Redactie buitenland
De president van de Wereldbank en belangrijkste bondgenoot van Bush, Paul Wolfowitz, wordt in de media sterk bekritiseerd om de acties die hij heeft ondernomen om zijn geliefde en medewerker bij de Wereldbank, Shaha Riza, een veel beter betaalde functie (193.590 dollar per jaar) te bezorgen.
De woorden corruptie en vriendjespolitiek vallen, al lijkt de benoeming van zijn geliefde zo geregeld te zijn dat er van wettelijk bewijs natuurlijk weinig sprake is. Blijft er de morele verontwaardiging, breed uitgesponnen, in de burgerlijke pers. Wolfowitz kwam dan ook al snel met excuses. Maar achter de schermen van deze 'persoonlijke' zaak gaat een veel breder en dieper schandaal schuil: de rol van de Wereldbank in de 'wederopbouw' van Irak.
In het 'persoonlijke' schandaal krijgt Wolfowitz massaal steun van de Bush-kliek, de neoconservatieve denktanks en de rechtse media. Zoals de redactie van de rechtse krant The Wall Street Journal schreef: "De twist is zo triviaal dat het duidelijk is dat deze herrie niets van doen heeft met het ethische handelen van Wolfowitz. Het echte gevecht gaat om zijn poging de Wereldbank en zijn leners meer verantwoording te laten afleggen wat betreft de resultaten, speciaal via de onthulling en het straffen van corruptie." Deze krant ziet het 'persoonlijke' schandaal als een aanval op het beleid van Wolfowitz bij de Wereldbank. De taak van Wolfowitz is: deze belangrijke globale geldschieter het neoliberale beleid op te leggen dat de profiteurs van de Bush-politiek, de grote bedrijven en haar aandeelhouders, zoveel hebben opgeleverd. De Wereldbank wordt door Wolfowitz geheel ingezet binnen de strategie uitgedacht in de denktanks zoals de Project for A New American Century (PNAC). En centraal in de strategie is de controle over het Midden-Oosten, met als belangrijkste daad tot nu toe: de bezetting van Irak.
En hier zwijgt de burgerlijke pers dus over: Wolfowitz maakt zich persoonlijk sterk voor een rol van de Wereldbank in Irak, tegen alle regels in. Wolfowitz is bezig een nieuwe plaatselijke directeur van de Wereldbank in Irak, een bezet land met een realiteit van dagelijks geweld, te benoemen. Ondanks de steeds verslechterende veiligheidssituatie en de recente onthullingen van grootschalige corruptie bij de projecten van de 'wederopbouw', is de Wereldbank van plan grote leningen te verschaffen aan het Iraakse bewind. Binnen de gelederen van de Wereldbank stijgt kritiek op. Dit is precies wat verwacht werd met de benoeming van Wolfowitz: dat de Wereldbank zou worden gebruikt ter financiering van het Amerikaanse agressieve buitenlandse beleid en dat zo verlichting zou worden gegeven aan de Amerikaanse staatskas met middelen van de internationale gemeenschap.
De Wereldbank is door middel van het Iraq Trust Fund al betrokken bij 15 wederopbouwprojecten met een totale waarde van 410 miljoen dollar. Daarnaast heeft de Wereldbank een krediet verleend van 275 miljoen dollar voor onderwijs, elektriciteit en transport. Deze projecten worden tot nu toe indirect aangestuurd door de Wereldbank. Maar Wolfowitz ijvert voor een officiële vertegenwoordiging van de bank in de Groene Zone van Bagdad. Eigenlijk is het volgens de regels van de Wereldbank verboden in een conflictsituatie zoals Irak aanwezig te zijn. In Irak is geen functionerend banksysteem, de regering controleert haar territorium niet en kan ook geen terugbetaling van de kredieten garanderen. Dat zijn normaal allemaal redenen voor de Wereldbank niet actief te zijn. Maar Wolfowitz heeft geenboodschap aan deze voorwaarden als het om Irak gaat. En dat werpt een helder licht op de 'carrièremove' van Wolfowitz, van architect van de Irak-bezetting tot president van de Wereldbank. De herrie om zijn vriendin, daar heeft The Wall Street Journal gelijk in, is hiermee vergeleken heel triviaal.
(bron IPS)