Wil van der Klift
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek was 2006 een uitstekend economisch jaar en ook 2007 ziet er veelbelovend uit. Maar hoelang blijft deze idylle en wie profiteert ervan?
De economische groei was in 2006 2,9 procent. De prestaties over 2006, hoe gunstig ook, zijn echter nog steeds bescheiden. In de periode van 1996 tot en met 2000 bedroeg de groei gemiddeld 4 procent.
De export leverde ook in 2006 de belangrijkste bijdrage aan de groei. De aantrekkende investeringen van bedrijven die met 8,1 procent stegen, en de bestedingen door de consument die met 2,4 procent toenamen, speelden echter ook een rol. De bestedingen door huishoudens nemen bijna de helft van het bruto binnenlands product (bbp) voor hun rekening en spelen daarom een belangrijke rol. De bestedingen aan duurzame consumptiegoederen (auto's, platte tv-schermen, wasmachines, computers) namen met 6 procent toe. Maar waarmee werd deze aanschaf betaald?
Eind 2006 was de totale consumptieve schuld met 24,9 miljard euro een fractie lager dan het jaar ervoor. De totale consumptieve schuld is de som van roodstand en schuld op consumptief krediet. De uitstaande schuld op consumptief krediet is verder gedaald. Wel is de roodstand op betaalrekeningen in 2006 verder toegenomen.
In 2006 is er voor 9,7 miljard euro aan nieuwe consumptieve kredieten verstrekt. De uitstaande schuld op consumptief krediet daalde in 2006 van 17,6 naar 16,9 miljard euro. Eind december stonden particulieren voor 8 miljard euro in het rood op hun betaalrekening. Dat is 7 procent meer dan een jaar eerder. Het roodstaan lijkt in toenemende mate het consumptieve krediet te vervangen. Eenderde van de totale consumptieve schuld bestond in 2006 uit roodstand op betaalrekeningen. Vijf jaar geleden was dat nog een kwart. De consumptieve kredieten namen vorig jaar dus iets af, maar roodstaan nam aanzienlijk toe. Consumenten lenen ook steeds meer via hun creditcard. Het bedrag daarvan steeg in 2006 met 4 procent, tot 3,2 miljard euro.
Huishoudens hadden in 2006 uiteindelijk gemiddeld 3,5 duizend euro consumptieve schuld. Dat is vrijwel gelijk aan het jaar ervoor.
Belangrijker is echter dat een niet onaanzienlijk deel van de bevolking zijn bestedingen vooral financierde met verder oplopende hypotheken op de eigen woning. Evenals in 2005 namen deze toe, met 40 miljard in 2006 tot een totale hypotheekschuld van 540 miljard euro. Dat is ruim twee keer zoveel als de hele staatsschuld.
Als de huizenmarkt instort, zoals in de VS en Spanje dreigt, klapt de zeepbel-economie in elkaar. De nieuwe coalitiepartners hebben met hun besluit om de hypotheekrenteaftrek ongemoeid te laten begrepen dat ze hiermee de financiering van de consumptieve uitgaven steunen. De eventuele klap wordt op deze manier weer even vooruitgeschoven, maar de omvang van de totale schuldenlast neemt jaar na jaar alleen maar toe voor de meeste mensen. De onzekerheid over de toekomst neemt navenant toe.
Zolang de economie nog redelijk presteert zullen veel mensen hopen opbetere tijden en er het beste van maken. Het economische tij keert echter, tegenwoordig zelfs eerder dan later. Dat is een ijzeren kapitalistische wet. Voor 2008 gaat het CBS alvast voorzichtigheidshalve uit van een lagere economische groei.
Zolang de winsten de pan uitrijzen, de topinkomens zich schandelijk verrijken en iedereen ziet hoe een kleine groep steeds rijker wordt, zal de bevolking terecht niet van plan zijn om in te leveren. Zo zit de kapitalistische samenleving immers in elkaar. Inleveren doe je alleen voor een gezonde toekomst voor iedereen. Niet om een handvol rijken nog rijker te maken. Het kan nog wel eens zeer spannend worden gedurende deze regeerperiode.