Laura Wides-Munoz
De gezondheidstoestand van Fidel Castro heeft een nieuw debat uitgelokt over federale financiering van VS-groepen die ijveren voor verandering op het communistische eiland. Maar al jarenlang hebben de VS in alle stilte miljoenen dollars doorgesluisd naar groepen in Europa die eveneens werken voor een 'democratisch' Cuba. Manifest plaatst dit artikel van het rechtse Associated Press om de financiële en organisatorische omvang van de buitenlandse pogingen tot 'regime-change' op Cuba te tonen en een tipje van de sluier op te lichten over de onderlinge verdeeldheid van de anti-Cuba- groepen. In Nederland vormt een duister groepje rond Pax Christi het hart van deze internationale anti-Cuba-lobby met stevige banden met de Amerikaanse politiek.
Via het 'National Endowment for Democracy' (NED) (1), een nonprofit stichting opgericht in 1983 door de regering Reagan, is meer dan 200.000 dollar overgemaakt naar de Tsjechische groep 'Mensen in Nood', die 'onafhankelijke journalisten' (aanhalingstekens Manifest) op Cuba steunt. De stichting sponsort de Slowaakse groepen 'Volk in Gevaar' en 'Pontis Foundation' met 33.000 dollar over twee jaar om onafhankelijke denktanks op het eiland te promoten. Het Spaanse tijdschrift 'Culturele confrontatie met Cuba' heeft sinds 1998 771.000 dollar ontvangen als donatietoelagen om artikelen door Cubaanse dissidenten te publiceren. Gedurende de laatste 20 jaar heeft het NED bijna 14 miljoen dollar toegekend aan democratie-voor-Cuba-projecten, meestal gevestigd in de VS, die Cubaanse dissidenten koppelen aan groepen in Europa en Latijns-Amerika. De subsidies groeiden van 110.000 dollar in 1986 tot bijna 2,4 miljoen dollar in 2006.
De resultaten van deze donaties zijn dubieus, net zoals die van de democratie-voor-Cuba-groepen op eigen bodem via het Agentschap voor Internationale Ontwikkeling van de VS (USAID) (2). De Cariben-deskundige Daniël Erikson zegt: de pogingen hebben weinig tastbare resultaten opgeleverd op Cuba, maar zij hebben steun gegeven aan lokale groepen in landen als Tsjechië, Zweden en Spanje (en in Nederland onder meer een duister groepje onder leiding van Pax Christi, red. Manifest) die druk kunnen uitoefenen op de Cuba-politiek van hun eigen regeringen. "Jullie hebben Cuba in Oost-Europa en de Scandinavische landen voor het voetlicht gehaald, voorheen was het zelfs op het radarscherm onzichtbaar", zei Erikson, een hoge beleidsfunctionaris van een in Washington gevestigde denktank, de 'Inter-American Dialogue'.
Daarentegen veroordeelde de Algemene vergadering van de VN in november massaal het VS-embargo tegen Cuba: 184 tegen 4, en Cuba kreeg onlangs een zetel in de VN Mensenrechtenraad.
Critici zeggen: de inspanning is een weerspiegeling van hoe ver de federale regering moet gaan om de weerhaken van haar eigen Cubabeleid te vermijden; deze politiek maakt het rechtstreeks zenden van geld naar Cuba om de anti-Castrogroepen te financieren illegaal voor de VS-regering. Maar het NED is een private instelling, zijn dollars kunnen worden gezonden naar groepen op Cuba, ofschoon het geld oorspronkelijk uit de federale schatkist komt.
"Wij werken langs elkaar heen", zegt bestuurder Damian Fernandez van de Florida Internationale Universiteit, tevens hoofd van haar Cuban Research Institute. Hij wil liever zien dat de VS meer overeenstemming over Cuba zouden krijgen met buitenlandse regeringen, dan het steunen van onafhankelijke buitenlandse organisaties.
Ook daarbij speelt de noodzaak van controle. Een recent onderzoeksrapport van het Congres bekritiseert de federale overheid vanwege haar laksheid in het controleren van USAID-donaties aan anti-Cuba-organisaties, gevestigd in de VS. Het vaststellen hoe buiten de grenzen het geld wordt besteed is nog moeilijker. "Jullie maken gebruik van mensen met weinig naamsbekendheid. Jullie geven op afstand geld aan afgelegen en weinig zichtbare doelen", zegt Larry Birns, directeur van de Raad voor Zaken op het Continent; hij pleit voor het beëindigen van het embargo.
Caleb McCarry, bij Buitenlandse Zaken van de regering Bush coördinator voor de regeringswisseling op Cuba (op dit moment in Europa om steun te zoeken, redactie Manifest), zei dat steun voor zulke groepen, vooral in Oost-Europa, de speerpunt is in de Cuba-politiek van de VS. "Organisaties in landen die de omvorming van communisme naar democratie hebben meegemaakt kunnen veel bijdragen vanwege hun ervaringen met en begrip voor de problemen bij het promoten van democratie binnen een politiestaat."
Anderen stellen dat mensen uit Oost-Europa en Latijns-Amerika meer invloed op Cuba hebben vanwege hun sterke historische relatie met het eiland. De grote meerderheid van regeringsgeld voor anti-Castro-programma's gaat naar organisaties gevestigd in de VS, voornamelijk in Washington en Miami. Deze groepen trachten in het algemeen tegenstanders van de Cubaanse regering te steunen, zoals journalisten, dissidenten en hun families en zij doen onderzoek naar een Cuba-na-Castro; sinds 1996 ontvingen ze meer dan 65 miljoen dollar van USAID, hun voornaamste sponsor.
Terwijl altijd al wat USAID-geld naar internationaal georiënteerde programma's ging, was het van de NED-subsidies het grootste deel. Zij zijn klein in omvang en jarenlang ging het geld bijna uitsluitend naar organisaties, gesticht of opgezet door groepen gevestigd in de VS. De Internationale Coalitie voor Mensenrechten op Cuba, die 865.000 dollar kreeg tussen 1986 en 1993 en beweerde leden te hebben in Spanje, Zweden en Duitsland, was opgericht door de machtige Cuban American National Foundation (CANF), gevestigd in Miami. Meer recent hielp een donatie van 213.000 dollar de in Miami gevestigde vakbondsgerichte 'International Group for Corporate Social Responsability' (voor sociale verantwoordelijkheid van bedrijven), die vorig jaar was opgericht in Spanje en beweert leden te hebben uit Europese en Latijns-Amerikaanse landen. Barbara Haig, adjunct president van NED, verklaarde dat subsidies aan organisaties van derde landen nodig zijn sinds organisaties op Cuba een verbod kregen om VS-geld te accepteren en degenen die hiervan worden beschuldigd gebrandmerkt worden als verraders of huurlingen. Ook verklaarde zij dat de Europese groepen hun sporen verdiend hadden voordat zij de donaties kregen.
"Het probleem van democratie op Cuba is niet alleen een probleem voor Amerika, het is een algemeen probleem", voegde zij eraan toe. In toenemende mate worden USAID's donaties gebruikt voor internationale inspanningen. Het in Miami gevestigde Cuban Democratic Directorate is één van de grootste Cuba-begunstigde van de regering en kreeg meer dan 6 miljoen dollar van USAID en NED. De laatste jaren werden er bureaus geopend in Mexico en Argentinië en nu worden activiteiten ontplooid in verschillende andere Latijns-Amerikaanse en Europese landen met gebruik van USAID-fondsen. Het heeft volgens federale belastingformulieren zijn budget voor buitenlandse bureaus meer dan verdubbeld, van ongeveer 200.000 tot bijna 500.000 dollar tussen 2004 en 2005. Onlangs hielp deze ngo bij het organiseren van een protest door 100 jongeren buiten de Cubaanse ambassade in Peru.
Medeoprichter Orlando Gutierrez vertelde dat hij geregeld door sponsors gecontroleerd was en dat de organisatie een strikte interne controle handhaaft naar de manier waarop het geld wordt besteed. Hij zei dat de groep lang heeft gepoogd om publiciteit te geven aan Castro's mensenrechtenschendingen buiten de VS. "Omdat het regime in staat was om veel mensen te overtuigen dat het ging om het arme kleine Cuba tegenover de VS, zouden velen de kant van Cuba kiezen tegen de VS, terwijl zij het schenden en vertrappen van rechten op Cuba over het hoofd zouden zien", zei Gutierrez.
Bron: Associated Press, MIAMI, februari 2007, vertaling Thomas Janssen.