Jo Cottenier/Wil van der Klift
Jij kent Denemarken als het Legoland, of van de heerlijke frisse Carlsberg? Ook de werkgevers vinden bij onze verre noorderburen iets waarop ze zich verlekkeren. Elk jaar verandert 30% van de Deense werknemers van baan.
De Europese top legde in 2000 in Lissabon een tienjarenplan vast: tegen 2010 moest Europa de meest concurrerende economie ter wereld worden. Dat wil zeggen, de Verenigde Staten en Japan voorbijstreven. Maar inmiddels heeft dat plan een ferme achterstand opgelopen. Flexibiliteit, mobiliteit en beschikbaarheid zijn beslissende factoren, zo vinden de werkgevers. En daar hebben ze een nieuw wondermiddel voor gevonden: alle Europese landen moeten leren van Denemarken. Want daar is men superflexibel. Vooral als het over ontslag en werving gaat.
De formule maakt van Denemarken het land met het snelste personeelsverloop. In één jaar verandert 30 procent van de werknemers minstens eenmaal van baan (tegen 7 procent in België). De ondernemers in Denemarken hebben weinig behoefte aan tijdelijke contracten, want eigenlijk is elk contract tijdelijk. Een werknemer werkt gemiddeld minder dan acht jaar bij eenzelfde baas. Elk jaar bezoekt ongeveer één op de vier werknemers het plaatselijke 'arbeidsbureau' voor bijscholing of voor een nieuwe baan.
Het systeem veroorzaakt echter ook dat Denemarken een grote verborgen werkloosheid heeft. Officieel is maar vijf procent van de beroepsbevolking werkloos, één van de laagste cijfers van Europa. Maar de mallemolen van afdanking, scholing, werkplicht wordt veel jongeren teveel: ze haken af en vallen helemaal uit de boot. Sven Tarp van de Deense communistische partij (DKP-ml): "Denemarken telde in 2003, met een bevolking van 5,3 miljoen, officieel 147.000 werklozen en 95.000 uitkeringsgerechtigden. Daarnaast waren 452.000 mensen binnen de beroepsleeftijd om een of andere reden permanent uitgesloten van de arbeidsmarkt. Dat is bijna dertien procent van de bevolking in de leeftijd tussen 18 en 65 jaar, en bijna negen procent van de totale bevolking permanent. Ze zijn definitief uitgesloten en vormen een nieuwe laag van verpauperde mensen. En dat in een land dat wordt beschouwd als een van de rijkste landen ter wereld en dat dient als een voorbeeld van 'kapitalisme met een menselijk gezicht'." (Zie ook Manifest 2006/11)
De ondernemers hebben ook de volle vrijheid om voortdurend te selecteren. Wie volgens hen niet voldoet wordt zonder meer ontslagen. Dit zorgt voor een permanente druk. Een ander gevolg is dat er een grote kloof ontstaat tussen geschoolde en ongeschoolde arbeidskrachten, tussen superflexibele en 'onaangepaste' werkers, die dikwijls in slecht betaalde of deeltijdbanen terechtkomen. Denemarken kent geen minimumloon.
Onze eigen ondernemersorganisaties, zoals VNO-NCW (In België VBO en UNIZO) kijken vol afgunst naar Denemarken. VNO-NCW vraagt in haar memorandum aan de nieuwe regering om de ontslagregeling te versoepelen, de duur van de werkloosheidsuitkering nog verder te beperken en het interimwerk te vergemakkelijken. De voorstellen om de termijn voor ontslagvergoeding van ambtenaren te bekorten tot één jaar werden met gejuich ontvangen. VNO-NCW knijpt in haar handjes nu het nieuwe kabinet akkoord is gegaan met alle voorgaande sociaaleconomische maatregelen. Nederland ligt immers al fors op kop met de uitvoering van de Lissabon-agenda. (Zie ook Manifest van de afgelopen keren, onder OndernemersBelangen).
Ideeën voor een aanvalsstrategie van de PVDA (België)(zoals die ook binnen de NCPN in aangepaste vorm zullen worden uitgewerkt)
Manifest nodigt in ieder geval iedereen uit om suggesties aan ons te sturen. |