Jan Ilsink
Zuid-Afrika kan met een economie die steunt op de winning van grondstoffen en met een overgrote meerderheid van een zeer arme bevolking, soms met een schamel baantje maar meestal zonder zelfs uitzicht daarop, als een derdewereldland worden gezien. Aan de andere kant is het een land met hoog ontwikkelde industriƫle productie en voorzieningen. Een land waar de eerste harttransplantatie ter wereld werd verricht, dat dus gerekend kan worden tot de ontwikkelde landen.
Ondanks de aanwezigheid van een uitgebreid en goedkoop arbeidsreserveleger, ondanks de afwezigheid van relatief goede en 'uitgekookte' arbeidsvoorwaarden, wordt de arbeidersbeweging in dit land geconfronteerd met een neoliberale politiek, die grote parallellen heeft met die in Nederland en Europa: de Lissabon-agenda. Waarom en hoe moet de werkende bevolking in Zuid-Afrika nog verder worden uitgeperst? Een voorbeeld: de dockers. Een gesprek in Kaapstad met Nicholus Maziya, scholingsverantwoordelijke van de South African Transport and Allied Workers Union SATAWU.
De havenarbeiders, de dockers, zijn georganiseerd in de vakbond SATAWU. Deze bond heeft ca. 140.000 leden. Het is de vijfde in grootte binnen de door de vakcentrale COSATU overkoepelde bonden. De 'transportindustrie' in Zuid-Afrika, evenals de rest van de wereld, wordt geconfronteerd met overnames, sluiting van 'onrendabele' bedrijven of onderdelen daarvan, privatisering van dienstverlening en publieke bedrijven als openbaar vervoer. Het gevolg daarvan is ontslag van grote groepen werknemers en daarna opnieuw aanstelling van sommigen van hen op basis van flexibele contracten. Deze gang van zaken betekent einde aan pensioenopbouw, sociale verzekeringen en werkzekerheid.
De havenarbeiders in Zuid-Afrika worden geconfronteerd met voorstellen van de regering om de havens te privatiseren. De nieuwe diepzeehaven Kuga, die wordt aangelegd ten westen van Port Elizabeth, zal zeker niet meer in overheidshanden zijn. In onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden van de dockers wordt als argument voor verslechteringen aangevoerd dat havens en havenbedrijven onderling concurreren en dat gesneden moet worden in de kosten, dus bezuinigd op arbeidskosten. Een beproefd middel voor de onder- nemers om dit te bereiken is het vast dienstverband te vervangen door kortlopende contracten. Dertig procent van de havenarbeiders is nu al in de havens aan het werk via 'brookers', uitzendbureaus.
Voor de haven van Kaapstad wordt in deze 'concurrentiestrijd' als extra argument om arbeidsvoorwaarden onder druk te zetten aangevoerd de excentrische ligging ten opzichte van het economisch centrum in Zuid-Afrika Johannesburg. De havens East London en Port Elizabeth en zelfs havens in Namibiƫ en Mozambique zouden dichterbij liggen en daarom goedkoper zijn. Bovendien zou in de haven van Kaapstad de technologie van het lossen en laden van schepen ernstig verouderd zijn. Noodzakelijke nieuwe investeringen zouden mogelijk worden met beperking van arbeidskosten. De havenarbeiders worden dus dubbel gepakt: eerst inleveren voor investeringen en vervolgens het werk verliezen omdat nieuwe technologie met minder arbeid toe kan.
Om niet uitgespeeld te worden in de zogenaamde interne concurrentie tussen Zuid-Afrikaanse havens dringt de bond sterk aan op onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden op centraal niveau in een National Bargaining Council. Daarin zou een National Dockers Labour Scheme, een nationaal werkgelegenheidsplan voor havenwerkers, moeten worden vastgesteld.
De bond ziet in het door de regering gevoerde neoliberale beleid niet alleen verslechteringen van primaire arbeidsvoorwaarden. Ook het werken in de haven met onervaren uitzendkrachten brengt de veiligheid in gevaar, niet alleen van de onervaren werkers zelf, maar ook van hun ervaren collega's. Als het laden en lossen van chemische stoffen in het geding zijn, zijn zelfs de veiligheid en gezondheid van de omwonende bevolking in gevaar. De bond heeft bereikt dat onderdeel van de arbeidsvoorwaarden bij een vast dienstverband is: scholing en training op het gebied van veiligheid, het opstellen van procedures bij gevaarlijke situaties, het gebruik van beschermende en veiligheidskleding, enz. Bij het werken met 'losse arbeiders' is dit alles niet meer, of veel minder aan de orde. Door de verslechterde arbeidsvoorwaarden daalt het inkomen. Om dit verminderde loon toch op peil te houden zijn werkdagen van 12 uur heel gewoon geworden. Door vermoeidheid neemt de onveiligheid in de haven nog verder toe. Inderdaad zijn ongelukken, vaak met dodelijke afloop, in de haven sterk gestegen.
Nicholus noemt deze praktijken in de haven illustratief voor de onverkwikkelijke politieke en sociale situatie waarin Zuid-Afrika en zijn regering zich nu bevinden. Ondanks de sterk verslechterende veiligheidssituatie, o.a. af te meten aan het sterk gestegen aantal ongelukken in de haven, heeft de haven van Kaapstad van de SAMSA (South African Maritime Security Authority) een viersterren certificaat voor veiligheid ontvangen. Deze aanfluiting is volgens Nicholus terug te voeren op steeds verder om zich heen grijpende corruptie, die ook op het congres van de Communistische Partij van ZuidAfrika aan de kaak is gesteld. Het 12e congres van de SACP heeft besluiten genomen om het ANC en de ANC-regering naar links te trekken. Daarmee zou het neoliberale beleid moeten worden gestopt en corruptie bestreden.
Nicholus voorziet stakingen in de Zuid-Afrikaanse havens met als inzet stopzetting van privatisering en het verhogen van veiligheid voor de werkers en voor de omgeving.