Neoliberale afbraak als modernisering


 

Op donderdag 7 maart jl. maakte Griekenland's premier de balans op van drie jaar regeren. Het was precies drie jaar geleden dat zijn partij een eind gemaakt had aan het bijna 20-jarige regeermonopolie van de `socialistische' Pasok. Deze laatste maakte kortgeleden haar nieuwe programma bekend. Dat geeft ons mooi de gelegenheid om te zien wat de verschillen zijn tussen beide grote partijen, die in het parlement en de media vrijwel voortdurend ruziemaken.

Anna Ioannatou.

De Pasok sluit ideologisch zogenaamd graag aan bij het "Sociale Contract" van Jean-Jacques Rousseau (18de eeuwse nieuwlichter, voorloper van de Franse Revolutie) en spreekt nu van het "Nieuwe Contract." Dit nieuwe sociale contract blijkt echter als hoeksteen de `nieuwe' maar o zo oude liberale strategie van Lissabon hoog in zijn vaandel te hebben geschreven. Een van de leuzes: 550 euro pensioen per individu, 950 euro per gezin!

Zo ook de regeringspartij. Alleen spreekt die van "modernisering", "hervorming", "naar buiten gericht zijn", "concurrentiegericht", de "nieuwe tijd" en wat dies meer zij. De premier zond in zijn toespraak geruststellende seinen uit naar de grote economische belangen: "Sinds 2004 vaart Griekenland een zekere en stabiele koers van veranderingen en hervormingen en die koers zal in een steeds hoger tempo doorgaan. ... De hervormingen die wij gepland hebben zullen ook na de verkiezingen van 2008 voortgezet worden."

Politiek schijnduel

Dus: nieuwe instrumenten voor overwegend grote ondernemingen, de economie extraverter maken, belastingverlichting voor het grote kapitaal, betere winstmogelijkheden via de nieuwe `ontwikkelingswet', privatiseringen en/of samengaan van particulier en overheid, commercialisering van de gezondheidssector, onderwijs, dienstverlening en andere sociale sectoren, nieuwe omwentelingen in het sociale verzekeringsstelsel (helemaal uit de mode in de "nieuwe tijd"...),nota bene op grond van een Pasokwet.

De Pasok sprak destijds (toen haar juist de regeringsmacht was ontglipt) van gebrek aan durf, van passiviteit en onvermogen in management van de kant van de nieuwe regering. Daarmee aanduidend dat zij hetzelfde wilde maar nog een beetje harder. De Pasok spreekt in haar nieuwe programma van een "duurzame ontwikkeling voor een rechtvaardige maatschappij".

Daarvoor moet natuurlijk rijkdom gecreƫerd worden (alsof die er al niet is, geconcentreerd in weinig handen), en daarom moet het grote kapitaal geholpen worden en daarom ook moeten de sociale voorzieningen, salarissen en pensioenen afgebroken worden. Dat laatste wordt uiteraard niet zo geformuleerd. Voor die rechtvaardige samenleving zou een dynamisch ondernemerschap van vitaal belang zijn.

De praktijk in het kapitalisme wijst echter uit dat scheppen van rijkdom via ondernemerschap en sociale rechtvaardigheid omgekeerd evenredige begrippen zijn. Dat blijkt o.a. uit de omgekeerd evenredige ontwikkeling van winst en inkomens.

Ook vindt de Pasok dat ondernemerschap als productieve dimensie in het middelbaar en hoger onderwijs opgenomen moet worden. Het kapitaal heeft Lebensraum nodig. Het resultaat is dat het onderwijs in Griekenland, vooral het universitaire, al een paar maanden plat ligt. De betogingen, protesten, de strijd tegen deze ontwikkelingen heeft massale vormen aangenomen, maar de regering gaat gewoon door met aan haar Europese Lissabon-verplichtingen tegemoet te komen.

Belangrijk is dat de bevolking deze eenheid in politiek van beide grote ruziƫnde establishmentpartijen doorziet en niet meer in het stemlokaal van het ene op het andere politieke been hinkt, uitzichtloos gevangen in het touwtrekken tussen twee reuzen die dezelfde belangen dienen.