Redactie Latijns-Amerika
Carolus Wimmer is afgevaardigde in het ParLatino, het Latijns-Amerikaanse parlement, en internationaal secretaris van de CP Venezuela (PCV). Tijdens het weekeinde van 9 en 10 maart jl. beraadslaagde de partij op een buitengewoon Congres over het voorstel van Chávez voor een Verenigde Socialistische Partij. Manifest publiceert - met enige vertraging - een interview met Carolus Wimmer uit 'Unsere Zeit' van de DKP. In dit interview wordt ingegaan op het hete hangijzer wel of niet ontbinden van de PCV.
CW: Gedurende de laatste acht jaar van de Bolivariaanse Revolutie werden tijdens een harde klassenstrijd beslissende stappen gezet. Laten we niet vergeten dat aan het begin door de meesten slechts een nationale onafhankelijkheidspolitiek werd geëist, in het bijzonder de eis tot een onafhankelijke politiek ten aanzien van de VS, die Latijns-Amerika historisch gezien als hun 'achtertuintje' opvatten. Na de fascistische staatsgreep van april 2002 werd de antikapitalistische beweging steeds groter. In 2004, toen de omverwerping door de oppositie en de VS verder gepusht werd, kwam de kwalitatieve sprong met het referendum, waarmee de Bolivariaanse Revolutie een anti-imperialistische inhoud kreeg. Voor de CP Venezuela is het daarom logisch dat een en ander nu wordt begeleid door discussies over een reëel alternatief, d.w.z. over het socialisme. Voor ons is het beslissend dat dit volksbreed opgepakt wordt. Een volk dat in de klassengevechten steeds bewuster en steeds georganiseerder handelde.
Een reformistische uitweg uit het kapitalisme bestaat niet; dit kan slechts door revolutionaire maatregelen binnen een socialistische visie.
De aankondiging van een overgang naar het socialisme houdt niet in dat alle voorwaarden daartoe ook reeds aanwezig zijn. Het houdt wel een bewustzijn in dat niets aan het toeval of aan 'wijze elites' overgelaten mag worden, plus de verantwoordelijkheid om daartoe concrete maatregelen door te voeren. De PCV werkt binnen de politieke machtsverhoudingen aan een socialismedebat onder Venezolaanse verhoudingen, aan een debat over de Grondwet, die veranderingen moet ondergaan, en aan voorstellen van de politieke organisatie die hiertoe de impuls moeten geven.
CW: De PCV heeft al sinds jaren op de noodzaak van een collectieve en revolutionaire leiding van het politieke proces gewezen. Daarom begroeten wij ook het initiatief van Chávez in dit opzicht. Wij zijn ons ervan bewust dat de klassenstrijd steeds moeilijker zal worden. De VS zullen alles in het werk stellen om de actuele ontwikkelingen in Latijns-Amerika af te remmen om de zaak weer onder hun controle te brengen. Iedere revolutie heeft een revolutionaire partij nodig. Dat ondersteunen wij. Op het Buitengewone Congres zullen daartoe voorstellen gedaan worden. De beslissing, of de voorwaarden daartoe nu al bestaan, zal op het Congres worden genomen. Voor ons communisten is niet de vorm maar hoofdzakelijk de inhoud van de geplande eenheidspartij van belang.
CW : De PCV heeft altijd een soort 'Frente Amplio' (breed front) voorgestaan, voornamelijk omdat zij wel de noodzaak van eenheid inziet, hiervoor ook strijdt en compromissen aangaat, maar er was toch nog geen echte eenheid te voorzien wat betreft ideologie, politiek programma, organisatie...
Noch Chávez, noch wij kunnen dat op korte termijn beslissen. Het gaat niet alleen om de subjectieve wil, ook aan de objectieve voorwaarden moet zijn voldaan. Wij weten dat het een debat is dat niet slechts ons aangaat, maar vele sectoren op nationaal en internationaal vlak raakt.
Met deze hypothetische stappen in het proces moet het debat over de partij aangevuld worden. Dit is het voorstel van de PCV.
Interviewer: Günter Pohl, vertaling Leo Schuwirth.