'Flexicurity': Gevaarlijk voor uw gezondheid en uw karakter!

'Massale ellende verhinderen! Kapitalistische dictatuur opheffen!'

Marian Eikelhof en Maarten Muis

De contouren van het kapitalisme in Nederland van de 21ste eeuw tekenen zich steeds scherper af. Niet alleen staat voor velen de hoogte en zekerheid van een inkomen onder druk door de 'flexicurity'-plannen (passend in de Europese Lissabon-agenda), voor bijna iedereen staat vooral een drastische afname van de kwaliteit van leven voor de deur.

In 2004 publiceerde het Sociaal Cultureel Planbureau een onderzoek naar hoe de bevolking verwacht dat ons land er in 2020 uitziet. Ook wat betreft werk en vrijetijdsbesteding. De verwachtingen en wensen, toen uitgesproken, maken duidelijk dat de bevolking helemaal niet zit te wachten op de 'onvermijdelijke' ontwikkeling naar een 'flexibele' samenleving. Amerikaanse toestanden worden over de hele linie afgekeurd.

Er wordt nu al een toename van de druk gevoeld op het werk en in de vrije tijd. De eisen worden steeds verder opgeschroefd en er ontstaat een tweedeling van een kleine groep mensen die het redden en in grote welvaart leven en een grotere groep die het onderspit delft, die uit de relatief welvarende 'middenklasse' gestoten wordt, die met 'hamburgerbaantjes' moet proberen het hoofd boven water te houden, of ziek worden.

De vervreemdingsverschijnselen, die voortkomen uit de scheiding tussen kapitaal en arbeid, die volgens Marx de oorzaak van alle sociale ongelijkheid vormt, treffen niet alleen de relaties op de werkvloer. Het sociale leven van de bevolking wordt tot aan de basis vergiftigd. In dit klimaat verzwakt de gemeenschap, omdat de mens van origine geen individualist is maar een groepswezen, dat zich in het sociale isolement waarin hij/zij door dit politieke systeem wordt geplaatst dan ook niet goed kan ontwikkelen.

Hierbij denken we niet alleen aan de positie van de werkloze klant die verplicht wordt wekelijks te solliciteren maar keer op keer wordt afgewezen op leeftijd, afkomst, het niet beschikken over de juiste diploma's, etc. Of aan de positie van de werknemer in een bedrijf waar wordt gereorganiseerd en de impliciete boodschap van het management is dat je elke beleidsmaatregel moet slikken, wil je niet buiten de deur komen te staan.

Ook de geslaagde, succesvolle manager klopt aan bij een psycholoog wanneer hij stressklachten ontwikkelt als gevolg van chronisch tijdgebrek, een voortdurende druk om te moeten (over)presteren, en de ziekmakende gevolgen van baanonzekerheid waar elk werkend mens momenteel mee te maken heeft. Of zijn partner gaat in therapie, omdat die niet begrijpt waarom hij altijd met zijn werk bezig is en zij zichzelf terug wil vinden in de hectiek van haar losgeslagen wereld. Op een gegeven moment kan ook hun zoon op een consult verschijnen nadat hij, waarom begrijpt niemand, ineens op klaarlichte dag een voorbijganger in elkaar heeft geslagen, gewoon 'omdat zijn gezicht hem niet aanstaat'. Of de dochter wordt dringend verzocht een intakegesprek aan te gaan, omdat zij zich meer bezighoudt met haar virtuele vrienden in een computeranimatie dan met haar huiswerk.

Het is niet echt hip om je anno 2008 te profileren als iemand die kampt met gevoelens van angst, onzekerheid en leegte. Vanuit de media wordt ons op het hart gedrukt vooral 'positief' te denken. Met een realistisch verhaal over onzekerheid scoor je geen hoge ogen op het sociale schaakbord en dus ook niet in je loopbaan. Aandacht schenken aan de zwakheden in het systeem kan een bedreiging voor je inkomen zijn, omdat je niet alleen wordt verondersteld je werk flexibel uit te kunnen oefenen, maar je dient ook communicatief te zijn, sociaal vaardig en je met een doorgewinterde teamspirit staande weten te houden tussen je collega's en de vreemdelingen, die je klant kunnen worden of netwerkpartner.

Het is daarnaast ook nog zo dat het moderne kapitalisme door de verhoogde concurrentiestrijd op de werkvloer deze sociale karaktertrekken juist tegenwerkt. Zoals de sociale wetenschapper Richard Sennet al bewees (zie vorige Manifest): het kapitalisme van de 21ste eeuw kweekt een heel nieuw soort cultuur, waar alleen bepaalde persoonlijkheden in floreren. En dan spreken we niet van een bepaald kapitalisme, niet alleen van een 'graaicultuur' aan de top: het besmet de maatschappij als geheel.

Wanneer je door een aangeboren introvertheid of een ander merkwaardig persoonlijkheidstrekje niet in staat bent om het juiste masker uit je hoge hoed te toveren of je op geen enkele wijze de rollen kunt eigen maken die je worden opgelegd, dan krijg je de raad van een werkgever of bezorgd familielid dat je daar hoognodig iets aan moet gaan doen. Het is niet de schuld van het kapitalistische systeem dat je wordt gedumpt, het is je eigen schuld. Je presentatie is mager. Je doet niks aan je angst. Je blijft geel zien van boosheid. Je kunt de maatschappij niet belasten met jouw problemen, jouw verdriet, jouw zorgen. Trainingen volgen gericht op je persoonlijkheidsontwikkeling is het devies. Medicijnen slikken om je angsten te onderdrukken. Naar de psycholoog stappen om je open te leren stellen, etc.

Alles behalve een maatschappijverandering doorvoeren, waardoor je niet langer door de mazen van het net glipt in een prestatie-systeem, dat niet kan functioneren zonder maatschappelijke uitsluiting en elimineren van mensen. Collectief verzet tegen het steeds verder opjagen van de werkenden, van verdere flexibilisering van het werk, van verdere uitsluiting van zwakkeren, wordt in de kiem gesmoord door te dreigen met sluiting van de afdeling of bedrijf, met inroepen van wel bereidwillige werknemers. Jong wordt tegen oud opgezet, uitkeringsgerechtigde tegen werkende, ziek tegen gezond, autochtoon tegen allochtoon. Het verdeel en heers van het kapitalisme is tot in de finesses geperfectioneerd.

De grotere bedrijven besteden vaak wel aandacht aan de werksfeer, maar dan aan gewenst gedrag. Er zijn multinationals die het personeel gedwongen cursussen laten volgen, om het te leren 'aardig' en 'beschaafd' te zijn, om te allen tijde de 'eer' van het bedrijf hoog te houden. Tegelijkertijd stuwt het management de onderlinge concurrentiestrijd op de werkvloer tot ongekende hoogte op met een individueel beloningssysteem.

Het is een doekje voor het bloeden. Want het klassengevoel van de werknemers zegt ze dat er iets niet klopt. De opstandigheid vindt echter in veel concrete gevallen zijn uitweg in struisvogelgedrag en matennaaierij, want het feitelijke materiƫle proces mag als het even kan niet als grondslag gelden en wordt in het kapitalisme altijd gereduceerd tot een mentaliteitskwestie.

De mentaliteit anno 2008 onder de werkende bevolking ondersteunt alleen maar Marx' theorie over het proces van vervreemding. Eigenlijk weet iedere werknemer wel dat hij of zij voor de portemonnee van een ander werkt, de aandeelhouder. Maar inzicht dat het anders kan, dat uiteindelijk collectieve actie voor elk individu het meest loont, het besef dat de mens zijn economisch systeem kan en moet veranderen, kortom een revolutionair perspectief, is door jarenlange ideologische verwarring diep weggezonken. Als mensen gevraagd wordt wat ze willen komt er, zoals uit veel onderzoekenblijkt, wel een socialer wezen naar voren, dan wil de meerderheid van de bevolking toch vooral sociale zekerheid. Maar die stem van het volk wordt zoveel mogelijk in het belachelijke getrokken in de media en er worden rookgordijnen, zoals het gedoe rond Geert Wilders, opgetrokken.

Communisten proberen te werken op basis van feiten, en de feiten vertellen ons dat de segmentering en zelfs atomisering van de werkende klasse ver gevorderd is. We zullen antwoorden moeten vinden op de vraag waarom kritiek zich eerder richt tegen collega's in het eigen bedrijf en bij andere bedrijven dan op bedrijfsstructuren. Waarom mensen hun woede richten op werklozen, op moslims, op alles wat niet wint. We moeten de verdrongen relatie tussen psychische en lichamelijke schade en de verhoogde uitbuitingsgraad duidelijk naar voren brengen. Alleen bewustzijn van en inzicht in de onderliggende processen kunnen helpen uit het moeras te komen waarin iedere werknemer die psychisch en lichamelijk ten onder gaat het aan zijn eigen persoon toeschrijft, want dat wordt hem verteld door de arts, de psycholoog en wordt in alle toonaarden door de media ondersteund.

De chronische crisis van het kapitalisme wordt door de heersende klasse omgevormd in chronische stress voor de werkende bevolking. En zij varen er wel bij, gezien de gigantische toename van de winstgevendheid van de bedrijven. De verbanden tussen de toename van stress op de werkvloer, de verslechterde sfeer, de afbraak van het arbeidsrecht, de marktwerking, de Lissabon-agenda kunnen alleen gezien worden als we vertrekken vanuit de tegenstelling arbeid-kapitaal en deze revolutionaire theorie aanscherpen, voeden en verder uitbouwen in confrontatie met de realiteit om ons heen. Een strijd tegen het kapitalisme is ook een strijd voor meer kwaliteit van leven.