Anna Ioannatou
Zonder te weten wat er in het verleden is gebeurd is het niet mogelijk het heden te beoordelen. Dat is dan ook de reden waarom onderwijs in de geschiedenis zo onder druk staat of het nut ervan zelfs helemaal wordt betwijfeld. Kennis van het verleden kan namelijk een bevolking zeer kritisch maken t.o.v. huidige regeerders, zo niet als individuen, dan toch als vertegenwoordigers van belangen, tendensen enz. Zo is het heel belangrijk te weten wat er sinds de 19de eeuw op politiek niveau gebeurde binnen de arbeidersbeweging. [Ook om geschiedvervalsing - een belangrijk manipulatie-instrument van de heersende klasse - te kunnen ontmaskeren, nvdr].
De Communistische Partij van Griekenland (KKE) werd in november 1918 opgericht niet als het 'product' van een opsplitsing, zoals de partijen in de ontwikkelde kapitalistische landen, die al een lange geschiedenis achter de rug hadden. Griekenland had daar gewoon niet de structurele voorwaarden voor als land, dat zich in de 19de eeuw net had losgemaakt uit het feodale Ottomaanse Rijk, dus relatief laat aan zijn kapitalistische ontwikkeling begon.
Terwijl in de meeste Europese landen vlak na de Eerste Wereldoorlog het kaf van het koren gescheiden werd (dus de opportunistische, niet revolutionaire tak van de arbeidersbeweging, die alleen het kapitalisme wat leefbaarder wilde maken en de revolutionaire tak, die van het kapitalisme af wilde) en vanaf 1918 er een hausse aan oprichtingen van communistische partijen plaatsvond, was er in Griekenland sprake van iets nieuws.
De geschiedenis van het opportunisme in de KKE heeft daardoor een ander minder diep structureel karakter, hetgeen allerminst betekent dat er geen verwoede pogingen zijn gedaan om ook deze partij van binnenuit zijn revolutionaire dynamiek te ontnemen.
Tot de Tweede Wereldoorlog bleef de KKE een kleine, sterk vervolgde, partij. Tijdens de oorlog groeide zij enorm als kern van het verzet en na de oorlog tot 1974 bleef zij illegaal. Ondanks de uiterst moeilijke omstandigheden werden er opnieuw pogingen gedaan tot verbreking van de eenheid door de zogenaamde 'antidogmatici', die in 1958 het besluit erdoor kregen alle partijorganisaties te ontbinden en in de EDA (Verenigd Democratisch Links) op te gaan, waarbij het de KKE niet toegestaan werd zich binnen de EDA te organiseren.
In 1965 besprak de Plenaire Vergadering van het Centraal Comité weer de kwestie partijorganisatie, beoordeelde het besluit van 1958 wel als juist, maar vond uiteindelijk het legaal of semilegaal functioneren van de KKE noodzakelijk. De leden van de KKE-partijgroepen (of 'steunpunten', zoals ze genoemd werden) moesten wel lid zijn van de EDA. Dit besluit was het resultaat van het conflict tussen revisionisten en degenen die de EDA langzamerhand wilden omturnen tot een marxistisch-leninistische partij.
Eerstgenoemden verzetten zich met hand en tand tegen uitbreiding van de KKE-steunpunten en wilden niet horen van een eventuele legalisering van de KKE, waarvoor in 1965 mogelijkheden bestonden. Zij wilden dit niet, omdat ze in plaats van een communistische partij de EDA wilden. De poging communistische partijen te ontbinden door ze te laten opgaan in bredere 'linkse' formaties is herhaaldelijk gedaan en in veel landen in de decennia na deTweede Wereld Oorlog uiteindelijk gelukt [zoals de CPN in GroenLinks, nvdr], waaraan gewoonlijk een tijd van geleidelijke verwatering en verwording van communistische waarden voorafging. Ook meedoen aan regeringscoalities [Een doel dat nu in de SP steeds meer wordt nagestreefd, nvdr] in kapitalistische landen betekent vaak het einde, zo wijst de praktijk uit.
In 1967 kwam de militaire dictatuur in Griekenland en in 1968 werd op een nieuwe Plenaire Vergadering van het Centraal Comité in Boekarest door een aantal kaderleden weer de noodzaak van het bestaan van een communistische partij betwist. Toen de ontbinding van de KKE niet lukte, zogenaamd ten gunste van de 'eenheidsformatie' EDA als enige bestaande uitdrukking van 'links', lieten genoemde kaderleden hun ware aard zien, traden uit de EDA en richtten een eurocommunistische partij op, de zogeheten KKE-Binnenland. Zo serieus namen zij dus het bestaan van de EDA! Duidelijker kon niet blijken dat de bedoeling achter de oprichting van de EDA was: de verwatering en uiteindelijke ontbinding van de communistische beweging.
De overgebleven 'dogmatici' werden provocerend KKE-Buitenland genoemd (omdat ze verbannen waren naar de 'Oostblok'-landen.) Men zei dat deze mensen in het buitenland niet in staat zouden zijn de Griekse situatie te beoordelen. Hoe 'goed' KKE-Binnenland de situatie in eigen land beoordeelde mag blijken uit het feit dat zij tot op het laatste moment niet in de gaten had dat er een junta op komst was. Immers, de partijkrant verscheen zelfs op 21 April 1967 (de dag van de militaire staatsgreep!) met een hoofdartikel getiteld "Waarom er geen dictatuur komt"...
In de jaren '80 gingen de 'eurocommunisten' van KKE-Binnenland (omgedoopt ondertussen in 'Verenigde Linkse Stroom') een coalitie aan met de KKE, 'Synaspismos' geheten. Toen de opportunistische druk binnen deze coalitie de partijen op te heffen terwille van een bredere eenheidsformatie (!) ondraaglijk werd, trad in 1991 de KKE uit, niet toegevend aan de druk zichzelf op te heffen. Sindsdien wordt deze partij er voortdurend van beschuldigd de eenheid binnen de linkse beweging te verbreken, niet alleen door de 'Synaspismos', maar ook door de burgerlijke media.
Wie zou nog durven beweren, dat je van geschiedenis niet kunt leren?