M.K. Bhadrakumar
Het is veelzeggend dat de Sjanghai Samenwerkingsorganisatie (SCO) van 9 tot 17 augustus grootschalige legeroefeningen organiseerde. Het lijkt misschien onwaarschijnlijk dat een regionale samenwerkingsorganisatie haar jaarlijkse top begint tegen de achtergrond van militaire oefeningen. De Europese Unie, de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties, de Afrikaanse Unie, de Organisatie van Latijns-Amerikaanse Staten, geen van deze organisaties heeft dat ooit gedaan. Op 13 augustus publiceerde zelfs het Financieele Dagblad een lezenswaard artikel over deze ontwikkelingen. Hierbij deel 4 en slot van een analyse die vooraf werd gemaakt.
De SCO laat de internationale gemeenschap hiermee luid en duidelijk weten dat er in Centraal-Azië geen machtsvacuüm is dat opgevuld moet worden door veiligheidsorganisaties van buiten de regio.
Vanuit al deze oogpunten bezien is het duidelijk dat voor de SCO de tijd is gekomen om haar toekomstige relatie met Iran serieus te overdenken. Ongetwijfeld staat de SCO-top voor twee belangrijke vragen: Iran's toetreding als volwaardig lid en de richting van het partnerschap tussen de SCO en Turkmenistan.
Naast de 'Groter Centraal-Azië'-strategie van de SCO omtrent Iran wordt er verwacht dat er tijdens de top nieuwe initiatieven gepresenteerd worden met betrekking tot Afghanistan. Ook op dit terrein bezien Rusland en China met groeiende onrust hoe de crisis in dit land zich verdiept.
Een commentaar in de 'People's Daily' in juni luidde: "Het 'fenomeen van de Taliban' geeft reden tot ernstige zorgen. Het opnieuw groeien van de beweging plaatst de autoriteit van de Afghaanse regering voor een serieuze uitdaging. De Taliban zijn sterker geworden en maken gretig gebruik van de ontevredenheid over de levensomstandigheden en de anti-Amerikaanse gevoelens onder de bevolking. De Taliban hebben hun banden met Al Qaeda aangehaald en Afghanistan loopt het risico een tweede Irak te worden."
In Rusland denkt men er op een vergelijkbare manier over. Moskou is zelfs nog een stap verder gegaan en stelt openlijk vragen bij de beweegredenen van de Verenigde Staten als het gaat om hun solistische benadering van het conflict in Afghanistan. Net als Beijing is Moskou een voorstander van een tweesporentraject. Aan de ene kant streeft Rusland naar nauwe bilaterale samenwerking met de regering Karzai. Zo wees het recente bezoek van de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergei Lavrov, aan Kaboel al op een groeiende diplomatieke betrokkenheid bij de problemen in Afghanistan. Tegelijkertijd streeft Rusland naar een multilaterale aanpak waarbij ook de CSTO betrokken wordt.
Bordyuzha merkte deze week veelbetekenend op: "Wij (de CSTO en de SCO) zouden samen moeten werken om te verhinderen dat de Taliban aan de macht komen. Zo niet, kunnen we in Afghanistan ernstige problemen verwachten die ons vele jaren zullen bezighouden." Hij zinspeelde hiermee op een groeiende betrokkenheid van de SCO bij Afghanistan. "Op alle terreinen moet gewerkt worden, onder meer op politiek en economisch gebied. Ook moet er hulp geboden worden bij de vorming van een Afghaans leger en een Afghaanse politiemacht en bij de strijd tegen de drugshandel." Men verwacht dat tijdens de top voorstellen gedaan worden om het functioneren van de SCO-AfghanistanContactgroep te intensiveren.
Om verschillende redenen plaatst de SCO-top de Verenigde Staten voor uitdagingen. Het samenkomen van de CSTO en de SCO betekent een dubbele tegenslag voor de Amerikaanse politiek in de regio. Beide organisaties verafschuwen de manier waarop de VS hun wereldwijde belangen behartigen. De Verenigde Staten streefden ernaar beide organisaties in de kiem te smoren, maar ziet ze nu sterker worden.
Het Amerikaanse plan om de NAVO diep te laten doordringen in de Centraal-Aziatische regio stuit op een obstakel van enorme omvang en de VS staan voor een hevig dilemma. Er kan geen sprake zijn van een volledige omsingeling van Rusland of China, tenzij de NAVO zich uitbreidt tot Centraal-Azië. Het zou voor de NAVO dan ook zinloos zijn om te stranden in de zuidelijke Kaukasus. De geloofwaardigheid van de NAVO staat dan ook op het spel. Gezien de huidige ontwikkelingen verloopt de 'transformatie' van de NAVO niet soepel. Afghanistan is een molensteen om de nek geworden waarvan de NAVO zich niet kan ontdoen. Geen enkele propaganda kan de realiteit verhullen dat de Afghaanse bevolking de NAVO in toenemende mate beschouwt als een bezettingsmacht. Het ontbreekt de NAVO aan voldoende militairen en er is een hopeloos tekort aan kennis en inlichtingen.
Ook neemt de invloed van de VS binnen de NAVO af. Deze week riep de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Massimo d'Alema, openlijk op tot het staken van alle Amerikaanse militaire operaties in Afghanistan die niet onder het strikte commando van de NAVO plaatsvinden. Bovendien pakken de machtswisselingen in Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië niet zo uit als Washington zich voorgesteld had.
Vandaar dat Washington alles in het werk zal stellen om de SCO buitenspel te zetten in Afghanistan. De VS rekenen op Karzai om de toenadering die de SCO zoekt te ontmoedigen. Het probleem voor de VS is dat er feitelijk geen enkele gegronde reden bestaat om een SCO-initiatief met betrekking tot Afghanistan zonder meer af te wijzen en Karzai zou wel gek lijken om dergelijke hulp af te slaan. De SCO heeft immers legitieme belangen bij het stabiliseren van de situatie in Afghanistan, daar de veiligheid in Centraal-Azië hier op vele manieren mee verbonden is.
Als Afghanistan zijn SCO-connectie uitbouwt zal de Amerikaanse greep op Kaboel steeds slapper worden. Washington zal bijzonder voorzichtig te werk moeten gaan. De Afghanen zijn er zeer bedreven in om hun kansen in dit grote spel optimaal uit te spelen. De Verenigde Staten zullen zich in toenemende mate gedwongen zien de rol van teamspeler te vervullen, en dit strookt niet met hun wereldstrategie en hun status als enige supermacht.
In dit alles blijft Pakistan een onvoorspelbare factor. Pakistan werkt nauw samen met de SCO en China, maar de binnenlandse situatie is instabiel. De meeste bevoorradingen voor de NAVO in Afghanistan vinden plaats via Pakistan. Het zou nogal ironisch zijn als de situatie zich zo ontwikkelt dat de Verenigde Staten nog steeds aan het vechten zijn in Afghanistan, terwijl de SCO alle complimenten krijgt van de Afghaanse bevolking en van de landen in de regio omdat de organisatie meehelpt aan de opbouw van het land.
Washington realiseert zich zeer goed dat de betrokkenheid van de SCO bij Afghanistan uiteindelijk met zich meebrengt dat Rusland een succesvolle comeback maakt in de regio en dat het plan om de NAVO in te zetten als een mondiale veiligheidsorganisatie met partners overal ter wereld doorkruistwordt. Op 17 juli maakte Tadzjikistan bekend dat er een overeenstemming met Rusland was bereikt over de stationering van Russische gevechtsvliegtuigen op de luchtmachtbasis Ayni, even buiten de hoofdstad Doesjanbe. Alles wijst erop dat Rusland in eerste instantie SU-25 straaljagers en Mi-8 helikopters op de basis zal plaatsen. Deze Russische actie vindt plaats binnen het kader van de CSTO en doet de laatste hoop van de Verenigde Staten om voet aan de grond te krijgen in Tadzjikistan in rook opgaan.
Het belang hiervan valt echter te verwaarlozen als er tijdens de SCO-top inderdaad besloten wordt tot een volledig Iraans lidmaatschap van de organisatie. De kans daarop is vooralsnog niet groot; waarschijnlijk is een Iraans lidmaatschap pas aan de orde als de SCO besluit zich meer te bemoeien met de ontwikkelingen in de regio van de Perzische Golf. Toch zal Washington er wat zenuwachtig bij staan kijken.
Na de wapendeal ter hoogte van 63 miljard dollar, die de Verenigde Staten onlangs sloten met de landen in de Golfregio, hebben zowel Rusland als China op verschillende manieren hun verlies genomen. Opnieuw toonde Washington aan dat de winnaar er met de volledige buit vandoor gaat. Het kan de 'verliezers' dan ook niet kwalijk genomen worden als ze snel hun huiswerk maken. Ze zullen tot de conclusie komen dat ze zelf moeten gaan netwerken, en nadat ze hun wonden gelikt hebben kunnen ze misschien wat verloren terrein terugwinnen. Ongetwijfeld zal Ahmadinejad de topattractie zijn op de SCO-top en zijn aanwezigheid in Bishkek zal weer veel stof doen opwaaien.
Bron: Asia Times, 4 augustus 2007, vertaling Frans Willems.
M.K. Bhadrakumar werkte meer dan 29 jaar in de Indiase diplomatieke dienst en was onder meer ambassadeur in Oezbekistan (1995-98) en Turkije (1998-2001).