Interview met Ricardo Alarcón, voorzitter van het Cubaanse parlement

"Ik denk dat we Fidel weer onder ons gaan zien."


IJzersterk bondgenootschap voor het socialisme.  

Fernando García

Ricardo Alarcón de Quesada (69) is sinds 1993 voorzitter van het Cubaanse parlement. Hij is doctor in de filosofie en letterkunde en was van 1966 tot 1978 ambassadeur bij de Verenigde Naties, onder meer als vice-president van de Algemene Vergadering. Hij was ook minister van Buitenlandse Zaken en wordt beschouwd als een belangrijk persoon in de huidige Cubaanse regering onder leiding van Fidel Castro.

Fidel Castro is door zijn ziekte al zes maanden niet meer betrokken bij de rechtstreekse uitoefening van zijn ambt als president. Wat is er veranderd?

R.A.: Tja, niet meer betrokken...

Of op afstand?

R.A.: Dat is correcter. Wat er gaande is, is dat we hem niet zien op de manier zoals we gewoon waren. Eén van de karakteristieken van Fidel is dat hij veel zaken rechtstreeks regelt, dat is zijn stijl. De grootste verandering is zijn fysieke afwezigheid. Als er iets gebeurd was, bijv. zoals de orkaan die woedde, dan ging hij ter plaatse kijken en ging hij niet alleen naar de vergadering om de schade op papier vast te stellen. Nu kan hij dit logischerwijze niet, omdat hij herstellende is van zijn operatie. Maar ik verzeker u dat hij veel belangrijke zaken op de voet volgt. Zoals Raúl Castro zei, heeft hij de telefoon naast zich en gebruikt hij hem veel.

Belt hij u ook?

R.A.: We hebben al enkele keren

met elkaar gesproken via de telefoon, maar hij beperkt zich vooral tot vice-president Carlos Lage en minister van Buitenlandse Zaken Felipe Pérez Roque. Lage (Economie) gaat systematischer te werk en kan de essentie op een kernachtige manier overbrengen. Felipe heeft die kwaliteit ook en houdt zich bezig met internationale betrekkingen, die heel gevoelig liggen en waaraan Fidel groot belang hecht.

En wat is er veranderd op Cuba?

R.A.: Noch de samenleving, noch de politiek, noch de basiskeuzes zijn veranderd. Het opmerkelijkst is misschien de reactie van de Cubanen op de mededelingen van Fidel op 31 juli (uitgesproken door Raúl), die een slag toebrachten aan de vele speculaties in het buitenland: een verstandige reactie, gelijkmoedig, sereen en solidair, natuurlijk gepaard gaand met verdriet. Hierdoor werd de sterkte van de instelling en de grote cohesie van de Cubaanse samenleving bevestigd.

En wat zou er vanaf nu en na Fidel kunnen veranderen?

R.A.: Elk persoon is uniek en onvervangbaar. We evolueren wel, zo is het leven. Sommigen zetten een stap terug, anderen sterven, nog anderen groeien... En ieder drukt zijn eigen stempel op iets. In het begin van de jaren '90, gedurende de val van het Sovjetsysteem en de verschrikkelijke slag die werd toegebracht aan de Cubaanse economie op het moment dat de VS hun blokkade verscherpten, werd in de hele wereld het einde van het Cubaanse socialisme afgekondigd met een buitensporig en onverantwoord triomfalisme: Cuba moest veranderen in de richting van de veronderstelde winnaars.

Maar waarover spreken we vandaag? Kijk om u heen. Wat overheerst in Latijns-Amerika is het bankroet van de optie die verondersteld werd te winnen. De tendens is om dichter bij datgene te komen wat Cuba voor ogen heeft. Overal is er zware kritiek op het kapitalistische systeem; er wordt gezocht naar alternatieve formules: het socialisme of beter het socialisme van de 21ste eeuw. Hier is het bijna een grap om het neoliberale model te verdedigen. Je moet gek zijn om te willen vasthouden aan een wereld met ecologische rampen zoals Al Gore, bijna president van de VS, heeft beschreven.

Kunnen we hopen op terugkeer van Fidel naar het uitvoerende en dagelijkse bestuur?

R.A.: Zijn herstel verloopt vlot. Hijzelf stelt zich voorzichtig op, omdat hij een ongeneeslijke voorliefde heeft voor de waarheid en een diepe afkeer van bedrog. Hij herinnert ons steeds aan zijn delicate en complexe situatie, hoewel hij ook heeft moeten toegeven dat het heel goed met hem gaat. Ik vertrouw erop dat hij niet zoals nu slechts de belangrijke zaken zal blijven regelen, maar dat we hem veel dichter bij ons zullen zien.

Zoals vroeger?

R.A.: Het zou vanzelfsprekend zoals vroeger kunnen worden, maar wat minder vaak in het openbaar verschijnen en minder bezoeken afleggen. Maar ikzelf, toch 11 jaar jonger, voel me moe en ben verbaasd bij het zien van zijn werkkracht. Ik durf niet te zeggen dat hij discreter moet zijn of zich meer moet matigen, want ik zou een belachelijk figuur kunnen slaan. Hij is in staat om terug te keren en ons allemaal te verrassen.

Raúl Castro heeft een andere stijl en de reputatie dat hij pragmatischer zou zijn dan Fidel

R.A.: Een andere stijl die de Cubanen ook kennen. Hij treedt niet graag op de voorgrond. Er is alleen sprake van een vormverandering. Hij is duidelijk en direct. Hij komt snel ter zake en houdt zich liever bezig met de oplossingen dan analyses te maken of verstrikt te raken in discussies. Aanvankelijk was Raúl de extremist, de radicaal, de communist. Het resultaat is nu dat hij pragmatisch is en behoedzaam. Maar ja, vroeger was hij eigenlijk ook pragmatisch en radicaal is hij nu ook nog.

Wat denkt u over de hypotheses dat Cuba zou opschuiven naar het Chinees of Vietnamees model?

R.A.: Wij zijn geen Chinezen. Er zijn elementen in het Chinese model die zeer bruikbaar zijn, maar ook andersom. Het idee van een uniek systeem heeft afgedaan bij de intelligente socialisten. In het Oosten zijn er wel mensen die vasthouden aan dat gekke idee.

Vreest u dat corruptie mogelijke hervormingen of de evolutie van het land afremt?

R.A.: Fidel heeft gezegd dat de Revolutie niet kan worden vernietigd door de vijand; dat de enigen die dat zouden kunnen wijzelf zijn. Het belangrijkste element is de corruptie. Het is een algemeen voorkomend probleem dat op Cuba niet zo erg is als in sommige andere landen. Maar voor ons zou het zware gevolgen kunnen hebben. In tegenstelling tot een kapitalistisch land maakt corruptie een socialistisch land minder socialistisch. Zij druist in tegen het idee van een "sociale solidaire omgeving" - waargenomen door de Economische Commissie van de VN in LatijnsAmerika - dat de kwalijke gevolgen van de introductie van de marktmechanismen afremt. De corruptie is samen met het gebrek aan middelen een van de gevolgen van de uitingen van het kapitalisme dat we moesten invoeren.

18-02-2007,
vertaling Thomas Janssen.