Rinze Visser
Wat is links? Die vraag stelden enkele jaren geleden een aantal 'in het wereldje' bekende en minder bekende Nederlanders zichzelf en aan anderen. Dat was in een boekwerkje, samengesteld en uitgegeven na de vooral voor de PvdA smadelijke electorale neergang en de verkiezingsoverwinning van de fortuynisten. Een aantal Nederlanders, waarvan het overgrote deel van deze gelegenheid gebruikmaakte om voor de zoveelste keer de gevoelens betreffende het linkszijn en de individuele omschrijving van links voor het voetlicht te brengen.
Er waren er ook bij die het altijd al hadden geweten, zij die bekeerd waren tot het moderne tijdsdenken en er waren de enkele gefrustreerden. Zoals de vakbondsvoorman die tot de conclusie was gekomen dat de solidariteit tijdens eerdere arbeidersstakingen, goed beschouwd, ook slechts uitingen van gecollectiveerd egoïsme waren geweest. Of die enkele die nog maar weer eens beklemtoonde dat de PvdA terug moest naar haar wortels, daarmee bedoelend de wortels van dertig jaar geleden, wat toen al geen wortels meer waren.
Links zijn is soms zo moeilijk, zo vonden er nogal wat. Uitkijken wat je koopt en niet koopt. Het linkse geweten wordt in deze kapitalistische consumptiemaatschappij danig op de proef gesteld. Wel of niet slavernijvrije chocolade, je moet tegenwoordig zo uitkijken. Groene stroom of gewone stroom? Aan welk product is er wel of geen kinderarbeid te pas gekomen? In welke aanschaf zit wel of niet een uitbuitingscomponent? Eerlijke handel, oneerlijke handel? Links zijn is hard werken tegenwoordig...
Rechtschapen links. Het valt niet mee om het 'brevet van links vermogen', zoals door een elitair gezelschap bedacht, te verkrijgen. Zeker niet als dat uitgelezen gezelschap daar zelf al zo'n moeite mee heeft. Immers, zij die zich in allerlei bochten moeten wringen om als links door het leven te kunnen gaan, prijzen zichzelf voor hun twijfel, die zij hoogstaand en wetenschappelijk ervaren. Zo wordt de innerlijke twijfel over of men links of rechts of van beide wat is, tot de hoogste linkse wijsheid verheven. Als alle werkende mensen zichzelf tot kleine ondernemertjes verklaren zonder cao's en zonder andere voor het individu zo beklemmende grootheden - kapitalisten in de dop - dan zou dat een zegetocht naar de vrijheid zijn. Een overwinning van links... Is prinses Maxima ook al niet bezig met al haar inspanningen het microkrediet in verre werelddelen te bevorderen? Zouden deze onbaatzuchtige inspanningen voor een linkse wereld van sociale rechtvaardigheid dan niet ook hun oorsprong kunnen hebben in de menslievendheid van een eertijdse Argentijnse junta?
De vrije beschikking over het eigen lijf, over de eigen seksualiteit. Alsof dat niet links is. Wel wat anders dan die platvloerse strijd voor werk en inkomen..! Een streven dat zijn vervolmaking had gevonden in de samenwerking met liberaal rechts, de paarse coalitieregeringen. Niet dat zich hierin, op immaterieel gebied, geen zegeningen schuilhielden en ook manifesteerden. Een mens, en zeker een schrijver van artikelen, moet zich soms indekken. Maar een mens kan zich soms ook ergeren aan die verwaandheid en die elitaire, bijna koloniale verhevenheid waarmee andere volken, landen, worden toegesproken. Maakt men in sommige landen een probleem van homoseksualiteit? Hebben mensen er daar moeite mee? De Nederlanders, met name zij die zich links noemen, zullen ze daar wel eens vertellen wat beschaving is. Beschaving?
Er mogen in dit land dan wel een aantal mooie wetten bestaan - homo's mogen óók trouwen! - maar wie zijn of haar oor bij de Nederlandse schoolpleinen te luisteren legt kan weten dat het woord 'homo' het meest gebruikte scheldwoord is. Hoezo beschaving? Niet bekend?! Zij die zichzelf tot de linkse elite rekenen en de straat het liefst mijden (onderbuik!) als de rechtse pest, krijgen zulke zaken van vaderlandse bodem wat traag door.
Want zij die een zeldzame gang naar een McDonald-restaurant als een rechtse zonde beschouwen, die het liefst in cognito een bezoek brengen aan één van de goedkoopste supermarkten, weten wat links is, wat dé definitie van links is. Wijsheden en vaardigheden, waar het gewone - en dus domme - volk nog geen weet van heeft en wellicht nooit zal krijgen...
Het volk. Arbeiders. Zij kwamen er niet in voor. Alleen de vakbondsvoorman die het maar egoïstische mensen vond, die het eigenbelang vooropstellen en die dat, terugkijkend, ook vroeger - in de 'echte' linkse tijd - al deden. Och arme, wat een leed! Wat een tijd! Is het dan een wonder dat, als men een groot deel van de bevolking wegredeneert, of als onbelangrijk dan wel fout wegzet, tot zulke, nauwelijks tot iets verplichtende definities van links komt? Of zoals die ene, nog jonge, goed boerende advocaat, die zichzelf links vindt omdat hij het niet erg vindt belasting te moeten afdragen voor arbeiders. Want die eten toch van de staat..? O ja? Zou al die op kosten van de staat verworven wijsheid wel eens de gedachte teweeg kunnen brengen over waar het als advocaat verdiende geld dan wel vandaan komt?
Zo bestaan er mensen - en dat zijn er niet weinig - die hun eigen bestaan zien als een grote rechtvaardigheid in het belang van de massa. Dat diezelfde massa, waarvan zij vinden dat zij er geen deel van uitmaken, ook hén voedt, hun bestaan mogelijk maakt, dat zien ze niet.
Er is nog onnoemelijk veel werk aan de winkel. Men spreekt de laatste tijd veel over 'durfkapitalisten'. De wereld heeft echter behoefte aan 'durfsocialisten'! Wat dat zijn? Dat zijn communisten!