"(...) Engeland en Frankrijk hebben gewonnen, maar ze zitten tot over hun oren in de schuld bij Amerika, dat zich vast heeft voorgenomen de room af te scheppen en zich voor zijn hulp tijdens de oorlog rijkelijk te laten betalen, hoezeer de Fransen en Engelsen zich zelf ook als overwinnaars mogen beschouwen. Als een waarborg hiervoor moet de Amerikaanse vloot dienen, die thans in aanbouw is en de Engelse in omvang zal gaan overtreffen. Hoe ongeremd het roofzuchtige Amerikaanse imperialisme te werk gaat blijkt hieruit dat de Amerikaanse agenten levende koopwaar, namelijk vrouwen en meisjes, opkopen en ze naar Amerika transporteren ter bevordering van de prostitutie. Het vrije, beschaafde Amerika voorziet de bordelen van levende waar! In Polen en Belgiƫ is het tot conflicten met Amerikaanse agenten gekomen. Dit is een kleine illustratie van datgene, wat in een reusachtige omvang in elk klein land gebeurt, dat van de Entente hulp heeft ontvangen. Nemen we het voorbeeld van Polen. Amerikaanse agenten en spekulanten gaan naar Polen om er alle rijkdommen op te kopen, van een land dat zich er op beroemt thans een onafhankelijke staat te zijn. Polen wordt door Amerikaanse agenten opgekocht. Er is daar geen enkel bedrijf, geen tak van industrie, die de Amerikanen niet in hun zak hebben. Amerika is zo brutaal geworden, dat het Frankrijk, het 'grote overwinnaarsland', dat vroeger een land van woekeraars is geweest, maar vandaag, nu het economisch uitgeteerd is, bij de Amerikanen diep in het krijt staat, tot slavernij weet te brengen (...)"
Uit: Redevoering op het 2e Congres van de volken van het Oosten, Lenin, december 1919.