Wil van der Klift
Als deze krant verschijnt heeft het Buitengewoon Congres van de ABVAKABO FNV, met de werktitel 'Werk in de toekomst' net plaatsgevonden. Op het congres van ABVAKABO FNV sprak Lodewijk de Waal die tien jaar geleden opriep de vakbeweging niet te groot te laten worden, omdat anders het Poldermodel in gevaar zou komen: "Een hoge organisatiegraad is niet goed" (Financieele Dagblad, 30 januari 1998). De koers die de bondsleiding inzet doet vermoeden dat dit soort denkbeelden nog steeds heersen in de toppen van de vakbeweging.
Het is niet gek dat de vakbonden vergrijzen, vinden de vakbonden zelf. Jongeren voelen zich niet aangetrokken tot de vakbeweging. Niet omdat alles toch wel goed voor ze geregeld wordt, zoals soms wordt beweerd door enkele vakbondsbestuurders (Ploegman), maar omdat de vakbeweging maatschappelijk in slaap is gevallen. Jarenlange eenzijdige aandacht voor individuele en collectieve belangenbehartiging, zonder discussie over de inrichting van ons land, zonder grondige discussies over de (kapitalistische) globalisering, zonder brede discussie over de neoliberale afbraakplannen van de Europese Commissie en het volgzame Europese Parlement, maken de bonden oninteressant voor jongeren.
Het probleem zit ook niet alleen bij jongeren. Te weinig succes in arbeidsonderhandelingen heeft de vakbeweging onaantrekkelijk gemaakt. "Wat doet de bond nu eigenlijk voor me?", is een veelgehoorde klacht. De tendens om de vakbeweging om te bouwen tot sociale ANWB, die nu juist oorzaak is van het ledenverlies, dreigt onverkort te worden voortgezet. Meer individuele dienstverlening, wordt er van bovenaf aangeraden. Leden kunnen dan een 'carrièrecheck-up' doen bij hun vakbond. De vakbonden worden dan een soort loopbaancoach, naast de standaard collectieve arbeidsovereenkomstonderhandelingen. Het zijn dit soort plannen, waarmee de congresstukken volstonden. De ingeslagen weg, die leidde tot ledenverlies, wordt onverkort en in verhevigde mate voortgezet.
Na de demonstraties voorafgaande aan en op het Museumplein stroomden nieuwe leden toe. Een beter bewijs voor de stelling dat een actieve, strijdbare vakbeweging nieuwe leden aantrekt is er niet. Daar kan niemand iets tegenin brengen. Waarom wordt die koers dan niet gevaren? Het lijkt er echt op dat de denkbeelden van Lodewijk de Waal nog altijd leven in de toppen van de vakbeweging. Het was nota bene de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, Alexander Rinnooy Kan, die kortgeleden opriep vooral de basis van de vakbeweging niet te vergeten: collectieve belangenbehartiging is de kern van vakbondswerk en moet dat ook blijven. Alhoewel ook hij uiteraard een mogelijke toekomst voor de vakbonden als sociale ANWB ziet. De SER-voorzitter zou uiteraard zijn baan verliezen als het Nederlandse poldermodel zou verdwijnen. De gedachten van Lodewijk de Waal, veel andere vakbondsbestuurders en de SER-voorzitter raken elkaar precies op dit punt. Zij zijn er allemaal trots op dat de in hun ogen 'fameuze overlegeconomie' zo'n goed resultaat zou hebben. Inderdaad goed voor de ondernemers in dit land. Hoge winsten en arbeidsrust. Maar niet goed voor de werknemers. Het aandeel van de werkenden en uitkeringsgerechtigden in de economische koek neemt al jaren af! Dat is te danken aan de voorstanders van het polderen, van de overlegeconomie en van de noodzakelijke lage organisatiegraad. De belangen van werknemers worden genegeerd.
Het kabinet-Balkenende IV kan intussen doorgaan zijn oren gewoon naar het bedrijfsleven te laten hangen. Opgejuind door de werkgevers laat de regering maatschappelijke vraagstukken versloffen, zoals het op peil houden van de koopkracht en het aftoppen van topinkomens. (Topbestuurders van Nederlandse bedrijven hebben in 2007 flink geprofiteerd van het verzilveren van opties en aandelen. In totaal haalden 193 bestuurders samen 317 miljoen euro op met deze beloningen. Dat is ruim een verdubbeling ten opzichte van 2006.) Een duidelijk antwoord op de Europese plannen om het arbeidsrecht aanzienlijk uit te kleden is er ook niet, waardoor de plannen om het ontslagrecht in te perken of zelfs af te schaffen steeds weer de kop opsteken. Alle verbale tegenstand van FNV-voorzitter Agnes Jongerius, voorzitter van de grootste vakcentrale FNV (1,2 miljoen leden), ten spijt. Wat wil je als het toch alleen bij woorden blijft? Als de 'strijd' binnenskamers wordt gevoerd? Als het ledenaantal achteruit holt (en kennelijk bewust laag wordt gehouden) en het gezag van de vakbeweging navenant vermindert en zelfs het bestaan van de vakbeweging op het spel wordt gezet.