Aleka Papariga, voorzitter van de Griekse CP, tijdens één van de talloze debatten in het Griekse parlement.
|
Anna Ioannatou (*)
De strijd om artikel 16 van de Grondwet (zie Manifest 2) is niet de enige voor het behoud van essentiële rechten. Veel minder bekend, maar nog belangrijker voor onze levenskwaliteit, is artikel 24 van de Grondwet, waarvan de herziening al voor de tweede keer binnen vijf jaar ter stemming wordt gebracht. Dit artikel gaat over de bescherming van het milieu en over de noodzaak tot ruimtelijke ordening.
Deze herziening is een typisch voorbeeld van verspilling van natuurlijke rijkdommen terwille van winstbejag. De oorzaken van Griekenland's milieuvernietigende beleid zijn te vinden in de tijd onmiddellijk na de bezetting en de burgeroorlog. De massale bevolkingsverschuiving van platteland naar stad (om economische redenen, maar ook vanwege politieke hetze in de provincie) bracht daar een plotselinge noodzaak tot huizenbouw.
Verder maakte de behoefte aan goedkope grond voor de industriële ontwikkeling in combinatie met een totale afwezigheid van stadsplanning, ruimtelijke ordening en nationaal kadaster, waarin de bos- en natuurgebieden geregistreerd staan, deze gebieden tot een makkelijke prooi voor nog eens een kapitalistisch misdrijf. Het resultaat is een uit zijn krachten gegroeide monsterstad (bijna de helft van de bevolking woont in Athene) met één van de laagste percentages groen per bewoner ter wereld, een totale bouwanarchie en een leeggelopen, sterk verwaarloosde provincie.
Artikel 24 van de Grondwet vormde nog een bescherming van de natuur en was dus een hinderpaal voor de grondmaffia. Om die hinderpaal te vermijden was de oplossing de vele bosbranden (altijd 's zomers, want dan kun je de schuld aan hitte en droogte geven!). Immers daardoor verliest een gebied zijn karakter als bosgebied en komt dus buiten die wet te vallen. De ramp in Chalkidiki (Noord-Griekenland) van anderhalf jaar geleden, waarbij nog eens een enorm stuk bosgebied in vlammen opging, was een van de grootste van de afgelopen jaren. Niet lang daarna waren er op de verschroeide aarde borden te zien waarop stond "Binnenkort maisonnettes".
Tijdens en vlak na de val van de militaire junta (1967-74) zijn er heel wat natuurgebieden verwoest. Dit leidde tot een grondwetsherziening in 1975 in de richting van bescherming van bos- en natuurgebieden, zowel van de nog bestaande bossen als van de in het verleden verbrande gebieden. Al spoedig werd duidelijk dat deze herziening een probleem opleverde voor het kapitaal. Sindsdien is er een reeks pogingen gedaan artikel 24 af te zwakken, te omzeilen, weer te herzien enz. enz. waarbij beide grote partijen elkaar afwisselend in de kaart spelen, allebei in dienst van de grote grondbelangen. De huidige regering gebruikt als getuigen luchtfoto's uit 1945 en volgt een beleid van rechtvaardiging van alle willekeur van de afgelopen 30 jaar.
Op het ogenblik beleven we een verhevigde aanval op het milieu, die o.a. blijkt uit de bestuurlijke degradatie van de diensten belast met bescherming, tekort aan personeel, de gestadige financiële besnoeiing van beschermende werken, herbebossing en onderzoek, voorts multi-opsplitsing en verspreiding van bevoegdheden enz.
Ondertussen erkent de, onder staatstoezicht functionerende, 'Kadaster NV' geen aanvragen van overheidsdiensten om bosgebieden onder publieke verantwoordelijkheid te houden, waarmee de deur voor particulieren geopend wordt om ze op te eisen. Beschermingsmaatregelen verzwakken bij het particulier worden van bosgebieden. Volgens schattingen gaat dit alles om een areaal van 40-50.000.000 stremma's (Griekse meeteenheid voor grond. 1 stremma = 1000 vierkante meter). Het hoeft geen betoog dat diegenen die hiervan profiteren het grote kapitaal in de sectoren bouw en toerisme plus de grootgrondbezitters zijn.
(*) Bron: Michalis Skarvelis, Doctor in de Boskunde- Onderzoeker en lid van de Democratische Interuniversitaire Beweging van Geotechnici.