouwste Europese bondgenoten en dat Irak geen nieuw Vietnam is.

Om deze drie dingen te geloven moet je zo onschuldig als een zuigeling zijn of zo seniel als wat.

Eerder deze maand presenteerde Bush zijn nieuwe strategie voor Irak die neerkomt op oude tactieken die al lange tijd te pletter slaan op de Iraakse realiteit. Bush' besluit om de versterkte Amerikaanse troepenmacht toe te staan meer geweld te gebruiken ter bestrijding van het geweld in Irak is een hopeloze remedie tegen een uitzichtloze ziekte.

Kunnen 21.500 extra militairen, waarvan er 17.500 in Bagdad worden ingezet, een eind maken aan de terreurgolf? Zal deze poging slagen 'waar eerdere operaties om Bagdad veiliger te maken faalden', zoals Bush zelf ten overstaan van de natie verklaarde? Al vier jaar lang probeert een troepenmacht van 140.000 Amerikanen voor veiligheid in Irak te zorgen. Volgens Bush zullen de Verenigde Staten dit keer "beschikken over voldoende capaciteit om de gebieden die ze gezuiverd hebben van terroristen en opstandelingen ook in handen te houden." Als vanouds moet de cavalerie redding komen brengen.

"Tijdens voorgaande operaties voorkwam de invloed van politieke en sektarische groeperingen dat de Amerikaanse en Iraakse soldaten de wijken in konden gaan die de basis zijn van hen die het sektarisch geweld voeden", aldus Bush. Dat zal volgens hem nu niet meer het geval zijn. De Amerikaanse infanterie, het Iraakse leger en de Iraakse politie zullen eendrachtig een vuist vormen en optreden tegen alle gewapende verzetsbewegingen, ongeacht hun sektarische of politieke achtergrond.

Als Rice tijdens haar tournee door het Midden-Oosten ook Bagdad aangedaan zou hebben en gesproken zou hebben met de man en de vrouw in de straat zou ze ondervonden hebben dat Bush' hoop de grond in zal worden geslagen. De Irakezen zouden haar verteld hebben dat de nieuwe Iraakse regering zich schijnbaar verlaat op Washington, maar dat ze gedomineerd wordt door Sjiieten en dat bepaalde elementen binnen de regering nog steeds de controle hebben over een aantal paramilitaire groeperingen.

Deze krachten binnen de regering beslisten dat twee van Saddam Hoessein's handlangers - zijn halfbroer Barsan al-Tikriti, voormalig hoofd van de inlichtingendienst en Iwad al-Bander, de voormalige opperrechter - opgehangen werden. Het feit dat de executies werden uitgevoerd in weerwil van de oproep van president Talabani, die wilde wachten tot de situatie enigszins gekalmeerd was, toont opnieuw aan hoe groot de invloed van deze machtige groepering is.

Zouden de heersende sjiitische groeperingen toestaan dat hun geloofsgenoten vernietigd worden omdat ze de belangen van hun gemeenschap verdedigen met behulp van autobommen in plaats van via de parlementaire weg? Het is onwaarschijnlijk dat Rice deze vraag kan beantwoorden. Zo bezien belooft de nieuwe Amerikaanse strategie geen grotere kansen op een overwinning maar nog meer bloed en geweld.

De Midden-Oosten-missie van de minister van Buitenlandse Zaken was ook onmogelijk omdat ze de zwart-witvisie van haar baas deelt. Ze zijn van mening dat de regio bevolkt wordt door vrienden met wie zij kunnen praten en met vijanden met wie ze niet hoeven te praten. Deze vijanden moeten geïntimideerd en bij voorkeur worden aangevallen.

Het lijkt erop dat het Witte Huis de aanzet heeft gegeven tot een informatieoffensief dat voorafgaat aan een militaire campagne tegen Iran en mogelijk ook Syrië. Toen hij zijn nieuwe Irak-strategie uiteenzette ging Bush niet alleen voorbij aan de aanbevelingen van de Irak Studiegroep onder leiding van Baker en Hamilton, die aandrongen op het betrekken van Iran en Syrië bij het diplomatieke overleg. Hij verwierp de aanbevelingen en uitte zelfs dreigementen aan het adres van deze cruciaal regionale machtsfactoren. Vice-president Dick Cheney, nationaal veiligheidsadviseur Stephen Hadley en Rice namen Bush' intimiderende toon later over.

Bush beschuldigde Iran er zelfs van 'materiële ondersteuning te bieden voor aanvallen op de Amerikaanse troepen'. Waarschijnlijk doelde hij hiermee op het overbrengen van wapens van Iran naar Irak. Het geval wil echter dat Washington zich soms bedient van dezelfde methoden om zijn belangen in het kruitvat van het Midden-Oosten te behartigen. Volgens informatie van RIA Novosti hebben de VS onlangs wapenleveranties toegestaan aan de Palestijnse strijders die trouw zijn aan Mahmoud Abbas, de gematigde leider van de Palestijnse Autoriteit, met als doel het versterken van zijn positie tegen Hamas. Wat is toegestaan aan een wereldmacht die de democratie verspreidt is niet weggelegd voor een land dat deel uitmaakt van de 'As van het Kwaad'.

Abbas weigerde zijn principes te verkopen voor wapens. Tijdens zijn ontmoeting met Rice op zondag 21-1 trok hij haar pogingen om het plan van de 'Routekaart' voor een vredesovereenkomst in het Midden-Oosten door te zetten, waarbij de Palestijnen geleidelijk een eigen staat zouden krijgen, in twijfel. "We hebben mevrouw Rice opnieuw duidelijk gemaakt dat we alle voorlopige- en overgangsregelingen afwijzen, inclusief het principe van een 'staat met tijdelijke grenzen'", aldus de Palestijnse leider. "Deze variant lijkt ons niet realistisch."

Intussen zet Washington zijn dreigende taal tegen Iran om in actie. Op 11 januari bestormden Amerikaanse Special Forces met behulp van helikopters het Iraanse consulaat in de noord-Iraakse stad Irbil. Zes medewerkers van het consulaat werden voor ondervraging meegenomen. Ondanks het herstel van de diplomatieke verhoudingen tussen Iran en Irak in september 2004 beschikten zij nog niet over een diplomatieke status. Niet dat deze status hen geholpen zou hebben. Alleen Washington weet of de Special Forces alleen maar onschuldige computers of ook gloednieuwe draagbare granaatwerpers in het consulaat aantroffen.

Was dit een repetitie voor een Amerikaanse aanval op Iran? Hoe dan ook, als gevolg van de agressieve Amerikaanse houding en het uitsluiten van de belangrijkste spelers in de regio - Iran en Syrië - om te komen tot een regeling voor Irak, was de missie van Rice bij voorbaat tot mislukken gedoemd.Of was haar missie misschien alleen opgezet om de diplomatie te saboteren? Je zou het haast geloven.

Vladimir Simonov is politiek commentator voor het Russische staatspersbureau RIA Novosti.

Bron: The Post Chronicle, 26 januari 2007, vertaling Frans Willems.