Het noodweer dat Noord-Korea augustus 2006 teisterde, eiste 150 levens en maakte 50.000 Koreanen dakloos. Vergeleken met een ramp in 1996 van dezelfde omvang, was het aantal slachtoffers beduidend lager. Overal in het land lagen draaiboeken klaar. De meteorologische dienst waarschuwde tijdig de autoriteiten en deze informeerden de lokale vrijwilligers van het Rode Kruis, die op hun beurt bewoners opriepen veiliger gebieden op te zoeken. "De mensen werken beter samen dan voorheen", vertelt Jaap Timmer, hoofd van de internationale delegatie van het Rode Kruis in Noord-Korea. "Tijdens het noodweer in 2006 vielen de meeste slachtoffers niet door 'voorspelbare' overstromingen in de dorpjes langs de rivieren, maar door onverwachte gebeurtenissen, zoals aardverschuivingen. Dat is voor ons het bewijs dat het rampenbestrijdingsplan een stap is in de goede richting", aldus Timmer. Een positief aspect is de gemeenschapszin, benadrukt Timmer. "Mensen zijn loyaal aan elkaar. Als wij ergens een waterleiding moeten aanleggen, hebben we zo 2000 vrijwilligers gemobiliseerd".
Uit: artikel in het meinummer (2007) van 'Internationale Samenwerking' van het ministerie van BuZa door Linda Vermeulen.